Als zowel de inleidende zin als de aangehaalde een vraagzin is, zijn er twee mogelijkheden: er komt zowel voor als na het aanhalingsteken een vraagteken of er komt alleen een vraagteken voor het aanhalingsteken. Zei hij: 'Mag ik nog wat chocolade?'? Zei hij: 'Mag ik nog wat chocolade?'
Na een vraag schrijf je een vraagteken. Er komt geen spatie vóór het vraagteken. Als je na het vraagteken op dezelfde regel verdergaat, komt er een spatie tussen het vraagteken en het volgende woord.
Na zinnen met een indirecte vraag komt een punt, geen vraagteken. Een indirecte vraag geeft inhoudelijk wel een vraag weer, maar heeft niet de vorm van een vraag. De woordvolgorde is anders dan bij een directe vraag en bij hardop lezen stijgt de intonatie niet zoals bij een vragende zin.
Leestekens zijn tekens die je bij het schrijven gebruikt om een tekst begrijpelijker te maken, bijvoorbeeld een punt of een komma. Als je iets vertelt, kun je met pauzes, intonatie of gebaren duidelijk maken wat je bedoelt. In geschreven taal doe je dit met punten, komma's, vraagtekens en andere leestekens.
Het beletselteken (…)
Het kan aangeven dat de zin wordt afgebroken of dat de lezer geacht wordt zelf een woord of gedachte in te vullen. Als het beletselteken aan het einde van een zin staat, komt er geen extra punt achter het beletselteken.
Aan het eind van een zin schrijf je een punt. Er komt geen spatie vóór de punt. Als je na de punt op dezelfde regel verdergaat, komt er een spatie tussen de punt en het volgende woord. Als de zin eindigt met een afkorting die al een punt heeft, komt er geen tweede punt.
Het vraagteken komt direct na het laatste woord. Dit geldt ook voor andere leestekens (e.g., uitroepteken, komma, punt, dubbele punt, puntkomma). In andere talen, zoals het Frans, komt er soms wel een spatie voor een vraagteken.
Een vraagteken markeert, net als de punt en het uitroepteken, het einde van een zin (1). In dit specifieke geval dus een vraag. Als een zin op een afkorting – met puntjes – eindigt zet je ook een vraagteken (2).
Welk getal hoort op het vraagteken te staan? Antwoord: 2.
Een omgekeerd vraagteken (¿) is een Spaans leesteken dat we in de Nederlandse taal niet kennen. Het omgekeerde vraagteken wordt geplaatst aan het begin van een vraag en geeft aan dat de toon van de zin omhoog moet om een vraag aan te duiden.
Haakjes kunnen om een deel van een zin of om een hele zin gezet worden. Als de haakjes om een deel van een zin staan, staat de zinseindepunt buiten de haakjes. Binnenkort moet het project op kruissnelheid komen (studiewerk, sensibilisering, productie en installatie).
Open vragen beginnen met: wie, wat, wanneer, waar, en ook hoe, hoe vaak, etc. Open vragen nodigen uit om je verhaal te vertellen en leveren veel informatie op. Gesloten vragen zijn 'ja'-/ 'nee'-vragen of meerkeuze vragen.
Traditioneel wordt aangeraden om dubbele aanhalingstekens te gebruiken bij een letterlijk citaat, en enkele aanhalingstekens in alle andere gevallen. Tegenwoordig wordt er steeds meer de voorkeur aan gegeven om alleen enkele aanhalingstekens te gebruiken.
Opsomming. Als er een opsomming van meerdere (volledige) zinnen of vragen volgt, komt er bij voorkeur ook een hoofdletter, omdat dan elke zin van de opsomming met een hoofdletter begint: Controleer het volgende: Is het gas afgesloten? Staan alle wekkers uit?
Aanhalingstekens kunnen om een hele zin of om een deel van een zin gezet worden. Als de aanhalingstekens om een hele zin (of een opeenvolging van zinnen) staan, staat de punt binnen de aanhalingstekens. De punt maakt dan deel uit van het citaat. Er komt niet nog een tweede punt om de gehele zin af te sluiten.
De zinnen van een dialoog zet je tussen aanhalingstekens. Je kunt dubbele of enkele aanhalingstekens gebruiken, dat is een kwestie van smaak. Al worden enkele aanhalingstekens vaak als rustiger en 'moderner' ervaren dan dubbele aanhalingstekens. Welke je ook kiest, voer dat dan wel consequent door.
Doet je toetsenbord raar en wil je het weer herstellen naar de oude instellingen zodat de 'gewone' tekens worden weergegeven? Druk de toetsen CTRL+SHIFT tegelijkertijd in. Heb je een Belgisch toetsenbord? Druk dan ALT+SHIFT in om de tekens terug te zetten naar de oorspronkelijke staat.
Eindig je titel nooit met een punt. Vraagtekens of uitroeptekens kunnen een titel afsluiten; een punt kan dat niet.
Het woord 'en' is een nevenschikkend voegwoord en koppelt meestal twee hoofdzinnen aan elkaar met een samengestelde zin als resultaat. Volgens Taaladvies is het echter ook toegestaan om en aan het begin van een zin na een punt te gebruiken.
De meeste schrijvers (en andere mensen) weten dat het woordje 'en' niet achter een komma of punt kan. Er is een minuscule kans dat het mag. Misschien dat het 1 op de 50 keer wordt toegelaten. Sommige schrijvers komen er nog mee weg door te zeggen dat dat hun schrijfstijl is.
Een puntkomma houdt het midden tussen een punt en een komma. De zin ervoor en erna hangen nauw met elkaar samen en een punt zou een te sterke scheiding uitdrukken.
STIP staat voor Samen Tegen Iemand Pesten. Als je de vier stippen op je hand zet, laat je zien dat je het eens bent met de vier afspraken tegen pesten: Ik vind pesten niet oké en zal er nooit aan meedoen.