Volgens het scheppingsverhaal in Genesis werden ze samen met de waterdieren op de vierde dag geschapen: 'En God zei: Het water moet wemelen van dieren en boven het land moeten de vogels vliegen langs het hemelgewelf' (Gen. 1:20). b.De bijbel getuigt van een rijkdom aan vogelsoorten (Lev. 11:13-19; Jes.
Monniksgier. Volgens de NBV-vertaling van Leviticus 11:13 en Deuteronomium 14:12 mogen de Israëlieten geen zwarte gier eten. Maar deze vogel is Noord-Amerikaans en zul je dus niet in bijbelse streken tegenkomen. Het ligt veel meer voor de hand dat het om de monniksgier gaat, die wél voorkomt in het bijbelse gebied.
Vogels. Nu volgen de vogels die jullie absoluut niet mogen eten: de rode wouw, de struisvogel, de visarend, de ooievaar en de hop, alle soorten gieren, buizerds, kraaien, valken, uilen en reigers. En je mag ook geen vleermuizen eten. Al die dieren zijn erg onrein.
De meest in de Bijbel voorkomende dieren zijn geen huisdieren, maar zogenaamde landbouwhuisdieren. In de Bijbel komen vaak het schaap, het paard, de geit, de ezel, de vis, het lam, de kameel en de duif voor. Wilde dieren komen ook vaak voor in de Bijbel: de leeuw en de slang zijn de meest genoemde.
Elke bedreiging vanuit de natuur wordt in de Oudheid verbonden met God, die alles bestuurt. Hij kan als straf zwermen vliegen zenden en Hij kan die ook weer doen verdwijnen (Ex. 8:12-15[16-19],16-28[20-32]).
Maar als Jezus merkt dat iemand weet heeft van zijn bedoelingen, zegt Hij bemoedigend: 'Jouw ogen zijn zalig omdat zij zien' (Mat. 13:16). De wijze heeft ogen in zijn hoofd, maar de dwaas wandelt in de donkerte (Pred. 2:14).
Vloek en verbond
Na alle bepalingen die de omgang tussen God en zijn volk vorm moeten geven, volgen reeksen zegen- en vloekspreuken. Vooral de vloek-spreuken die het volk de noodzaak van gehoorzaamheid aan God en trouw aan het verbond willen inprenten, nemen dan veel plaats in (Lev. 26; Deut. 28).
Jezus wordt later vaak vergeleken met een schaapsherder, die zijn kudde leidt. De schapen symboliseren 'het volk Gods' en Jezus is de 'Herder' die over zijn volk Gods zal hoeden.
De profeet Jesaja zegt in zijn beschrijving van de hemel: 'Wolf en lam zullen samen weiden, een leeuw en een rund eten beide stro en een slang zal zich voeden met stof. Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg – zegt de HEER' (Jesaja 65).
De kerkvader Irenaeus van Lyon (+202) interpreteerde de tetramorf als een symbool van de majesteit van Christus, waarbij de menselijke figuur de Incarnatie beduidt, het rund Jezus' priesterschap, de leeuw diens macht en de arend de goddelijke genade.
Het christendom legt zijn gelovigen enkele 'musts' op, zoals: vasten voor Pasen, eten delen met anderen en op vrijdag geen vlees eten. Daarom is vrijdag ook voor velen 'visdag'. Wat christenen volgens hun geloof absoluut moeten vermijden, is zoetigheden en grote maaltijden tijdens de vastenperiode.
De Bijbel wijst alcoholgebruik niet af, maar alcoholmisbruik wel. Wijn komt veelvuldig voor, zowel positief als negatief. Het meest gebruikte argument voor christenen om te drinken is het feit dat de Here Jezus water in wijn veranderde (Johannes 2). In Prediker 9 staat dat je wijn met een vrolijk hart moet drinken.
De duivel werd afgebeeld met een bokkenpoot. De reden hiervoor zou kunnen zijn de onrust van de geit of de slechte geur van de bokken of de grote geslachtsdrift.
De duif is het symbool van de aanwezigheid van de Geest. God komt naar Jezus toe en laat hem voelen dat zijn liefde voor hem heel groot is. Alsof God zijn hand legt op de schouder van Jezus.
In de Bijbel wordt niet over dino's gesproken, maar volgens het instituut komt in het bijbelboek Job wel de 'Behemoth' voor - een dier waarvan de beschrijving doet denken aan een dino met een lange nek doet denken, een sauropode.
De bijbel verhaalt nergens over bijenteelt; wel lezen we over het verwerven van honing in de wilde natuur (Spr. 25:16). Uit de latere joodse literatuur mogen we opmaken dat het houden van bijen sinds oude tijden bestaat (Misjna, Baba Batra 5:3).
Onrein voedsel is bijvoorbeeld vlees waar nog bloed inzit, vlees dat afkomstig is van niet-herkauwende dieren met gespleten hoeven of dieren die een natuurlijke dood zijn gestorven. Varkens, hazen en konijnen zijn dus uitgesloten.
Jesaja (5,1-7) beschrijft het volk als een wijngaard, door God met zorg geplant en behoed. Maar bij de oogst vindt God er geen druiven van rechtvaardigheid, het volk brengt onrecht voort. Daarom laat God deze wijngaard vervallen: distels en onkruid schieten op.
De heilige dieren zijn onder te verdelen in twee groepen. Enerzijds waren er een aantal diersoorten die verering genoten voor hun associatie met de god, in het bijzonder katten (als heilige dieren van Bastet), honden (~ Anubis), ibissen en bavianen (~ Thoth), valken (~ Horus) en krokodillen (~ Sobek).
Zoals je inmiddels weet, staat de duif voor liefde, vrede en vertrouwen.
De octopus is oplossings- en doelgericht. Dit krachtdier motiveert je om meerdere dingen tegelijk succesvol te volbrengen, stress te verminderen, niet te veel op te vallen en bekwaam te worden in het omgaan met lastige situaties.
In het India is de aap een heilig dier net, als de koe. Daar is hij het symbool van kracht, trouw en opoffering. Ook in China werd de aap met veel eerbetoon omringd.
Volgens de traditionele theologie was Satan oorspronkelijk een van de machtigste aartsengel(en) van God. Hij werd echter jaloers op God, wilde zich aan Hem gelijkstellen, en werd God ongehoorzaam (keerde zich af van God). Dit luidde zijn val in. Hierbij wist hij een derde van Gods engelen aan zijn zijde te krijgen.
Mozes maakt van de spiegels der vrouwen een wasbekken. Aanvankelijk verachtte Mozes deze spiegels, omdat zij dienden voor de ijdelheid van de vrouwen. Maar dan grijpt God in en gebiedt hem de spiegels te gebruiken, omdat zij God zeer dierbaar zijn.
In de bijbel heeft God maar één naam: JHWH. Dat spreek je uit als 'Jaweh'. Het betekent: 'Ik zal er zijn' of 'Ik zal er zijn voor jou'. Maar in de bijbel wordt God ook wel 'Vader', 'Here', 'Almachtige' of 'Schepper' genoemd.