Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4). Hoog: Dit omvat onderwijs op het niveau van hbo of wo.
Havo staat voor 'hoger algemeen voortgezet onderwijs'. Het havo duurt vijf jaar en bereidt leerlingen voor op het hoger beroepsonderwijs (hbo). Maar sommige leerlingen stromen na hun eindexamen door van havo naar vwo. Er is ook een kleine groep die zich inschrijft voor een mbo-opleiding.
Hoogopgeleid: het hoogst behaalde onderwijsniveau is hoog onderwijs. Dit omvat onderwijs op het niveau van hbo of wo.
Het havo is bedoeld voor leerlingen van twaalf tot zeventien jaar, en sluit aan op de basisschool, het vmbo-t en tot 1999 het mavo (alle vakken op D-niveau). Het havo bereidt leerlingen voor op het hoger beroepsonderwijs (hbo).
2.1 Jongere leeftijdsgroepen en vrouwen vaker hoogopgeleid
Voor de leeftijdsgroep 25 tot 35 jaar was de groei van het aandeel hoogopgeleiden ook het grootst: in 2013 was 43 procent hoogopgeleid, in 2021 bedroeg dit 55 procent. Hierna volgen 35- tot 45-jarigen met 48 procent hoogopgeleiden in 2021.
Het grootste deel van de bevolking van 15 tot 75 jaar is nog steeds middelbaar opgeleid (bijna 38 procent). Dat is ruim 7 procentpunt meer dan in 1981. De laatste jaren nam het aandeel middelbaar opgeleiden iets af. Het aandeel hoogopgeleiden lag daar in 2021 met bijna 36 procent niet ver onder.
Gegevens in een tabel. In 2022 beschikte in Nederland 14% van de 15- tot 75-jarigen over een afgeronde masteropleiding (hbo of wo) of een doctorstitel. De afgelopen tien jaar is dit aandeel gestaag gegroeid.
Op het hbo ligt het studietempo een stuk hoger dan op de havo. Vaak behandel je op de havo elke paar weken een hoofdstuk. Op het hbo behandel je soms een heel boek in een periode van 8 weken! Gelukkig houden de vakken op het hbo vaak wel verband met elkaar.
basisonderwijs: niveau 1F; vmbo, mbo-1, mbo-2 en mbo-3: niveau 2F; havo en mbo-4: niveau 3F; vwo: rekenen niveau 3F en taal niveau 4F.
Cijfers doorstroom havo – vwo en slagingspercentages
Gemiddeld slaagt negentig procent van de kandidaten voor het vwo-examen en 88 procent voor het havo-examen. Deze percentages zijn al jaren redelijk constant. Uitzondering hierbij zijn de jaren 2020 en 2021, toen de examenregels werden versoepeld door Corona.
Mbo niveau 4 is het hoogste niveau binnen het middelbaar beroeps onderwijs (mbo).
'Laagopgeleid' is iedereen die alleen naar de basisschool is geweest, of ten hoogste een vmbo-diploma of een diploma op mbo-1-niveau heeft behaald. 'Hoogopgeleid' is iedere Nederlander met een hbo- of universitair diploma.
Vwo-niveau High School Diploma.
Het grote verschil dat wij hebben gemerkt is dat ik veel meer moet leren en meer huiswerk heb. Op mavo doe je ook meer praktijk vakken dan op de havo. De havo is ook een jaar langer dan de mavo. Maar met mavo kan je wel uit meer beroepen kiezen.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Eindcijfers alle examenvakkenJe bent geslaagd als:
je een 4 hebt en al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn. En het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 is; je 2 keer een 5 hebt, of een 5 en een 4, en al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn.
Havo betekent hoger algemeen voortgezet onderwijs. Kies je voor een havo-opleiding, dan krijg je uitsluitend algemeen vormende schoolvakken en geen praktijklessen. Na de havo kun je direct doorstuderen aan het hoger beroepsonderwijs (hbo). Daarom wordt de havo tegenwoordig wel gezien als voorbereidend hbo.
Havo is algemeen, mbo is een beroepsopleiding. Omdat zowel mbo4 als havo (met 'juiste' profiel) toegang geven tot hbo-opleidingen, zou je kunnen stellen dat het niveau ongeveer gelijk is, maar dat de diploma's moeilijk vergelijkbaar zijn.
Een vwo-opleiding omvat atheneum en gymnasium. Je krijgt er uitsluitend algemene theorievakken. Het tempo ligt er bovendien hoog en de opleiding duurt zes jaar. Je leert dus veel.
Op de havo wordt sinds 2015, zonder uitzondering, het laagste slagingspercentage behaald (gemiddeld 88,7%). Op de havo is het hoogste gemiddelde centraal examencijfer havo behaald voor Engels (6,9).
Minister Slob (Basis- en voortgezet onderwijs) gaat de wet wijzigen om ervoor te zorgen dat havo-scholieren het recht krijgen om door te stromen naar het vwo. Zo krijgt iedere leerling met potentie een eerlijke en gelijke kans om door te stromen. Op dit moment hanteren scholen verschillende toelatingseisen.
Studenten kunnen naar het mbo (niveau 1 t/m 4), naar het hbo (in de vorm van een 2-jarige associate degree, een hbo-bachelor en/of een hbo-master) of naar de universiteit voor een wo-bachelor en/of wo-master. De hoogste graad in het onderwijssysteem is een PhD.
In het schooljaar 2021/2022 gingen bijna 630 duizend jongeren naar een vorm van voortgezet onderwijs. Hiervan volgde ruim 20 procent een vmbo- opleiding, 3 procent het praktijkonderwijs, ruim 17 procent havo en ruim 18 procent vwo. Bijna 42 procent van de jongeren zat in een algemeen leerjaar.
Slagingskans op het hbo
Een bacheloropleiding is een vierjarige opleiding. Na vijf jaar, dus met een jaar studievertraging, had slechts 46% van de studenten een diploma. 26% is na vijf jaar zonder diploma uitgevallen. 29% is nog steeds bezig met de opleiding.
Wat als je je propedeuse op het hbo niet haalt? Als het je niet lukt om in je eerste jaar voldoende studiepunten te halen of je propedeuse niet binnen twee jaar, moet je dus in de meeste gevallen stoppen met je studie. Je moet dan op zoek naar een andere bachelor en vaak ook naar een andere hogeschool.