Het dompelen van het hooi zorgt ervoor dat de stofdeeltjes en schimmelsporen eraf gespoeld worden. Deze stofdeeltjes en schimmelsporen kunnen de oorzaak zijn van het hoesten. Het beste is om één portie in een speciekuip of bijv. badkuip onder te dompelen in het water en direct weer eruit halen en uit laten lekken.
Hooi is zeer kwetsbaar voor weersinvloeden. Regen, hagel en sneeuw zijn fataal voor hooi, doordat het kan gaan schimmelen. De kans is groot dat je paard het hooi niet meer wil eten wanneer het nat is geworden. Daarnaast zal er ook veel zand aan het natte hooi blijven plakken wat de kans op zandkoliek verhoogd.
Het hooi moet afsterven, waarbij het laatste vocht uit het hooi gehaald wordt. Dit proces van nabroeien is belangrijk voor het hooi. Als het hooi gevoerd wordt tijdens het proces van nabroeien dan kan een paard hier last van krijgen, bijvoorbeeld door koliekverschijnselen.
Het beoordelen van hooi kan voor een groot gedeelte op een hele eenvoudige manier: maak een baal open en kijk, voel en ruik aan het hooi! Bekijk het formulier ter begeleiding van kijken, ruiken en voelen van ruwvoer. Hooi van goede kwaliteit is meestal diep groen tot geel-groen in plaats van geel of bruin van kleur.
Gras in natuurgebieden wordt vaak laat gemaaid. Hierdoor is het al uitgebloeid waardoor het erg stengelig kan zijn. De plantdelen zijn in dit stadium rijker aan houtstof, wat gevolgen heeft voor de verteerbaarheid en smakelijkheid. Het is niet waar dat hooi van natuurterreinen rijker is aan voedingsstoffen.
Gras laten drogen tot het hooi wordt, duurt ongeveer 5 dagen, afhankelijk van de weersomstandigheden. Door het lage vochtgehalte is het lang te bewaren (meer dan een jaar), omdat het ongevoeliger is geworden voor schimmels en andere micro-organismen. Hooi moet je wel droog opslaan.
Voedingswaardes. De voedingswaarde, vooral kijkende naar eiwitten, is bij voordroog gunstiger dan bij hooi. Suikers zijn vaak vergelijkbaar en in de Zwitserse studie was fructaan duidelijk lager in voordroog dan in hooi. (4) Conclusie is dat voordroog qua voedingswaarden gunstig is voor veel paarden.
45 % droge stof) en bij de hooiwinning (ca. 65 % droge stof) (6). Hierbij werd zo mogelijk één keer per dag geschud. Er wordt echter nog vaak geadviseerd twee maal per dag te schudden om de droog- snelheid nog meer te bevorderen.
Wanneer de grootste kans op Hooibroei
Dit hooi is meestal droger en staat bovendien in contact met de lucht en dus met zuurstof. Wanneer de temperatuur van de buitenste hooilagen voldoende is opgelopen zal de hooiberg spontaan vlam vatten. Hooibroei komt vooral binnen zes weken na het oogsten voor.
Hooi kan als de knopen op de grasstengels helemaal droog zijn - vijf tot zeven dagen na het maaien - in balen geperst worden. Het heeft dan een drogestofgehalte bereikt van tachtig procent. Als het gras al na vijf dagen in de baal zit, kunnen de balen het beste nog twee dagen op het veld blijven staan.
Hooi dompelen heeft weinig invloed op de smakelijkheid en veel paarden eten het net zo goed als droog hooi. Hooi dompelen is (vooral met vorst) arbeidsintensief, maar wel vaak heel effectief. Het dompelwater dient elke dag verschoond te worden.
Dit kan een gewoonte zijn, er zijn paarden die dit hun hele leven doen en verder geen medische klachten hebben. Toch zijn er ook paarden waarbij een medische reden de oorzaak kan zijn. Bijvoorbeeld door het hooi te soppen in water, wordt het hooi zachter en gemakkelijker te kauwen.
Het advies is om een paard niet langer dan 3 uur zonder ruwvoer te hebben staan, maar het mag niet langer dan 6 uur zonder staan. Anders wordt de kans op maagzweren (zeer) groot. Ongeveer 60% van de sportpaarden hebben hier last van, vaak onopgemerkt door hun eigenaren.
Als je het hooi nat maakt met de tuinslang en daarna direct voert, dan gaan er zeer weinig voedingsstoffen verloren. Er zijn meerdere onderzoeken gedaan naar het weken van hooi en het verlies van voedingsstoffen.
Het weer laat het niet altijd toe om hooi onder de ideale omstandigheden van 13 tot 15% vochtgehalte te persen. Hooi boven 17% geeft broei en stof en verliest voedingswaarde en smakelijkheid.
In samengepakt hooi en stro kunnen micro-organismen een gistingsproces veroorzaken. Daardoor stijgt de temperatuur en komen er vanaf ongeveer 55°C gassen vrij waardoor het hooi spontaan in brand kan vliegen.
Bij 40 tot 60 graden is er vaak sprake van geen of matige broei. Daarboven wordt dringend aanbevolen dagelijks de stro- of hooiopslag te controleren en de verzekeraar in te lichten. Bij een temperatuur van 70 graden of meer moet direct de brandweer worden ingeschakeld. Broei verhoogt niet alleen de kans op brand.
Hooibroei komt vooral binnen zes weken na het oogsten voor. Boeren gebruiken al sinds de 17e eeuw hooiroeden, ijzeren staven die in de hooiberg geschoven worden. Na een uur wordt de roede uit de hooiberg gehaald en aan de temperatuur kan men voelen of er een broeiproces gaande is.
Wat is de houdbaarheid van hooi? Hooi is gedroogd gras en hierdoor is het lang houdbaar. Hooi kunt u onder droge omstandigheden met gemak een jaar bewaren. Controleer regelmatig uw hooibalen op eventuele schimmels of ongedierte.
Dus geef minimaal 3 maal per dag ruwvoer. Sinds 2011 zijn er richtlijnen voor het houden van paarden. In het Paardenbesluit opgesteld door de Dierenbescherming is opgenomen dat een paard minimaal driemaal daags zou moeten beschikken over voldoende ruwvoer, tenzij er sprake is van weidegang.
Meestal is half juni het beste tijdstip om hooi te winnen of de weide te begrazen. Als het gras later of niet gemaaid of begraasd wordt, kan het plat vallen waardoor de zoden verstikken. Hoe later na half juni er gemaaid wordt, hoe minder voedingswaarde het gras zal hebben.
Hooi was eeuwenlang economisch net zo belangrijk als de benzine nu. Goed hooi betekende sterke paarden en die waren onmisbaar voor alle transport. Het hooi uit de IJsseldelta ging met schepen vol het land in, bijvoorbeeld naar de Koninklijke Stallen, het leger, en naar de postkoetsen.
Hooi kan, net als (voordroog)kuilgras, ook gewikkeld worden in plastic. Het beste is om dit direct tijdens het oogsten te wikkelen onder droge omstandigheden. Als het hooi enige tijd na oogsten onder vochtige omstandigheden wordt gewikkeld, dan is het mogelijk dat er condens in het pak komt en dit gaat schimmelen.
Goed hooi moet groen zijn, fris (zeker niet schimmelig) ruiken, niet vochtig zijn, en niet te veel stof bevatten. Hoe groener het hooi is, hoe dichter het nog bij echt gras zit. Hoe bruiner het hooi is, hoe minder voedingsstoffen er in zitten.