Bewegingen in de omgeving worden het beste waargenomen wanneer de kop niet beweegt. Daar heeft een duif iets slims op bedacht: ze bewegen hun kop alvast vooruit, laten hem daar hangen en nemen vervolgens een stap. De duif schuift zijn lijf als het ware onder zijn kop door. Daardoor lijkt het alsof de kop terug beweegt.
Om te zorgen dat de ogen zo lang mogelijk stilstaan ten opzichte van de omgeving, houdt de duif bij elke stap de kop nog even op dezelfde plek, terwijl zijn lijf al voortbeweegt. De duif schuift dus eigenlijk zijn lijf onder zijn kop door.
Bel de gemeente of Dierenambulance
In natuurgebieden kunt u de boswachter of eigenaar inlichten. Bel de gemeente of de Dierenambulance op 0900 0245 als u een zieke of gewonde vogel vindt. Zij vertellen u wat u het beste kunt doen.
Duiven zijn levende dieren die angst en pijn voelen en langdurig aan de vleugels opgehangen worden, is pijnlijk en stresserend. Op de beelden is bovendien zelfs te zien hoe de hond op een gegeven moment bijna de duif bijt.
Duiven kunnen bacteriën, virussen of schimmels bij zich dragen. Je kunt hiermee besmet raken als je véél in aanraking komt met duiven. Adem je ziekteverwekkers in? Dan kun je bijvoorbeeld de papegaaienziekte krijgen.
De duiven mogen niet worden gevoerd, omdat ze hun voedsel – zoals zaden en scheuten van planten – in de natuur vinden. Van verkeerd voedsel, zoals brood, patat en rijst, kunnen de duiven ziek worden. Bovendien: als duiven teveel eten krijgen, hoeven ze minder tijd aan foerageren te besteden.
Opgedroogde uitwerpselen, veren en huidschilfers van duiven kunnen in de lucht terechtkomen. Als ze worden ingeademd, kunnen deze deeltjes een allergie (overgevoeligheid) veroorzaken. Dat kan leiden tot ziekten zoals astma en een duivenmelkerlong.
Duiven die in de stad wonen, lijken mensen te kunnen herkennen. De vogels maken onderscheid tussen mensen die hen voeren en mensen die hen wegjagen.
Duiven houden is niet moeilijk, maar het zijn sociale dieren die in de natuur in koppel leven. Hou daarom altijd twee of meer duiven samen.
De stadsduif is geslachtsrijp vanaf ongeveer 5 maanden uit. Gemiddeld worden ze 7 jaar oud, met een vermoedelijke maximale leeftijd van 20 jaar. Een duivenpaar blijft bij elkaar 'tot de dood hen scheidt'.
De vogel heeft de meeste overlevingskans als hij direct naar de dichtstbijzijnde vogelopvang wordt gebracht. Daar krijgt hij de deskundige hulp die hij nodig heeft. Breng de vogel naar ons vogelasiel (zie Contact) of bel de dierenambulance. Probeer niet zelf voor de vogel te zorgen.
De natuurlijke vijanden van duiven zijn slechtvalken, haviken, sperwers en katten.
Zet de jonge vogel in een klein doosje, leg onder in het doosje tissuepapier en leg een handdoek over de bovenkant. Laat de vogel zoveel mogelijk met rust en kijk niet steeds onder de doek hoe het met hem gaat. Stress is dodelijk. Geef de jonge vogel geen vocht of voedsel.
De duif zou vrede brengen en staat symbool voor vertrouwen, vriendschap en liefde.
Net als apen (en mensen) kunnen ze 'abstract denken'. Dat blijkt uit een onderzoek in Nieuw-Zeeland, waarover Nu.nl bericht. Wetenschappers trainden duiven in het rangschikken van plaatjes met één tot drie figuurtjes zoals cirkels en rechthoeken. Daarna moesten ze een test doen met één tot negen figuurtjes.
Neem contact op met de eigenaar en maak afspraken over het ophalen van de duif. Zet de duif vervolgens in een doosje of hokje, zodat de eigenaar de gelegenheid heeft om de duif op te halen of op te laten halen. U kunt de duif ook een eind van huis (op zijn minst 10 km) los laten.
De duif is een geharde vogel, die goed tegen de warmte en de kou kan. Echter een duif kan slecht tegen tocht en vocht! Dus de huisvesting moet zodanig zijn dat de duiven beschutting kunnen zoeken tegen het bovengenoemde. Droog, tochtvrij en voorzien van veel frisse lucht, al naar gelang de ruimte die beschikbaar is.
Na zes dagen kunnen de jonkies kijken en dan krijgen ze van de ouders ander voer. Na drie weken zijn de vogeltjes zelfstandig en een week later kunnen ze vliegen. Dan zijn ze al bijna net zo groot als een volwassen duif. Op het moment dat ze uitvliegen zie je dus bijna geen verschil tussen een jonkie en een oudje.
De gemiddelde duif heeft een slecht ontwikkeld nachtzicht. Ze heeft wel een uitzonderlijk goed ontwikkeld kleurenzicht. En dat dankt ze vooral aan een grote variatie aan kegeltjes.
Dat duiven één van de meest intelligente dieren zijn, dat weten we al een tijdje. Duiven kunnen honderden beelden opslaan en herkennen deze beelden na jaren nog steeds. Ook zijn zij zich bewust van hun eigen spiegelbeeld. Daarnaast durft een duif regelmatig een gokje te wagen.
Ze moeten niet alleen weten welke kant hun til op is: richtingsgevoel, maar ook waar ze zijn: plaatsgevoel, of map sense, zoals Gould het noemt. Het leuke, en mysterieuze, is dat duiven dat doen met iets waar mensen zich niets bij kunnen voorstellen. Ze voelen het magnetisch veld van de aarde.
Iemand die duiven houdt, wordt duivenmelker genoemd, maar dat heeft niets met duivenmelk van doen. Het woord melken is hier een nabootsing van het begrip geitenmelker, iemand die geiten houdt om van de opbrengst te leven.
De duiven mogen niet worden gevoerd, omdat ze hun voedsel – zoals zaden en scheuten van planten – in de natuur vinden. Van verkeerd voedsel, zoals brood, patat en rijst, kunnen de duiven ziek worden. Bovendien: als duiven teveel eten krijgen, hoeven ze minder tijd aan foerageren te besteden.
Duiven doen hun behoefte gedurende de hele dag, zelfs als ze slapen!