naar iets of iemand anders wijzen of sturen
` Bron: WikiWoordenboek. naar iets of iemand anders wijzen of sturen.
Je hebt recht op een verwijzing naar een specialist als dat medisch noodzakelijk is. Jouw huisarts beoordeelt of die noodzaak er is. De huisarts zal een verwijzing weigeren als hij ervan overtuigd is dat deze voor jou niet zinvol is. Jouw huisarts moet dan duidelijk aan je uitleggen waarom hij geen verwijzing geeft.
Mijn huisarts blijft een verwijzing weigeren, wat nu? Je kunt zonder verwijzing naar een specialist gaan, maar moet dit consult dan in principe zelf betalen. Je kunt ook bemiddeling of toestemming van je zorgverzekeraar vragen om een specialist te bezoeken.
Het zelfstandig gebruikte betrekkelijk voornaamwoord welke kan worden gebruikt om te verwijzen naar woorden in het meervoud of naar de-woorden in het enkelvoud. Het kan dan altijd door het betrekkelijk voornaamwoord die worden vervangen.
Als je naar een woord wil verwijzen dan kijk je met wat voor soort woord je te maken hebt. Bij mannelijke en vrouwelijke woorden verwijs je met deze en die en bij onzijdige woorden verwijs je met dat en dit. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: deze kano of dat huis.
Verwijswoorden zijn woorden die (terug) verwijzen naar iets wat al eerder genoemd is, of vooruit wijzen naar een woord dat nog komen gaat. Het woord waar verwijswoorden naar verwijzen noem je een antecedent.
Dit kun je opzoeken in het woordenboek. Naar een mannelijk woord verwijs je met hij en zijn en naar een vrouwelijk met zij en haar. Soms zijn woorden mannelijk en vrouwelijk.
Tip 6: zo verwijs je naar non-binaire mensen
Ze zijn niet genderneutraal: de oorspronkelijke regels zijn dat je naar mannen verwijst met hij/zij en naar vrouwen met zij/haar. Om te verwijzen zodat iedereen zich aangesproken voelt, kun je beter die/diens gebruiken dan de standaardvormen hij/zijn of zij/haar.
Verschillende voorbeelden van verwijswoorden
Een aantal voorbeelden: Ik, jij, u, hij, zij, het, wij, jullie, zij, me, mij, jou, hem, haar, ons, hen, hun, mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons. deze, die, dit, dat, wie, wat. toen, daar, hier.
Waarom verwijzen naar bronnen? Bronvermeldingen / -verwijzingen zijn een essentieel onderdeel van wetenschappelijke publicaties en werkstukken. U geeft ermee aan dat de informatie die u gebruikt afkomstig is uit een andere bron. U doet dat op zo'n manier dat de lezer de bron kan vinden.
aanduiden, aangeven, aanwijzen, attenderen, duiden, tonen, uitduiden, verwijzen, waarschuwen. refereren (ww) : verwijzen.
Als je naar persoonlijke communicatie verwijst in je tekst, zet je de initialen en achternaam van je bron tussen haakjes, samen met de woorden “persoonlijke communicatie”, en de datum waarop je de informatie hebt verkregen. Als het relevant of belangrijk is voor de lezer, kun je het type communicatie specificeren.
Het betrekkelijk voornaamwoord dat wordt gebruikt om te verwijzen naar enkelvoudige het-woorden. In de spreektaal wordt, vooral in Nederland, ook wat gebruikt om te verwijzen naar enkelvoudige het-woorden, maar dat is niet voor iedereen aanvaardbaar.
Datgene waarnaar een betrekkelijk voornaamwoord verwijst, heet het antecedent. Dat kan één woord zijn, maar ook een hele zin. Het boek is het antecedent van dat in de zin 'Het boek dat ik schrijf, wordt prachtig. ' In een boom die vroeg bloeit is een boom het antecedent van die.
Tegenwoordig geven we een richting aan met 'naar'. Naar huis, naar bed, naar dromenland. En 'naar' betekent ook 'volgens' of 'zoals': 'naar mijn mening' en 'naar aanleiding van'. 'Na' is het tegenovergestelde van 'voor': 'voor de koffie'/'na de koffie'.
Om te verwijzen naar een artikel uit een gedrukt tijdschrift, noem je de naam van de auteur, de publicatiedatum, de titel van het artikel, de titel van het tijdschrift, het volume- en uitgavenummer (indien beschikbaar), en het paginabereik van het artikel in je APA-bronvermelding.
1) Aanschouwelijk 2) Betreffende het zien 3) Betrekking hebbend op gezichtswaarneming 4) Betrekking hebbend op het zien 5) Het gezicht betreffende 6) Het gezichtsvermogen... betreft het zien.
De bronverwijzing kan zowel aan het begin, in het midden als aan het einde van een regel of alinea staan. De schrijver van de tekst mag zelf bepalen waar de verwijzing komt te staan, als voor de lezer maar duidelijk welke gedeelte van de tekst gebaseerd is op een andere bron.
Klik op het tabblad Verwijzingen in de groep Bronvermeldingen & Bibliografie op de pijl naast Stijl en klik op de stijl die u wilt gebruiken voor de bronvermelding en bronvermelding. In documenten die betrekking hebben op sociale wetenschappen wordt meestal de stijl MLA of APA voor bronvermeldingen en bronnen gebruikt.
Als je wilt verwijzen naar Kamervragen of antwoorden op Kamervragen, verwijs je naar 'Aanhangsel Handelingen I (of II)', gevolgd door het zittingsjaar, de afkorting 'nr. ', en het nummer. Voorbeeld: Verwijzing naar antwoorden op Kamervragen Aanhangsel Handelingen I 2020/21, nr.
Zelfstandig naamwoorden met het lidwoord 'het' zijn altijd onzijdig. Hiernaar verwijs je met 'het' en 'zijn'. De-woorden zijn daarentegen mannelijk of vrouwelijk. Hiernaar verwijs je respectievelijk met 'hij' en 'hem' en met 'zij' en 'haar'.
Verwijswoorden zijn handig, want ze voorkomen dat je steeds dezelfde woorden moet gebruiken. Verbindingswoorden geven aan hoe onderdelen van een tekst met elkaar samenhangen. Signaalwoorden geven de lezer een signaal of aanwijzing voor de manier waarop de informatie gekoppeld moet worden aan het voorgaande.