Onroerendezaakbelasting (OZB) betaalt u als u eigenaar bent van een woning of eigenaar/gebruiker van een bedrijfspand. Het bedrag aan OZB is een percentage van de WOZ-waarde. Met de opbrengst van de onroerendezaakbelasting betaalt uw gemeente allerlei voorzieningen.
De OZB is een percentage van de WOZ-waarde van uw (vakantie)woning. De gemeente stelt de hoogte van de OZB zelf jaarlijks vast. Daarom verschilt het per gemeente.
Laten we voor een OZB-berekening zoals de gemeente dat doet, uitgaan van het percentage 0,042% (zoals in 2022 in de hoofdstad werd gehanteerd). Stel, de WOZ-waarde van jouw huis is 350.000 euro, dan neem je daar 1% van (is zo bepaald door de gemeenten). Dat is 3.500 euro. Die 3.500 euro gaat maal 0,042.
De onroerende-zaakbelasting (OZB) wordt geheven over onroerende zaken die binnen de gemeente liggen. Met 'onroerende zaak' bedoelen we alle gebouwde en ongebouwde eigendommen, zoals woningen, winkels, bedrijfspanden, fabrieken, bouwterreinen en garages. De OZB is een algemene belasting.
Waarom heffen gemeenten onroerendezaakbelastingen (OZB)?
Gemeenten heffen al sinds lange tijd belastingen op onroerende zaken. Dit wordt gedaan om een deel van de taken van gemeenten te betalen. De OZB is de grootste 'eigen' inkomstenbron van gemeenten. Iedere gemeente in Nederland heft OZB.
Gebruikt u een onroerende zaak zowel privé als voor uw onderneming? Dan mag u kiezen hoe u de onroerende zaak voor de btw aanmerkt. Het recht op aftrek van voor belasting bij onroerende zaken is namelijk afhankelijk van de bestemming die aan de zaak wordt gegeven en van hoe de zaak daadwerkelijk wordt gebruikt.
Onroerendezaakbelasting (ozb) betalen
Maar wie moet er betalen, de eigenaar of gebruiker? Dat is degene die het pand op 1 januari van het jaar bezit of gebruikt. Hoeveel ozb u moet betalen is afhankelijk van de WOZ-waarde van het pand. De gemeente stelt op basis van deze waarde een ozb-percentage vast.
Als huiseigenaar moet u elk jaar Onroerendezaakbelasting (OZB) betalen aan uw gemeente. Hoeveel OZB u moet betalen hangt af van de WOZ-waarde van uw woning. Ook het OZB-tarief dat de gemeente hanteert heeft invloed op uw Onroerendezaakbelasting.
Wie op 1 januari van het jaar eigenaar of gebruiker is van het bedrijfspand, betaalt de ozb voor het hele jaar. Als u de ozb niet kunt betalen, dan kunt u in de meeste gemeenten een betalingsregeling afspreken of vragen of u de ozb niet hoeft te betalen (kwijtschelding).
Het is gebruikelijk dat de notaris bij transport van een woning de eigenaren OZB verrekent tussen de nieuwe en oude eigenaar. De nieuwe eigenaar betaalt dan de OZB voor het deel van het jaar dat hij eigenaar is van de woning.
Jaarlijks ontvangt iedereen die in Nederland een onroerende zaak bezit een WOZ beschikking. Op deze WOZ beschikking staat de nieuwe vastgestelde waarde van uw object en het door u te betalen bedrag aan onroerendezaakbelasting (OZB). Het te betalen bedrag aan OZB is een percentage van de vastgestelde WOZ waarde.
Onroerende zaakbelasting (OZB) bij erfpacht
Hebt u een recreatiewoning die staat op erfpachtgrond? Dan moet u alsnog onroerende zaakbelasting (OZB) betalen over zowel de woning als de grond. Voor de hoogte van de belastingheffing wordt gekeken naar de mate waarin u de woning verhuurt.
