Dan krijgen we andere reeksen van ronde getallen: 5, 10, 15, 20, 25, 30, 35, … 100, 200, 300, 400, … Wat als rond getal geldt, hangt af van de schaal die je kiest om met aantallen en hoeveelheden te werken.
Ga na waarop je moet afronden. Kijk naar het eerstvolgende getal/decimaal. Bij een getal van 4 of lager rond je af naar beneden. Bij een getal van 5 of hoger rond je af naar boven.
Dan willen we kijken naar het tiental. Het tiental is 5 of hoger, dus ronden we af naar 4700.
Een rond getal is een getal dat eindigt op één of meer nullen, dus bijvoorbeeld 20 of 300.
Kommagetallen worden ook wel decimale getallen genoemd. 4 is dus geen decimaal getal, maar 4,2 wel. De cijfers achter de komma noem je decimalen. 7,21 is een getal met 2 cijfers achter de komma, dit is dus een getal met 2 decimalen.
Je rondt het getal af naar boven als het eerste weggelaten cijfer 5 of hoger is.
Je kunt getallen op verschillende manieren afronden. Voorbeelden zijn een heel getal, op 1 decimaal of twee getallen achter de komma. Bij een heel getal komt er geen kommagetal. 1 decimaal is op 1 getal achter de komma, bij twee logischerwijs maar twee getallen.
Dan krijgen we andere reeksen van ronde getallen: 5, 10, 15, 20, 25, 30, 35, … 100, 200, 300, 400, …
Wanneer het eerste getal achter de komma een vier of lager is, wordt het cijfer naar beneden afgerond. Wanneer het eerste getal achter de komma een vijf of hoger is, wordt het cijfer naar boven afgerond. Het eindcijfer is (afgerond naar een geheel getal) 5.
Vijf is een oneven natuurlijk getal, dat vier opvolgt en aan zes voorafgaat.
Gehele getallen zijn alle getallen waar geen komma of breuk achter staat. Vanaf 0 is dat dus 1 2 3 4 5 6 enz. Getallen kleiner dan nul doen ook mee: -1 -2 -3 -4 enz.
Het cijfer 5 staat voor 5 tienden en hebben een waarde van 0,50. Het cijfer 3 staat voor 3 honderdsten en hebben een waarde van 0,03.
Als je 2 getallen bij elkaar optelt dan heet dat in de wiskunde een som. Als we kijken naar 4 + 5, dan zijn 4 en 5 de termen. Als je 2 getallen van elkaar aftrekt dan heet dat in de wiskunde het verschil. Als we kijken naar 12 - 9, dan zijn 12 en 9 de termen.
We hadden al gezien: [1/6] = [2/12]. [5/6] is vijf keer zoveel, dus [5/6] = [10/12].
Is het cijfer achter de komma een 4 of lager, dan wordt het cijfer naar beneden afgerond. Dus stel je gemiddelde eindcijfer is een 5,4, dan wordt je finale eindcijfer een 5. Is het cijfer achter de komma een 5 of hoger, dan wordt het cijfer naar boven afgerond.
Je slaagt voor het eindexamen havo wanneer je gemiddeld een voldoende haalt voor alle vakken van het centraal examen. Ook mag je maximaal één 5 als eindcijfer halen voor een van de kernvakken. Daarnaast mag je voor maximaal 2 vakken een onvoldoende als eindcijfer hebben.
Een 5 (of lager) geldt als onvoldoende, een 6 (of hoger) geldt als voldoende. Je moet een voldoende halen voor alle cursussen in je programma moet af te studeren.
- Veelvouden van het getal 5 zijn 5, 10, 15, 20, 25, ...
Het getal drie, weergegeven door het enkele cijfer 3, is het natuurlijke getal dat het getal twee opvolgt en aan het getal vier voorafgaat. Als getal is 3 gelijk aan 2 + 1 en 1 + 1 + 1 = 3 x 1.
Indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, wordt naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, wordt naar boven afgerond naar een geheel getal. Een 5,45 wordt een 5.
Misschien is het handig dat je voorbeelden ziet. 1,3 bestaat uit één decimaal, er is namelijk één cijfer achter de komma, de 3 (tienden). 2,36 bestaat uit 2 decimalen namelijk de 3 (tienden) en de 6 (hondersten). -42567,00006 bestaat uit 5 decimalen namelijk 0, 0, 0, 0 en 6.
Indien de uitkomst van de berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Voorbeeld: 5,3 SE en 5,6 CE. Gemiddeld 5,45.
Een kommagetal is een getal dat niet heel is. Het is een breuk. Voor de komma staan de helen, achter de komma staat de breuk. De cijfers achter de komma staan voor de tienden, honderdsten, duizendsten, enzovoort.