Als u altijd erg bang bent voor de reactie of de kritiek van anderen, heeft u misschien een sociale-angststoornis. U bent bijvoorbeeld bang dat u zich belachelijk maakt als u gaat trillen, blozen of zweten. Alleen al de gedachte dat u naar een etentje of feestje zou moeten, geeft grote angst.
Oefeningen waarbij je moeilijke sociale situaties moet aangaan en nieuwe technieken uitprobeert. Hierbij kun je denken aan het meer aandacht hebben voor je omgeving en minder voor jezelf of een andere manier van de situatie interpreteren. Zo leer je steeds beter je sociale fobie overwinnen.
Sociale fobie is een chronische aandoening. Zonder behandeling gaat deze aandoening meestal niet over. Wel kan het zo zijn dat de ernst van de klachten wisselt, en men de ene periode meer sociale angstklachten ervaart dan andere perioden.
Recent onderzoek laat zien dat de helft van de mensen met een angststoornis binnen 7,5 maand opknapt. 39% van de mensen is binnen 1 jaar nog niet hersteld en bijna 1 op de 3 mensen (30%) is binnen 3 jaar nog steeds niet hersteld. Hierdoor weten we dat een angststoornis een langere duur heeft dan depressie.
Een psycholoog is een expert in het behandelen van angst en paniekaanvallen en een vertrouwenspersoon. Therapie zal je helpen om beter te leren omgaan met de angst. O.a. zal de psycholoog samen met jou op zoek gaan naar de onderliggende oorzaak van jouw angst en je technieken aanleren.
Gevolgen van een angststoornis
Als je niets doet aan een angststoornis gaat deze vaak niet vanzelf over. De kans bestaat dat je er ook een depressie bij krijgt. Denk daarom niet te snel 'het gaat wel weer over'.
Wat kan je doen om iemand met een angststoornis te helpen? Begrensd luisteren – Neem de tijd om te luisteren, maar ga niet mee in de angst van iemand. Geef na een aantal minuten vriendelijk aan dat je hebt gehoord dat hij/zij angstig is en dat je het nu over een ander onderwerp gaat hebben. Afleiding helpt!
Als je een sociale fobie hebt, ook wel sociale angst genoemd, ben je erg onzeker en bang dat andere mensen je niet aardig vinden. Je bent bang om kritiek te krijgen, of om gepest of uitgelachen te worden. Sociale contacten en sociale bezigheden ga je daarom liever uit de weg.
1 op de 11 (9 procent) jongvolwassenen (18 tot en met 34 jaar) in Nederland heeft een hoog risico op een angststoornis of een depressie in 2020. Dit is een toename ten opzichte van 2016, toen had 7 procent een hoog risico, in 2012 was het 6 procent.
Pleinvrees wordt ook wel agorafobie genoemd, wat letterlijk angst voor pleinen betekent. Pleinvrees is een angststoornis, waarbij iemand angst heeft voor openbare ruimtes. Pleinvrees komt vaak samen voor met een paniekstoornis of andere psychische klachten.
Een angst- en piekerstoornis veroorzaakt heftige angsten in het dagelijks leven, zonder dat er echt gevaar is. U maakt zich steeds zorgen over veel dingen. Klachten zijn hartkloppingen, zweten, benauwdheid, misselijkheid of het gevoel te stikken.
Voorbeelden zijn paroxetine, escitalopram, fluvoxamine en sertraline. Benzodiazepines werken rustgevend en verminderen angstgevoelens. Hierdoor reageert u minder heftig op voor u sociaal bedreigende situaties. Voorbeelden zijn alprazolam, bromazepam en clonazepam.
Spectrofobie: Angst voor spiegels en je eigen spiegelbeeld. Het is een zeldzame kwaal, maar een uiting van een enorme angst om te erkennen wie je bent. Tetrafobie: Angst voor het cijfer 4. Deze fobie komt vaak voor in veel Aziatische landen, waar de woorden voor 4 en voor dood vaak sterk op elkaar lijken.
#1 – Arachnofobie
De fobie der fobieën is natuurlijk de angst voor spinnen en spinachtigen. Er zijn veel dierenfobieën (bijvoorbeeld voor muizen of kikkers), maar toch is arachnofobie de meestvoorkomende.
De specifieke fobie komt het vaakst voor, gevolgd door sociale fobie, de gegeneraliseerde angststoornis en de paniekstoornis.
Binnen de context van online marketing zijn sociale signalen aanbevelingen van content geuit op sociale media of op reguliere websites middels sociale plug-ins. Sociale signalen worden vaak aangeduid met de Engelse term social signals.
Onzekerheid kan worden veroorzaakt door lichamelijke, sociale, financiële en emotionele factoren en angst. Iemands persoonlijkheid en verleden hebben veel invloed op iemands zelfbeeld.
Medicijnen tegen een angststoornis en depressie (antidepressiva) kunnen helpen bij een paniekstoornis. Voorbeelden zijn citalopram, sertraline, paroxetine of clomipramine. Uw behandelaar legt uit hoe en hoe vaak u de medicijnen moet innemen. Het is belangrijk dat u de medicijnen steeds op tijd inneemt.
Probeer de paniekaanval niet te bagatelliseren of te zeggen dat het wel over gaat. Laat de paniek er zijn. Gaat het beter, mooi. Gaat het slechter, ook goed.
Gevaar leidt tot gezonde angst Gezonde angst komt maar af en toe kortstondig voor, en wordt na het verdwijnen van het gevaar steeds hersteld door het parasympathische zenuwstelsel, dat de onderliggende stressreactie (hartkloppingen, zweten, hoge bloeddruk, ...) weer tot rust brengt.
Ook paniekklachten kunnen voorkomen bij een angststoornis
Echter, angstklachten hoeven zich niet per definitie te ontvouwen tot een paniekaanval en een paniekaanval kan ook door andere oorzaken dan alleen angst ingeluid worden. Het verschil tussen angst en paniek zit in de duur en hevigheid van de aanval.
Angst is een emotie die je helpt te reageren op gevaar. Het lichaam raakt in opperste staat van paraatheid waardoor het hart sneller gaat kloppen, de ademhaling versnelt, de bloeddruk omhoog gaat en de spieren zich aanspannen. Deze plotselinge en hevige angst duurt vaak niet lang en ervaart iedereen wel eens.
Gevolgen angststoornis en je gezondheid
Een te grote hoeveelheid stresshormonen op een constante basis zorgt voor overbelasting van jouw bijnieren. Hierdoor kun je verschillende lichamelijke klachten ontwikkelen, zoals buikpijn, hoofdpijn, slapeloosheid, prikkelbaarheid en concentratieproblemen.
In principe kan iedereen een fobie ontwikkelen. Specifieke fobieën zoals de angst voor spinnen ontstaan vaak in de kinderjaren en kunnen spontaan over gaan. Andere fobieën (waaronder sociale fobieën) ontstaan vaak tijdens de adolescentie en jonge volwassenheid.