Een zwakke urinestraal betekent dat je minder krachtig kan plassen. Bij mannen is de oorzaak meestal een vergrote prostaat bijv. door een goedaardige prostaatvergroting. Bij vrouwen is doorgaans een verzakking (prolaps) van de baarmoeder en/of van de blaas het probleem.
Behandelingsmogelijkheden. De behandelingsmogelijkheden voor deze klacht zijn: Medicijnen om de blaas rustiger te krijgen. Bekkenbodem fysiotherapie om de blaas rustiger te krijgen en zo nodig ook de bekkenbodemspieren beter en op een goede manier te kunnen gebruiken.
Het kan zijn dat u last heeft van incontinentie; een veelvoorkomend plasprobleem. Moeite met plassen. Het kan zijn dat u moeite heeft met plassen of zelfs bijna niet kunt plassen. Dit noemen ze ook wel retentie of urineretentie; het plassen komt dan moeilijk opgang en meestal kunt u niet uw hele blaas legen.
Wat is het? Als het niet lukt om de blaas goed leeg te plassen, blijft er urine in de blaas achter. Dit heet blaasretentie. Doordat je blaas niet goed doorspoelt, kan er een blaasontsteking ontstaan, die zelfs tot een ontsteking van de nierbekkens kan leiden.
Normaal gesproken plassen we per 24 uur ongeveer zes á zeven keer, waarvan soms één keer 's nachts. Als u vaker moet plassen – misschien wel ieder uur- dan spreken we van een overactieve blaas.
Tijdens de operatie krijgt u een speciale tampon in uw vagina. Deze verwijderen we dan de eerste dag na de operatie. Na 3 tot 5 dagen verwijderen we de blaaskatheter.
U hoeft niet in het ziekenhuis te blijven totdat u geplast heeft. Wel is het belangrijk om in de gaten te houden dat u binnen 6 uur na de operatie plast. Wanneer dit niet lukt kan het zijn dat de blaas te vol raakt waardoor u last kunt krijgen of schade aan de blaas over kunt houden.
om de blaas volledig te legen kunt u een aantal keren het bekken kantelen (onderrug hol en bol maken), ga daarna weer rechtop zitten en ontspan zoveel mogelijk; knijp tot slot de bekkenbodemspier aan en trek in; veeg niet te veel met toiletpapier. Spoel liever na met wat water en dep daarna droog.
Als u spontaan geplast heeft en er minder dan 250 ml urine in de blaas is achtergebleven. Drink voldoende om de kans op een blaasontsteking zo klein mogelijk te houden (ongeveer 2 liter per dag) en ga regelmatig naar de wc om te plassen. Dit betekent elke 3 uur.
Bij chronische urineretentie loopt de blaas langzaam vol, en heb je vaak moeite om de blaas leeg te plassen. Je plast dan vaak kleine hoeveelheden, maar de pijn is eerder beperkt. De blaas kan zo vol geraken dat ze overloopt. Dan verlies je urine zonder dat de blaas geledigd wordt (overloopincontinentie).
Afhankelijk van de vloeistoftoevoer produceert een gezond persoon in 24 uur ongeveer 1000 tot 1500 ml urine, die 2-6 maal per dag wordt uitgescheiden. Daarbij is de urineproductie niet op ieder moment van de dag even groot. De meeste urine produceert de mens om zes uur in de ochtend.
Problemen met plassen komen meestal door meer dingen tegelijk. Ze kunnen bijvoorbeeld komen door problemen in de blaas, de prostaat of de spieren tussen uw anus en penis: De spieren van uw blaas werken minder goed. De spieren tussen uw penis en anus worden slapper.
Bij het zittend plassen ontspannen de bekkenbodemspieren zich beter dan wanneer men blijft staan en duurt het urineren over het algemeen langer. Hierdoor kan de blaas zich beter legen.
Het niet meer kunnen ophouden van uw plas als u aandrang voelt. Heel vaak moeten plassen (meer dan acht keer per dag en meer dan één keer per nacht). Vaak een sterke aandrang voelen om te plassen. De overactieve blaas komt bij 10 procent van de volwassenen voor.
We raden u aan om zittend te plassen, omdat het dan makkelijker is om u te ontspannen. Zorg er als u gaat plassen voor dat u goed rechtop zit. De plasbuis bevindt zich dan in verticale positie, waardoor u uw blaas volledig kunt legen.
Eerste symptomen prostaat
Meestal merken mannen eerst dat ze steeds vaker moeten plassen. Dat is vanaf circa 50 jaar. Soms gaan ze in de loop van de tijd steeds slechter plassen. Een vergrote prostaat is de meest voorkomende oorzaak.
Blaastraining helpt u om de tijd tussen twee toiletbezoeken te verlengen, de blaasinhoud te vergroten en het gevoel van aandrang te controleren wanneer uw blaas onnodig samentrekt. Ook kan blaastraining helpen bij mensen die juist de plas te lang ophouden waardoor ze grote hoeveelheden (>500ml) plassen.
Normaal gesproken is je urine helder en licht- of felgeel van kleur, maar door een onderliggende aandoening, veranderingen in je eetpatroon of medicijngebruik kan de kleur veranderen.
Gemiddeld plast u ongeveer vier tot zeven keer per dag, afhankelijk van hoeveel u drinkt. U wordt zich daarbij bewust van een volle blaas, maar u dient ook nog genoeg tijd te hebben om een toilet te bereiken.
Staand plassen voor mannen
Strek de romp goed op, waardoor de onderrug hol wordt en het bekken naar voren kantelt. De blaas kan zo goed leeglopen. Ontspan uw bekkenbodem en neem de tijd. Laat de plas zelf op gang komen en pers niet.
Elke dag produceren de nieren 180 liter voorurine, waar maar 1,5 liter urine van overblijft. Dit komt vooral omdat 99 procent van het water in de voorurine geresorbeerd wordt. Van een glas water dat je nu drinkt, zal de helft over iets meer dan een week je lichaam verlaten hebben.
Als u 's nachts een keer opstaat om te plassen, is dat eigenlijk vrij normaal. Hoewel 's nachts de urineproductie terugvalt tot 25 %, moet meer dan de helft van de mensen ouder dan vijftig minstens eenmaal per nacht naar het toilet. Naarmate we ouder worden, moeten we 's nachts vaker plassen.
Er kan natuurlijk meer aan de hand zijn – regelmatig moeten plassen zou ook veroorzaakt kunnen worden door bijvoorbeeld een blaasontsteking, nierstenen of zelfs diabetes. Als je opeens veel vaker naar de wc moet of een sterkere aandrang voelt om te gaan, kun je dit het beste even met je huisarts bespreken.
Wat is een TURP? Via de plasbuis kijkt de uroloog met behulp van een smalle buis (resectoscoop ) naar de prostaat. Via die kijkbuis schraapt de uroloog met een rond lisje een deel van de vergrootte prostaat af. Tijdens deze operatie gaat u onder narcose of u krijgt een ruggenprik.
Die kans is gelukkig erg klein. Doordat alleen het overtollige weefsel wordt verwijderd en de wand van de prostaat achterblijft, zal de prostaat weer aangroeien. Dat is overigens geen reden tot ongerustheid: de prostaat zal doorgaans nooit meer zo groot worden als vóór de ingreep.