Het is wie wil, hij wil, zij wil, niemand wil, Sophie wil en het Nederlandse volk wil. Meer voorbeelden: Wie wil mijn huis kopen?
In het Standaardnederlands is alleen hij wil juist. Hij wilt geldt echt als een fout, ook al komt het vaak voor. Het is bijvoorbeeld ook zij wil, men wil, Eva wil, iedereen wil en de klant wil. De derde persoon enkelvoud is bij willen dus anders dan bij bijna alle andere werkwoorden, bijvoorbeeld wensen en hopen.
In de spreektaal komt je/jij wil (zonder t) vaak voor, net als in privéberichtjes en andere informele teksten. Over het algemeen krijgt je/jij wilt (mét t) in Nederland nog steeds de voorkeur in (zakelijke) teksten die bestemd zijn voor een breed publiek.
Wat is juist: 'De klant wil kwaliteit' of 'De klant wilt kwaliteit'? In 'De klant wil kwaliteit' geldt alleen wil als de juiste vorm.
Het werkwoord willen is onregelmatig. Bij de meeste werkwoorden krijgt de vorm van de tegenwoordige tijd voor de derde persoon enkelvoud de uitgang -t: hij loopt, ze helpt, het gaat, men ziet. De werkwoorden willen, zullen, mogen en kunnen zijn echter uitzonderingen op de regel, evenals het werkwoord zijn (hij is).
Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: zij wil, wil zij. De vorm zij wilt* (of wilt zij*) is niet correct.
Correct is het wil, zonder -t.
De vorm het wilt* (of wilt het*) is niet correct. Bij de meeste werkwoorden bestaat de derde persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd uit de stam + de uitgang -t: hij vindt, hij racet, ze bevestigt, ze deletet, het hagelt, het sneeuwt.
Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: hij wil, wil hij. De vorm hij wilt* (of wilt hij*) is niet correct.
Zou u is het gebruikelijkst: 'Zou u mij willen helpen? ' Zoudt u is verouderd: het komt formeel over. Zoudt is een verouderde persoonsvorm die van oorsprong bij het persoonlijk voornaamwoord gij hoorde: het was gij kwaamt en gij wildet (met een -t), dus ook gij zoudt.
Wouter legt in de inleiding uit dat 'willen' ooit een aanvoegende wijs is geweest. Net als 'leve de koning' en 'men neme een ei' gebruikten mensen vroeger uit beleefdheid 'hij wille'. In de loop van de tijd is de e afgesleten en werd 'hij wil' vervolgens de juiste, onregelmatige vorm.
Het is een uitzondering op de regel stam + t. Hij wilt is geen goed Nederlands en wordt dat ook nog niet zomaar.
Beide vormen zijn juist. U hebt klinkt iets gewoner. Het woordje u is van oorsprong een derde persoon enkelvoud: u is, u heeft, u kan, u wil, u zal.
De correcte vervoeging is je/jij vindt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij.
Het antwoord is op zich simpel: hij wil is de enige juist vorm. Maar waarom doen dan zoveel mensen het fout? En waarom is het eigenlijk niet hij wilt?
Of je beide of beiden schrijft, hangt af van de vraag waarnaar het verwijst. Als het over twee personen gaat, schrijven we beiden. In alle andere gevallen blijft de n achterwege. Dat is het geval als het gaat om twee dingen, maar ook als er sprake is van een persoon en een ding.
Het is allebei goed.
De gebiedende wijs van zich aanmelden is meld je aan of meld u aan. Als in een zin met een gebiedende of aansporende functie het onderwerp u uitgedrukt is, is de correcte spelling meldt u zich aan. Voor zich melden gelden dezelfde vormen.
De correcte vormen zijn u bent en bent u. U is en is u worden als verouderd beschouwd.
Antwoord. Zowel je wil, je zal en je kan als je wilt, je zult en je kunt zijn correct. Je wil, je zal en je kan worden in Nederland als informeler beschouwd.
In de meest gangbare gevallen is stam + t de juiste schrijfwijze. Het is echter wel afhankelijk van de zin waarvan het deel uitmaakt. Als het onderwerp in de zin u is, dan volgt altijd de schrijfwijze vindt, met een t dus. Betreft het gebiedende wijs, dan schrijven we geen t (zie volgende alinea).
Je zult en je zal zijn allebei correct. De vorm zul(t) is de neutrale vorm in het hele taalgebied: je zult, jij zult, zul je, zul jij. In België is ook de vorm zal neutraal; in Nederland wordt die als informeler beschouwd: je zal, jij zal, zal je, zal jij.
U kunt en u kan zijn allebei correct. In Nederland wordt u kan informeler en in geschreven taal minder verzorgd gevonden dan u kunt. In België wordt het gebruik van u kan niet als informeel beschouwd. Vergelijkbare werkwoorden zijn willen en zullen: u wilt / u wil, u zult / u zal.
Teveel is een zelfstandig naamwoord dat “een overschot” betekent. Het wordt voorafgegaan door een lidwoord (een teveel, het teveel). Te veel, met spatie, betekent “een te groot aantal” of “meer dan nodig/gewenst”.