Persuasieve teksten (een advertentietekst, een verkoopbrief): als een schrijver voor deze tekstsoort kiest, wil hij je juist wel ergens van overtuigen. De schrijver neemt een duidelijk standpunt in en wil jou overhalen die mening te gaan delen.
Overtuigende teksten (persuasief)
Je moet de lezer informeren, draagt argumenten aan en geeft je mening. Maar nu probeer je hem er ook nog eens van te overtuigen dat jij gelijk hebt. Jij haalt hem over iets te doen of juist te laten met zijn nieuwe kennis. Alles draait er nu om dat je lezer actie onderneemt.
Opiniëren
Opiniërende teksten zijn bedoeld om de lezer een mening te laten vormen en aan het denken te zetten. De schrijver geeft zelf niet heel duidelijk zijn persoonlijke mening, maar laat wel merken dat er over het onderwerp nagedacht moet worden. Hij wil niet overtuigen, maar een discussie starten / oplaaien.
Als je een tekst gaat schrijven, doe je dat vaak met een doel. Er worden vaak vier tekstdoelen onderscheiden: amuseren, informeren, overtuigen en overhalen/activeren.
Wat zijn tekstdoelen? Tekstdoelen geven aan wat jij als schrijver wilt bereiken met jouw tekst. De 7 tekstdoelen zijn: informeren, instrueren, adviseren, overtuigen, activeren, emotioneren en inspireren. Een tekst heeft minimaal één tekstdoel.
Opiniëren: Je wil de lezer aan het denken zetten, hem een eigen mening laten vormen, ook door te laten merken hoe jij er zelf over denkt. Overtuigen: Je wil dat de lezer jouw mening overneemt. Activeren: De lezer moet iets gaan doen.
Een narratieve tekst wil feiten en gebeurtenissen vertellen om je mee te nemen in een verhaal; een voorbeeld is een reisverhaal.
Persuasive Technology (PT) is erop gericht om de houding, het gedrag of de opvattingen van de gebruiker te veranderen. Dit gebeurt door middel van feedback op wat de gebruiker doet (of niet doet) en door hem 'advies' te geven over het gewenste gedragspatroon.
Een narratieve tekst vertelt een verhaal of drukt gevoelens en emoties uit; de zender wil de ontvanger ontspannen, raken of ontroeren. Bij dit soort tekst is het tekstdoel: entertainen, ontroeren, raken, ontspannen. Voorbeelden een (muur)gedicht, een griezelverhaal, een lied, een raptekst, een roman ...
Een betoog is een overtuigende of activerende tekst. Het heeft niet als doel om de lezer een eigen mening te laten vormen, zoals bij een beschouwing, maar om de lezer de mening van de schrijver te laten overnemen.
Een tekst heeft bepaalde kenmerken: een inhoud (thema), een vorm (taalgebruik en structuur) en een bedoeling (doel).
Opiniëren De schrijver wil de lezer aan het denken zetten, hem een eigen mening laten vormen, ook door te laten merken hoe hij er zelf over denkt. Overtuigen: De schrijver wil dat de lezer zíjn mening overneemt.
Een tekst met als schrijfdoel overtuigen noem je een betoog. De schrijver wil dat de lezers zijn mening (standpunt) overnemen.
- overtuigen: de lezer overhalen tot een mening; - amuseren: de lezer een bepaalde emotie laten beleven; - instrueren: de lezer aansporen tot het verrichten van een bepaalde handeling. Tekstsoorten; bepalen doel, publiek en tekstsoort; leesdoel bepalen; spreekdoelen; luisterdoelen.
Met een overtuigende of betogende tekst wil de schrijver de mening van de lezer met argumenten beïnvloeden. Voorbeelden kunnen zijn: een commentaar of column in een krant of tijdschrift, een toespraak in de Tweede Kamer, een post op sociale media, een recensie over een boek, film of game of een ingezonden brief.
Het schrijf- of spreekdoel is wat iemand ermee wil bereiken: samen heet dit het tekstdoel. Soorten tekstdoelen: Informeren: gegevens verstrekken. Uiteenzetten: uitleggen hoe iets in elkaar zit. Overtuigen: betogen, een pleidooi houden.
Artikelen waarin een persoonlijk verhaal centraal staat, zijn vaak gebaseerd op een interview (zie Journalistiek interviewen). Zo'n artikel wordt wel interviewartikel genoemd.
In Nieuw Nederlands (2008) worden de volgende zes leesstrategieën aan- geboden: oriënterend lezen, globaal lezen, intensief lezen, kritisch lezen, studerend lezen en zoekend lezen.