Vergeetachtigheid, geheugenverlies en dementie zijn niet hetzelfde. Vergeetachtigheid is een onschuldig verschijnsel waarbij iemand zich tijdelijk iets niet kan herinneren.
Wanneer iemand nieuwe informatie vergeet, kan dit een teken zijn van dementie. Ook kan iemand belangrijke data of gebeurtenissen vergeten. Of hij kan dezelfde vraag steeds opnieuw stellen en afhankelijk zijn van spiekbriefjes of familie voor dingen die hij eerst zonder hulp kon onthouden.
Een van de meest voorkomende kenmerken van dementie is het vergeten van nieuwe informatie. Ook belangrijke feiten of gebeurtenissen uit het eigen leven vergeten, duidt op geheugenproblemen. Bijvoorbeeld als je naaste niet meer weet welke dag van de week het is en dat steeds opnieuw vraagt.
Symptomen van delier en dementie kunnen op elkaar lijken. Het grote verschil met dementie is dat dementie langzaam verergert, terwijl delier een acute situatie is die enkele uren tot dagen duurt.
Een tekort aan bepaalde vitaminen (vooral vitamine B, dat veel voorkomt in vlees) in het lichaam zorgt ervoor dat de hersenen minder goed werken. Ook wanneer iemand te weinig drinkt, kan dat leiden tot problemen met het geheugen. Daarnaast heeft ook (teveel) alcohol invloed op het geheugen.
Bij geheugenverlies zijn er herinneringen en informatie echt uit het geheugen verdwenen. Bij dementie is er sprake van geheugenverlies, de informatie is niet meer toegankelijk en het lijkt alsof deze voorgoed is verdwenen.
vergeetachtigheid; taalproblemen, bijvoorbeeld niet op woorden kunnen komen of de betekenis van woorden vergeten; gedragsverandering, bijvoorbeeld ongeduldiger worden, of woedeaanvallen; problemen met dagelijkse handelingen, zoals boodschappen doen of het bedienen van een computer.
Een delier is een toestandsbeeld dat in korte tijd ontstaat (uren tot dagen), waarbij de patiënt vaak verward en angstig is. Daarnaast bestaat onrust of, in geval van een stil delier, juist apathie en verlies van initiatief. Het bewustzijn is wisselend gestoord. Vaak zijn er hallucinaties en/of wanen.
De verwardheid neemt meestal af als de lichamelijke toestand verbetert. De periode van verwardheid verschilt van enkele uren tot weken. Niet alle patiënten herstellen volledig van het delirium. Zij houden langere tijd restverschijnselen, zoals geheugen- en concentratiestoornissen.
Witte graanproducten
Diabetes en hart- en vaatziekten zijn risicofactoren voor dementie. Daarnaast lijken vezels ook nog bij te dragen aan het verminderen van ontstekingen in het lichaam. En ontstekingen spelen weer vaak een rol bij dementie.
Als we ouder worden hebben we allemaal wel eens last van vergeetachtigheid. Het geheugen werkt wat trager en als we niet meer zoveel dingen tegelijk kunnen onthouden, maken we ons daarover niet ongerust. Maar het wordt anders als u het gevoel krijgt dat u niet zo goed meer kunt nadenken.
In het voorstadium van dementie krijg je zorgen over je eigen geheugen. Je vergeet dagelijkse dingen zoals je tanden poetsen of de planten water geven. Ook kan het zijn dat je even niet meer weet hoe iets werkt. Denk bijvoorbeeld aan een kop koffie zetten of de vaatwasser aanzetten.
Dementie is (nog) niet te genezen. De achteruitgang en symptomen zijn bij sommige mensen te remmen of te behandelen met medicijnen. Behandeling van dementie zonder medicatie is vaak ook effectief. Denk bijvoorbeeld aan beweging of logopedie.
Je vergeet belangrijke data of gebeurtenissen, zoals een doktersafspraak. Je weet niet meer wat er kort geleden is gebeurd, zoals wie er op je verjaardag was gisteren. Je bent afhankelijk van spiekbriefjes of hulp van anderen om dingen te onthouden. Je bent vaak spullen kwijt, zoals je sleutels of leesbril.
Grote gebeurtenissen, stress of juist te weinig prikkels
Door grote gebeurtenissen zoals een overlijden van een naaste of ontslagen worden kan vergeetachtigheid optreden. Door de stress die dit veroorzaakt, is er in het hoofd weinig ruimte voor andere zaken. Hierdoor onthoudt u minder informatie.
Tot op heden bestaat er geen behandeling die geheugenstoornissen kan verhelpen.
Welke patiënten hebben een verhoogd risico op een delier? Een delier kan op elke leeftijd voorkomen maar ouderen, ernstig zieken of patiënten met een opname langer dan 48 uur op de Intensive care (IC) afdeling hebben een hoger risico op het ontwikkelen van een delier.
Iemand is verward, praat vaak warrig en kan de aandacht er niet bij houden. Plotseling is het gedrag van uw naaste anders dan u gewend bent: opgewonden en onrustig. Of juist stil en teruggetrokken. Delier komt vooral voor bij ouderen, vooral tijdens een ziekte of na een operatie.
De ziekte begint vaak plotseling. Iemand met vasculaire dementie kan geleidelijk achteruitgaan, maar het kan ook plotseling slechter gaan. In deze stapsgewijze ontwikkeling kunnen er stabiele periodes zijn met weinig achteruitgang of zelfs een beetje vooruitgang.
Na een delier weten sommige mensen niet meer dat ze een delier hebben gehad. Anderen herinneren het zich juist als een hele nare periode. Dat verschilt per persoon. Als u zich het delier wel herinnert, kunt u zich schuldig voelen over uw gedrag tijdens het delier.
wisselend bewustzijn (verminderd besef van de omgeving) en aandacht. een stoornis in de cognitieve functies (geheugen, oriëntatie, taal) emotionele stoornissen, zoals onrust, wantrouwen of verdriet. een patiënt kan last hebben van hallucinaties.
De diagnose wordt gemiddeld na zo'n 14 maanden gesteld. Gedurende het ziekteproces neemt zowel het aantal klachten als de ernst van de klachten toe. Hoewel dit ziekteproces per persoon verschilt, zijn er grofweg drie fasen van dementie: de vroege fase, de middenfase en de late fase.
De kloktest geeft op twee niveaus aan hoe iemand functioneert. Je hebt de klok als het concrete ding: lukt het nog om de cijfers op de goede plek te tekenen en de wijzers? Daarnaast is er de abstracte betekenis van de klok, namelijk de tijd.
In Nederland hebben ongeveer 15.000 mensen dementie die jonger zijn dan 65 jaar. Dementie op jonge leeftijd begint meestal tussen de 40 en 65 jaar.