Gebruiksbelasting (voor huurder): Afval- of verontreinigingsheffing en ingezetenenomslag. Eigenaren belasting (voor verhuurder) : OZB en rioolbelasting Eventueel kan dat bij de gemeente nog gecontroleerd worden.
Landelijk gemiddelde
WOZ staat voor Wet waardering onroerende zaken. Op basis van de WOZ-waarde bepalen gemeenten de lokale belastingen zoals onroerendezaakbelasting (ozb). De stijging van de WOZ-waarde liegt er niet om.
Een hoge WOZ-waarde kan dus zorgen voor een lagere risicoklasse en daarmee een lagere renteopslag en dus uiteindelijk een lagere hypotheekrente. Een hogere WOZ-waarde kan dan ook voordelig uitpakken als u een lening wil afsluiten of al heeft.
Lagere WOZ, minder betalen
Naar schatting levert een verlaging van €30.000 van de WOZ-waarde de volgende besparingen op: Onroerendezaakbelasting (OZB): tussen de €14 en €80 minder OZB per jaar, afhankelijk van de gemeente. Watersysteemheffing: tussen de €5 en €20 minder heffing, afhankelijk van het waterschap.
Bent u op 1 januari gebruiker of huurder van een onroerende zaak die geen woning is, dan betaalt u het gebruikersdeel onroerendezaakbelasting. Het is dus mogelijk dat u twee aanslagen onroerendezaakbelasting betaalt, namelijk als eigenaar en als gebruiker van een niet-woning.
Koopt u een bedrijfspand? Of neemt u een onderneming over? Dan betaalt u over de waarde van het pand 10,4% overdrachtsbelasting. Dat geldt ook als u aandelen koopt in een nv of bv waarvan de bezittingen voor het grootste deel uit onroerende zaken bestaan.
Voorstel: tarief 1e schijf inkomstenbelasting omlaag
Het tarief van de 1e schijf inkomstenbelasting wordt in 2023 verlaagd van 37,07% naar 36,93%. In de 1e schijf valt een inkomen tot € 73.071.
Volledig bezit. Hypotheekvrij betekent ook dat een huis volledig van jou is. Als een hypotheek nog loopt, is de woning in principe het onderpand voor de lening. Als deze volledig is afgelost, kun je de woning voor 100 procent optellen bij jouw eigen vermogen.
Vermogen is de waarde van uw bezittingen min uw schulden. Wat u wel en niet als vermogen moet meetellen, is hetzelfde als bij uw belastingaangifte. Spaargeld, aandelen en een vakantiehuis in Nederland of het buitenland tellen bijvoorbeeld mee. Maar het huis waarin u woont en uw auto tellen níét mee als vermogen.
Naast huur mogen er ook andere (service)kosten in rekening worden gebracht. Denk aan de kosten voor gas, water en elektriciteit, meubilering, stoffering, en aan kosten voor gemeentelijke heffingen (bijvoorbeeld de afvalstoffenheffing).
Als huurder heb je te maken met 4 verschillende soorten gemeentelijke belastingen. Deze belastingen zijn: de afvalstoffenheffing, waterschapsbelasting, rioolheffing (niet in elke gemeente) en zuiveringsheffing.
Gemeenschappelijke kosten zijn kosten voor de gemeenschappelijke ruimtes in een appartementsgebouw. Denk maar aan de onderhoudskosten aan het gebouw (de lift en het water-, gas- en brandstofverbruik), de kosten van de syndicus of het loon van de poetsdienst voor de gemeenschappelijke delen.
Vanaf 2039 is de Wet Hillen helemaal van tafel en betaal je dus ook weer mee wanneer je je huis (bijna) helemaal hebt afgelost. Het voordeel dat je ooit had, gaat van tafel. Dit betekent dat iedereen 0,6% over de WOZ-waarde van het koophuis op moet tellen bij het belastbaar inkomen.