Bij vasculaire dementie kan het verloop geleidelijk of juist plotseling gaan. Personen met vasculaire dementie kunnen plotseling achteruitgaan door een beroerte of een reeks kleine beroertes (TIA's). Zolang er zich geen nieuwe beroertes voordoen, kan iemand daarna weer een tijd stabiel blijven.
Bij dementie gaan steeds meer zenuwcellen in de hersenen en/of verbindingen tussen deze zenuwcellen kapot. Hierdoor kunnen de hersenen niet goed meer functioneren. Bij sommige mensen met dementie kan de achteruitgang heel snel verlopen, terwijl anderen nog jarenlang een relatief gewoon leven kunnen leiden.
Dementie ontstaat door hersenziekten die de hersencellen beschadigen. Ouderdom is de grootste risicofactor van dementie. Zeven andere belangrijke risicofactoren zijn: lage mentale activiteit, roken, weinig bewegen, depressie, sterk overgewicht, hoge bloeddruk en suikerziekte.
Vasculaire dementie ontstaat vaak acuut en nieuwe bloedingen of infarcten zijn niet uitgesloten. Ook kunnen er lichamelijke verschijnselen optreden zoals verlamming of gevoelsverlies. De levensverwachting van een patiënt met vasculaire dementie is gemiddeld 5 jaar vanaf het verschijnen van de eerste symptomen.
Dementie kan het gedrag en het karakter aantasten. Daardoor krijg je te maken met onverwachte stemmingswisselingen, verward, achterdochtig, depressief of angstig gedrag. Je naaste kan ineens boos of verdrietig zijn, of ongeremd dingen doen die ze anders nooit deed.
De diagnose wordt gemiddeld na zo'n 14 maanden gesteld. Gedurende het ziekteproces neemt zowel het aantal klachten als de ernst van de klachten toe. Hoewel dit ziekteproces per persoon verschilt, zijn er grofweg drie fases van dementie: de vroege fase, de middenfase en de late fase.
Dementie is (nog) niet te genezen. Met de juiste behandeling kunnen de achteruitgang en symptomen wel worden geremd. Dit kan soms met medicatie. Daarnaast is er nog veel dat gedaan kan worden om zo goed mogelijk met de ziekte om te gaan.
'Het gaat om de totale hoeveelheid ernstige stress die iemand tijdens het leven meemaakt. Die wordt in verband gebracht met een versnelde achteruitgang van leer- en geheugenfuncties. Ook leidt dit tot een verhoogde kans op MCI en dementie. Vooral vroege stress draagt hier waarschijnlijk sterk aan bij, denken we.
Hoe ouder, hoe groter de kans op dementie. Minder dan 1 procent van de mensen tussen de 60 en 65 heeft dementie. Meer dan 40 procent van de mensen boven de 90 jaar heeft dementie. Ook roken, ongezonde leefstijl en bepaalde ziektes en aandoeningen zijn risicofactoren voor dementie.
De specialist doet neurologisch en neuropsychologisch onderzoek om de diagnose dementie te bevestigen. Eventueel wordt aanvullend onderzoek gedaan, bijvoorbeeld met een MRI-scan. Ook zal de specialist de ziekte vaststellen die de dementie veroorzaakt, zoals de ziekte van Alzheimer.
Diverse ziekten kunnen dementie veroorzaken. De ziekte van Alzheimer is er één van en de meest voorkomende en bekendste oorzaak van dementie. Andere vormen van dementie zijn onder andere vasculaire dementie, Lewy body dementie, en frontotemporale dementie.
De bloedtest toont een eiwit aan dat exclusief voorkomt bij de ziekte van Alzheimer. De test kan dus niet uitsluiten dat iemand aan een andere vorm van dementie lijdt. Daarom zijn er verschillende testen nodig om te kijken of iemand dementie heeft, en zo ja, welke vorm van dementie hij heeft.
Veel onderzoek laat zien dat mensen die voldoende bewegen minder vaak dementie krijgen. Dat is niet vreemd, aangezien bewegen ontzettend gezond is voor de hersenen. Bewegen is dus erg belangrijk.
Vasculaire dementie ontstaat als de patiënt meerdere herseninfarcten heeft gehad. Bij een herseninfarct raakt een bloedvat verstopt, waardoor bepaalde hersendelen geen zuurstof meer krijgen en afsterven. Vasculaire dementie kan ook sluipend ontstaan. Dan zijn er in de loop der tijd vele kleine bloedvaatjes aangetast.
De ziekte begint vaak plotseling. Iemand met vasculaire dementie kan geleidelijk achteruitgaan, maar het kan ook plotseling slechter gaan. In deze stapsgewijze ontwikkeling kunnen er stabiele periodes zijn met weinig achteruitgang of zelfs een beetje vooruitgang.
Waar je naaste vroeger dagelijks wilde douchen, kan ze nu het idee hebben dat wekelijks ook wel voldoende is. Ook kan het voelen als inbreuk als iemand anders jou komt helpen bij het wassen. Het voelt als doorbreking van de autonomie en daarom weigert je naaste hulp.
Als iemand vergeetachtig wordt, betekent dit niet meteen dat het om alzheimer of een andere vorm van dementie gaat. Vaak gaat het om normale (ouderdoms-)vergeetachtigheid. Het kan ook een lichamelijke of psychologische oorzaak hebben.
Er zijn veel verschillende vormen van dementie, met elk een andere levensverwachting. Gemiddeld is de verwachting tussen de één en de twintig jaar na de diagnose. Voor de ziekte van Alzheimer is de gemiddelde levensverwachting 6,5 jaar. Lees meer over de levensverwachting bij de verschillende vormen van dementie.
De kloktekentest doet een beroep op een unieke combinatie van cognitieve functies, waaronder taalbegrip, werkgeheugen, ruimte-inzichtelijke vaardigheden, aandacht en concentratie en oog- handcoördinatie.
Koude kleuren zoals blauw, groen en paars zijn moeilijker te onderscheiden dan warme kleuren zoals rood, geel en oranje. Een kleurcodering waarin blauw naast paars gezet wordt doe je beter niet. Wanneer het belangrijk is voor de veiligheid om items te laten opvallen, wordt aangeraden om rood te gebruiken.
Veel mensen met dementie vertonen veranderd gedrag en veranderingen in hun karakter. Jouw naaste kan zich bijvoorbeeld passief gaan gedragen of juist heel onrustig. De verschijnselen van dementie verschillen per persoon en per ziekte. Dit vergt veel aanpassingsvermogen van jou en kan veel vragen opleveren.
Iemand met vergevorderde dementie heeft nog steeds behoefte aan aandacht, troost en verbinding. Ook als het niet meer goed mogelijk is om dat duidelijk te maken. Hoe minder je naaste duidelijk kan maken, hoe belangrijker het is dat je dit als partner, familie en vrienden doet. Blijf daarom op bezoek gaan.