Je kunt allebei voor zowel dingen als mensen gebruiken. Dit woord heeft veel overlap met beide en beiden, maar het gebruik is een beetje anders. Voor een zelfstandig naamwoord kun je zowel allebei als beide gebruiken, maar je moet de toevoegen.
Of je beide of beiden schrijft, hangt af van de vraag waarnaar het verwijst. Als het over twee personen gaat, schrijven we beiden. In alle andere gevallen blijft de n achterwege. Dat is het geval als het gaat om twee dingen, maar ook als er sprake is van een persoon en een ding.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
beide - Hoofdtelwoord 1. elk van twee ♢ Wat een schattige foto van beide honden. Ze kijken beiden naar hetzelfde.
Beide schrijf je zonder -n als het bij een zelfstandig naamwoord hoort. Het maakt in dat geval niet uit of het over een persoon, een bedrijf, dier, instituut, instelling of ding gaat. Daarnaast schrijf je beide zonder -n als het zelfstandig in de zin staat en niet op 1 of meer personen slaat.
Neus zwelling bij verkoudheid
De neus probeert met alle macht het virus te bestrijden. Dat leidt tot zwelling aan de binnenkant van de neus en de productie van extra slijm. Dit zorgt ervoor dat de neusgaten vernauwen waardoor het lastig wordt om door de neus te ademen. Een verstopping is het gevolg.
Beide is goed als het hoort bij het zelfstandig naamwoord dat er vlak achter staat. Beiden kan alleen gebruikt worden om naar personen te verwijzen. Er staat dan geen zelfstandig naamwoord achter.
(van twee personen of dingen) de een en de ander
Voorbeelden: `Jullie gaan nu allebei naar bed. `, `Allebei de partijen willen er beter van worden.
Gebruikelijker dan alle twee is beide of allebei; deze laatste vorm wordt altijd als één woord geschreven. In de praktijk worden alletwee en alledrie ook wel aaneengeschreven. In de Woordenlijst van 1995 werd de vorm alledrie opgenomen, maar in de huidige Woordenlijst wordt alle drie weer los gespeld.
Als er een zelfstandig naamwoord volgt, schrijf je altijd: beide. Beide ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding. Beide apparaten zijn bij ons verkrijgbaar. Volgt er geen zelfstandig naamwoord en gebruik je beide(n) dus zelfstandig, dan ligt de zaak anders.
Beide bedrijven zijn prima werkgevers. Beide verwijst niet naar een persoon en is niet zelfstandig gebruikt (want het wordt gevolgd door het zelfstandig naamwoord “bedrijven”). Daarom voeg je geen -n toe.
De persoonsvorm komt in getal overeen met de kern geen ('niet één, niemand'). Geen van beiden is bereid zich te verontschuldigen. Jan en Erik werden allebei verwacht, maar geen van beiden was aanwezig. Geen van beide mannen werd geselecteerd.
Hetzelfde en dezelfde zijn aanwijzende voornaamwoorden die een overeenkomst met iets bekends aangeven. Hetzelfde verwijst naar het-woorden, dezelfde verwijst naar de-woorden en meervoudsvormen.
Als alle naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we allen. Alle is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en alle ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Toelichting. Woorden als beide en alle krijgen in het meervoud een -n als ze verwijzen naar personen en zelfstandig gebruikt worden.
In de combinatie jullie beiden krijgt het woord beiden een -n omdat het naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt is. De combinatie jullie beide* is niet correct. We zullen jullie beiden uitnodigen.
De correcte spelling is alle twee.
Combinaties van alle en een telwoord worden altijd los geschreven: alle twee, alle drie, alle vier, alle vijf, alle zes, alle zeven, alle acht, alle negen, alle tien enzovoort. Allebei wordt wel aaneengeschreven.
In de spreektaal komt je/jij wil (zonder t) vaak voor, net als in privéberichtjes en andere informele teksten. Over het algemeen krijgt je/jij wilt (mét t) in Nederland nog steeds de voorkeur in (zakelijke) teksten die bestemd zijn voor een breed publiek.
Je wilt en je wil zijn allebei correct.
In Nederland wordt je wil informeler gevonden dan je wilt. In België wordt het gebruik van je wil niet als informeler beschouwd. Vergelijkbare werkwoorden zijn kunnen en zullen: je kunt / je kan, je zult / je zal.
1al·lee (de; v; meervoud: alleeën) 1laan 2al·lee (tussenwerpsel) 1(aansporing) kom!, vooruit!
Ally of Damsko
En je hebt natuurlijk de straattaal, waarin plaatsnamen worden verkort: Almere is 'Ally', Eindhoven is 'Eindje' en Amsterdam 'Damsko'.
Ook al is dus vergelijkbaar met hoewel, maar gedraagt zich anders. Vergelijk: Hoewel hij de details niet begrijpt, kan hij het plan toch goed verkopen. Ook al begrijpt hij de details niet, hij kan het plan toch goed verkopen.
Ook beide is een bepaald hoofdtelwoord; het duidt altijd een tweetal aan. Onbepaalde hoofdtelwoorden zijn veel en weinig en hun trappen van vergelijking (veel - meer - meest en weinig - minder - minst).
Eén schrijf je alleen met accenttekens als je het cijfer 1 bedoelt of als er een lezing mogelijk is met 'een'. Dus bijvoorbeeld in een zin als 'Ik heb thuis een hond en een kat' of 'Ik heb thuis één hond en één kat'. Als je wilt dat de lezer hier 'één' leest en niet 'een', dan moet je wel streepjes zetten.
De correcte spelling is hetzelfde, aaneen.