Bij deze markering is de maximumsnelheid doorgaans 60 km per uur. Maar dat moet wel door de borden zijn aangegeven. Staan die borden er niet, dan is het 80 km per uur. Omdat de middenstrepen ontbreken, ga je automatisch minder hard rijden, de weg lijkt immers (en is dat soms ook) minder breed.
geen middenstreep: 80 kilometer per uur, behalve als er langs de weg een bord staat met 60 kilometer per uur.
Aan de strepen kunt u zien hoe hard u normaal gesproken mag rijden. Maar soms past een lagere snelheid beter bij de situatie. Zoals bij het naderen van een kruising, in een bocht of bij wegwerkzaamheden. Dan is vaak een lagere snelheid verplicht (bijvoorbeeld 70 of 50 km per uur), terwijl de strepen niet veranderen.
Want eigenlijk heten deze strepen wegmarkeringen.
Verkeerstekens op het wegdek kunnen net als verkeersborden een gebod of verbod betreffen. Tevens kunnen verkeerstekens op het wegdek worden aangebracht ter geleiding van het verkeer, ter herinnering aan de geldende maximum snelheid of ter aanduiding van andere omstandigheden.
Om u te waarschuwen voor een gevaarlijk punt worden soms zigzag-strepen op het wegdek aangebracht. Nader het zebrapad met gepaste snelheid.
Verkeersborden langs of boven de weg geven de maximumsnelheid aan. Houd de borden in de gaten als je wilt weten hoe hard je ergens mag. Omdat de maximumsnelheid in de avond en nacht hoger is dan overdag, hebben veel borden een zogeheten tijdvenster. Dit tijdvenster geeft aan welke snelheid binnen welke uren geldt.
Als aan de kant van de rijbaan een gele doorgetrokken streep is aangebracht, dan mag u langs die zijde van de rijbaan niet stilstaan (of parkeren). Parkeer in de daarvoor aangegeven vakken. Even stilstaan voor in- en uitstappen mag dus ook niet.
EEN DUBBELE MIDDENSTREEP EN ONDERBROKEN ZIJSTREPEN
De markering betekent dat u maximaal 80 km/uur mag rijden tenzij verkeersborden een lagere snelheid aangeven. De dubbele onderbroken middenstreep geeft aan dat inhalen hier wel is toegestaan, maar dat u daarbij extra moet oppassen.
Er geldt geen minimumsnelheid voor wegverkeer. Als u te langzaam rijdt kunt u wel het overige verkeer hinderen of in gevaar brengen. U krijgt dan een boete.
Meetcorrectie
Om met 100% zekerheid te kunnen garanderen dat iemand te hard heeft gereden, trekt de politie van de gemeten snelheid een paar kilometer af. De meetcorrecties zijn: bij minder dan 100 km/u: 3 kilometer meetcorrectie. bij meer dan 100 km/u: 3 procent meetcorrectie.
Boete over doorgetrokken streep rijden
De boete voor het rijden over een doorgetrokken streep kost dan ook € 240,-. Dat hoge bedrag is goed te verklaren. Ga je over een doorgetrokken streep, dan kan dat behoorlijk misgaan. Denk bijvoorbeeld aan een aanrijding bij inhalen over een doorgetrokken streep.
De witte markeringen worden gebruikt om de strepen tussen de rijstroken goed aan te duiden. Deze markeringen werden in de jaren '50 en '60 ontwikkeld omdat geverfde strepen slecht zichtbaar werden bij regenval, en omdat het verven van markeringsstrepen een gevaarlijk werk was voor de wegwerkers.
Een minimumsnelheid is er niet. Voertuigen mogen alleen op autowegen als zij 50 kilometer per uur kunnen en mogen rijden. Voor autosnelwegen is dit 60 kilometer per uur.
Buiten de bebouwde kom is de maximumsnelheid 70 km/u. Er moet dus geen verkeersbord geplaatst worden om je aan deze limiet te doen herinneren.
Buiten de bebouwde kom mag je in Vlaanderen en Brussel maximaal 70 km/u, in Wallonië is dat 90 km/u. Op autosnelwegen en wegen met minimaal 2 rijstroken in elke richting gescheiden door een middenberm mag je maximaal 120 km/u.
In Nederland geldt overdag (van 06.00 tot 19.00 uur) op alle snelwegen een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur. Met uitzondering van de trajecten waar nu ook een aangepaste limiet van 80 kilometer per uur geldt.
Vliegtuigstrepen zijn kunstmatige wolken, veroorzaakt door de uitstoot van waterdamp door vliegverkeer. Vliegtuigstrepen ontstaan door uitlaatgassen van vliegtuigmotoren. Deze uitlaatgassen zorgen voor een toename van waterdamp en roetdeeltjes op de vliegroute.
In elke stad zijn er parkeerplaatsen met een wit kruis op de straat. Het zijn veelal invalideplaatsen. Maar ook staat er soms geen bord meer bij, omdat de plek geen invalidenplaats meer is. Ze kunnen dan het witte kruis niet meer weghalen, maar het is dan een gewone parkeerplaats geworden waar je mag parkeren.
De dubbele doorgetrokken streep betekent dat u hier niet mag inhalen. Van dichtbij ziet u dat de strepen niet volledig aaneengesloten zijn.
Een teken is een woord, gebaar, voorwerp of andersoortige betekenisdrager die verwijst naar een betekenis. De semiotiek, de wetenschap die tekens bestudeert, onderscheidt drie soorten tekens: de index, de icoon en het symbool.
Verkeersborden die betrekking hebben op verkeersregels, zijn over het algemeen blauwe borden. Deze borden geven namelijk weer in welke situatie u zich bevindt. Denk bijvoorbeeld aan een bord van een autosnelweg. Als u dit bord ziet, rijdt u dus op een autosnelweg.
Voorrangswegen
Wanneer je een voorrangskruising nadert, dan herken je deze aan een driehoek met een rode rand. Hierin staat een zwarte balk met een dwarsbalkje (bord B3, B4 en B5). Bestuurders op de kruisende weg zien een omgekeerde witte driehoek met een rode rand (bord B6).