Samenwerking is het proces waarbij meerdere mensen samen aan een taak werken. Je werkt dus samen richting hetzelfde doel: je hebt elkaar nodig! Dat maakt het soms ook lastig, want iedereen is verschillend en dat zie je terug in hoe mensen met elkaar samenwerken.
Assertief ben je als je zowel je eigen belang als dat van de andere persoon in het oog houdt. Een belangrijke eigenschap om goed te kunnen samenwerken. Als je goed om kunt gaan met diversiteit kun je met heel veel verschillende mensen samenwerken.
Complexe problemen en moeilijke taken kun je beter samen aanpakken dan individueel. Het geheel is namelijk groter dan de som der delen. Ieder teamlid draagt bij aan de oplossing. Door samen te werken in een team kunnen er nieuwe en vaak hele creatieve ideeën naar boven komen.
Wanneer mensen samenwerken, werken ze meestal aan een gezamenlijk doel. Vaak ben je afhankelijk van je collega's of je team om je doelen te behalen en je werk goed te kunnen doen. Om goed te kunnen samenwerken zijn goede communicatieve en sociale vaardigheden nodig.
Een grote valkuil is dat samenwerken te impliciet gebeurt. Veel teams spreken niet of nauwelijks met elkaar af wie waarvoor verantwoordelijk is. Als dat niet gebeurt kunnen teamleden zich achter elkaar gaan verschuilen. Gedeelde verantwoordelijkheid beperkt dan de individuele verantwoordelijkheid.
Door goede samenwerking neemt het vermogen om leiding te geven en nemen toe. Daarnaast wordt het onderlinge vertrouwen vergroot en in stand gehouden, wordt er effectiever gecommuniceerd, worden er effectievere besluiten genomen en is de manier van conflicthantering constructiever.
Daar waar de samenwerking niet of stroef verloopt, beroepen mensen zich op hun rol en beperken zich daartoe. Houden ze hun eigen verantwoordelijkheid goed in de gaten en laten andere verantwoordelijkheden vooral bij anderen liggen.
De verleden tijd van samenwerken is 'werkte samen'. Het voltooid deelwoord is 'heeft samengewerkt'.
Samenwerking als kernwaarde
En algemene kernwaarden die de verantwoordelijkheden uitdrukken ten opzichte van anderen zoals 'afspraak is afspraak' en 'als één mond naar buiten treden'. De kernwaarde 'samenwerking' bepaalt mede de identiteit van de organisatie en versterkt de wijze waarop medewerkers samenwerken.
Om een zo objectief mogelijk beeld van samenwerken te krijgen, hebben we samenwerken verdeeld in verschillende samenwerkingsvaardigheden. Dit zijn: actief luisteren, feedback ontvangen, feedback geven, afspraken nakomen, werkverdeling, assertiviteit, werksfeer, verantwoordelijkheid nemen.
De leerlingen leren veel van en met elkaar. Coöperatief leren bevordert ook de sociale vaardigheden en draagt daardoor bij aan een verbeterde sfeer in de groep. Coöperatief leren is ook een effectieve vorm van klassenmanagement, want de leerkracht maakt gebruik van het vermogen van leerlingen om elkaar te helpen.
Goed samenwerken is van doorslaggevend belang voor het behalen van de gewenste resultaten bij werk waar meerdere personen bij betrokken zijn. Als werknemers het werk goed op elkaar afstemmen, elkaar ondersteunen en werk van elkaar overnemen, neemt de werkdruk vaak fors af.
Op de vraag aan welke eigenschappen de ideale collega moet voldoen is de top 5 als volgt: betrouwbaar, behulpzaam, talentvol, vrolijk en aardig. Eigenschappen die veel minder vaak worden genoemd zijn: slim, zelfverzekerd en bescheiden. In de huidige samenwerking met collega's kunnen nog wel wat dingen verbeterd worden.
Je bent gemotiveerder met leuke collega's
In een team waar je je thuisvoelt, weet je dat je sámen naar een doel toewerkt. Dat vergroot je motivatie en je betrokkenheid bij je organisatie. En dat werkt echt veel fijner dan wanneer je werk voelt als een moetje.
Waar efficiënt samenwerken om draait, is dat je met elkaar de dingen juist doet. En dat begint bij kennis. Bij weten wat je zelf doet en wat je collega doet, zodat jullie samen inderdaad het juiste doen. Dat vraagt in ieder geval transparant communiceren.
Tijdens het samenwerken worden leerlingen uitgedaagd om hun gedachten onder woorden te brengen, medeleerlingen feedback te geven, oplossingen te bedenken en argumenten uit te wisselen. Leraren kunnen samenwerkend leren inzetten om verschillende doelen te bereiken: een inhoudelijk of een sociaal doel.
Volgens Downes verschillen samenwerking en coöperatie op vier dimensies van elkaar: Autonomie (bij samenwerking is sprake van wederzijdse afhankelijkheid, bij coöperatie niet). Diversiteit (bij samenwerking is men gericht op hetzelfde doel, bij coöperatie verwacht men geen gemeenschappelijkheid).