Lezen is dus niet automatisch onthouden wat je leest. Als je reflexen nog storen en je ogen niet optimaal samenwerken met je hersenen is het lezen al lastig genoeg! Je hersenen hebben geen energie en capaciteit meer over om nog meer te doen, zoals begrijpen en onthouden!
Lester verwijst in zijn artikel naar de Amerikaanse psycholoog Jerome Bruner; die 'onderzoek citeert waaruit blijkt dat mensen slechts tien procent onthouden van wat ze horen, dertig procent van wat ze lezen en ongeveer tachtig procent van wat ze zien en doen.
Al hoewel typen sneller is, zorgt de mindere snelheid van schrijven én het feit dat je dan met je met je handen (motorisch) bezig bent, er voor dat je er meer bewust mee bezig bent en je hersenen meer activeert. Je moet meer nadenken en dus onthoud het beter.
Iets 3 x lezen is altijd goed om iets van het korte termijn geheugen in het permanente geheugen vast te zetten. Nog beter werkt het als je alles 3 hardop voorleest... tegen jezelf of een denkbeeldig iemand. Iets lezen is vaak vluchtig,, maar het verwoorden is toch iets duidelijker...
Verdeel de zin in delen: probeer de lange zin op te delen in kortere zinnen of zinsdelen. Dit kan het gemakkelijker maken om de informatie te verwerken en te onthouden. 3. Maak een ezelsbruggetje: probeer een afkorting, acroniem of rijmpje te bedenken om de verschillende delen van de zin te onthouden.
- Onthoudwoorden: Schrijf je ei of ij? Soms passen bij een klank geen vaste letters. Is er ook geen regel voor zo'n woord? Dan is het een onthoudwoord.
Je brein is heel actief als je leest. Dus elke keer als je je boek openslaat en begint te lezen, oefen je je brein om zich te concentreren. Door regelmatig te lezen zul je ook andere taken met meer concentratie kunnen verrichten. Ook voorlezen heeft een positief effect op de concentratie.
Je gebruikt je hersenen namelijk actief als je leest. Je maakt bijvoorbeeld mentale beelden van wat er op papier staat, en die beelden verdwijnen niet als je je boek dichtklapt. Lees je, dan verrijk je je brein dus met voorstellingen van allerlei situaties, en die kunnen je helpen in de realiteit.
Herman Ebbinghaus ontdekte het volgende: In de eerste twintig minuten nadat je hebt geleerd, vergeet je relatief gezien het meest. In het eerste uur nadat je iets hebt geleerd, vergeet je ongeveer de helft. Na ongeveer een dag neemt hetgeen je vergeet af.
Woordjes leer je het beste door elke dag even te leren. Om een woordje voor de eerste keer te leren helpt het bedenken van een ezelsbruggetje. Overhoor daarna de woordjes regelmatig. Om de woordjes het meest efficiënt te leren moet je ze overhoren vlak voordat je ze bent vergeten (dit heet: gespreide herhaling).
Een herinnering zit op veel plaatsen in je hersenen. Je onthoudt informatie doordat je hersenen nieuwe verbindingen leggen tussen zenuwcellen (neuronen). Als je je iets probeert te herinneren spreek je daarmee een heel netwerk van neuronen aan. Al je zintuigen leggen herinneringen vast.
Symptomen van geheugenverlies
Desoriëntatie/verwarring. Ongecoördineerde bewegingen (bijvoorbeeld meerdere malen tegen een tafel aanstoten). Valse herinneringen. Nieuwe informatie kun je niet meer opslaan.
Bosbessensap en druivensap. Uit een studie blijkt dat bosbessen- en druivensap je geheugen aanzienlijk verbetert.
' Maar echt herstellen kan het kortetermijngeheugen niet. Dementie en ouderdomsvergeetachtigheid hebben overigens andere oorzaken dan beschadiging van het kortetermijngeheugen, bijvoorbeeld slijtage van het werkgeheugen of een ziekte.
Angsten, onzekerheden, zorgen, dingen waar je tegenop ziet en nare herinneringen. Dan lig je in bed – klaar om in slaap te vallen – waarna je brein besluit om je even te herinneren aan dat overweldigende project op je werk. Waar je nog zoveel aan moet doen. Waarna de gedachten blijven komen en het zweet je uitbreekt.
Er zijn mensen die gedachten kunnen lezen. Deze mensen zijn vaak hoogsensitief en hebben vaak een sterke ontwikkelde intuïtie. Dit wordt ook wel telepathie genoemd.
Geheugenverlies door stress ontstaat door een proces in de hersenen. Wanneer we onder spanning staan, maakt de hypothalamus namelijk cortisol aan. Dit stresshormoon activeert vervolgens de hippocampus, die de stress moet afremmen. Daarnaast staat hij ook in voor het geheugen en het concentratievermogen.