2 staat voor: elke 2 uur uw glucose meten en zo nodig bijspuiten met kortwerkende insuline. 4 staat voor: bij glucosewaarden tussen 15 – 20: 4 eh snelwerkende insuline bijspuiten. 6 staat voor: bij glucosewaarden boven 20: 6 eh snelwerkende insuline bijspuiten.
Bij nuchter prikken wijst een suikerwaarde onder 6,1 mmol/l op geen diabetes, een suikerwaarde tussen 6,1 en 6,9 mmol/l op beginnende diabetes, en een suikerwaarde boven 6,9 mmol/l op diabetes in een later stadium.
Een 4-punts curve houdt in dat u meet op de volgende momenten: NUCHTER, VOOR de lunch, VOOR het avondeten en VOOR het slapen gaan. Een 7-punts curve houdt in dat u NUCHTER en VOOR én (1,5-2uur) NA elke maaltijd eet. U meet ook nog eens VOOR het slapen gaan.
Om een te hoge bloedglucosewaarde te behandelen, kunt u een standaard aanpassingsschema van insuline (bijspuitschema) gebruiken. Dit schema wordt ook wel de 2-4-6 regel genoemd.
Bij een normale bloedsuiker bevinden de waarden zich tussen 4 en 8 mmol/l in een niet-nuchtere toestand (dit betekent dat je gegeten en/of gedronken hebt) (bron: Diabetesfonds). Bij mensen met diabetes is een bloedsuikerwaarde tussen de 4 en 8 mmol/l ook het beste.
Komt uw bloedsuiker op nuchtere maag boven 6,9 mmol/l en op niet nuchtere maag boven 11 mmol/l, dan hebt u te hoge bloedsuiker en is er sprake van diabetes. Daarbij is het noodzakelijk dat u medicatie krijgt. Die medicatie komt in de vorm van insuline.
Bloedsuikerspiegel onder de 6,1 mmol/L ® geen diabetes. Bloedsuikerspiegel tussen de 6,1 en 6,9 mmol/L ® hoog suikergehalte, prediabetes. Bloedsuikerspiegel boven de 6,9 mmol/L ® bloedsuiker te hoog, diabetes.
aspart/novorapid) volgens de 2-4-6 regel, totdat je een glucosewaarde onder de 15 hebt. 2 staat voor: elke 2 uur uw glucose meten en zo nodig bijspuiten met kortwerkende insuline. 4 staat voor: bij glucosewaarden tussen 15 – 20: 4 eh snelwerkende insuline bijspuiten.
U gebruikt 80 eenheden insuline per dag (basale insuline + bolussen). Dan is uw KH-ratio 500:80= 6.25 Dit betekent dat u met 1 eenheid insuline 6.25 gr koolhydraten kan verwerken. Of dat u per 6.25 gr koolhydraten 1 eenheid insuline nodig heeft. Deze methode kan u toepassen als u een goede diabetesregeling heeft.
De absorptie door het lichaam gaat beter als de insuline wordt toegediend in een kleine dosis. Ook werkt het dan efficiënter en beter voorspelbaar. Daarom is het advies doseringen boven de 40 tot 50 eenheden per keer, in twee injecties, direct achter elkaar op verschillende plekken te spuiten.
De frequentie van zelfcontrole wordt daarom als onderdeel van het behandelplan door door de zorgprofessional, in overleg met de patiënt, vastgesteld. Het advies is om te controleren voor iedere maaltijd en voor het slapen. Soms ook zowel voor, als 1,5 tot 2 uur na de maaltijd.
Een goede bloedsuiker voor 's ochtends als u nog niet gegeten of gedronken heeft is: tussen 4,5 en 8. Dit heet de nuchtere bloedsuiker. Na het eten gaat uw bloedsuiker omhoog. Een goede bloedsuiker voor 2 uur na het eten is: lager dan 9.
Wanneer meet u uw bloedglucosewaarde? Meestal krijgt u de vraag om op bepaalde dagen vier keer per dag uw bloedglucosewaarde te meten. Anders gezegd: een vier-punts dagcurve te maken. Soms wordt u gevraagd om nog meer metingen per dag te doen, bijvoorbeeld voor een zeven-punts dagcurve.
Koffie verlaagt het risico op diabetes type 2. Maar als je diabetes hebt kan koffie met cafeïne de bloedsuiker verhogen.
Bij bloedsuikerglucose tussen 15 en 20 mmol en geen bijspuitschema; veel water later drinken en bloedsuikercontrole na 1 uur. Indien dan nog >20 mmol overleg met arts.
Het nodige aantal eenheden insuline varieert van persoon tot persoon (8 tot 200 eenheden). Meestal begin je met het inspuiten van 10 eenheden insuline 's avonds. In samenspraak met je arts kun je dan zelf de dosis verhogen, bijvoorbeeld om de drie dagen.
Het maximale effect ligt ongeveer 1-3 uur na de injectie. Over het algemeen werkt deze insuline 3 à 5 uur. De ultra kortwerkende insuline spuit u als maaltijd insuline direct vóór het eten, tijdens of direct na het eten.
Wanneer uw verhoogde nuchtere bloedglucosewaarde inderdaad een reactie is op een hypoglykemie in de nacht, dient u de dosis (middel)langwerkende insuline juist te verlagen (volgens onderstaand schema). * De glucosewaarden in de loop van de avond kunnen ook invloed hebben op verloop van de curve in de nacht.
Welke leefregels zijn er voor een hyper? Het is goed om veel water te drinken. Zo voorkomt u uitdroging. Spuit extra insuline volgens het advies van uw arts of diabetesverpleegkundige.
Hoeveel we slapen, en hoe goed of slecht, heeft een grote invloed op de suikerstofwisseling. Eén nacht te weinig slapen heeft al gevolgen voor de bloedsuiker, zo blijkt uit dit onderzoek. Na een nachtrust van vier uur daalt de gevoeligheid voor insuline met bijna een kwart.
Wat moet u doen? Met voeding kunt u een hyper niet verhelpen. Bij een hyper is het nodig om extra insuline te spuiten. Uw arts of verpleegkundige kan u adviezen geven wanneer en hoeveel u moet bijspuiten.
Verschillende manieren om de bloedsuikerspiegel te verlagen
Gehydrateerd blijven door veel water te drinken. Veel sporten. Vaker kleine porties eten. Geen maaltijden overslaan.
Veel water drinken is een van de beste manieren om je bloedsuikerspiegel in toom te houden. Water helpt om het teveel aan suiker uit je lichaam te spoelen en kan ook helpen om de stofwisseling van je lichaam te reguleren. Streef ernaar minstens 8-10 glazen water per dag te drinken om goed gehydrateerd te blijven.