Zie je bij de termijnecho een mooi kloppend hartje en een goed ontwikkelde foetus? Dan daalt de kans op een miskraam van 10% naar nog maar 1-3% (afhankelijk van de zwangerschapsduur).
De meeste miskramen vinden plaats tussen 8 en 13 weken zwangerschap. Een miskraam komt best vaak voor, gemiddeld 1 op de 5 vrouwen maakt dit wel eens mee.
We weten dat ongeveer 1 op de 7 zwangerschappen eindigt in een miskraam. Het merendeel van de miskramen vindt plaats in de eerste weken. Soms nog voordat iemand wist zwanger te zijn. Wanneer op een echo een kloppend hartje is gezien (vanaf de 6e week), dan is de kans op een miskraam nog maar 1-3%!
De kans op een miskraam vroeg in de zwangerschap is 10 op 100. Hebben jullie bij de echo rond 8-9 weken een kloppend hartje gezien, dan is die kans al veel kleiner en eind nog maar 2 tot 3 van de 100 zwangerschappen in een miskraam .
Vanaf 6,5 weken zwangerschap is goed te zien of het hartje klopt. Een lege vruchtzak of een niet-levend embryo zonder hartactie zijn bij deze zwangerschapsduur met echoscopie betrouwbaar te zien. De kans op een miskraam bij een kloppend hartje is dan nog <10%. Vanaf 10-12 weken is deze kans <2%, maar nooit uitgesloten.
Echoscopisch onderzoek kan duidelijk maken of het vruchtje nog leeft. Meestal kan gezien worden of het hartje klopt. Klopt het hartje dan is de kans op een miskraam kleiner, maar niet uitgesloten. Een lege vruchtzak of een vruchtje zonder kloppend hart kan met echoscopie betrouwbaar worden opgespoord.
In de meeste gevallen komen kinderen gezond ter wereld. De kans op een aangeboren afwijking is 4%.
Het kan ook dat er geen kloppend hartje te zien is tijdens je eerste echo. Dat hoeft niet te betekenen dat je een miskraam krijgt. Als je minder dan 6 weken zwanger bent, is het normaal dat er nog geen hartslag te zien is. Daarom maakt de verloskundige in dat geval altijd een week later nog een echo.
Je kunt een miskraam niet voorkomen of tegenhouden. Ook niet door rustig aan te doen of door medicijnen. Helaas gebeurt het zonder dat je daar iets aan kunt veranderen. Van vrijen, fietsen of bijvoorbeeld paardrijden kun je geen miskraam krijgen.
Factoren die de kans op een miskraam verhogen? De belangrijkste zijn: Een hogere leeftijd; hoe ouder je bent des te meer kans op een miskraam. Ongezonde leefstijl (roken en overgewicht); rokende vrouwen en vrouwen met overgewicht maken iets vaker een miskraam mee dan vrouwen die niet roken en geen overgewicht hebben.
Voor vrouwen beneden de 35 jaar is de kans dat een zwangerschap in een miskraam eindigt, ongeveer 15%. Tussen de 35 en 40 jaar eindigt 20% zwangerschappen in een miskraam, en tussen de 40 en 45 jaar is de kans opgelopen tot 50%. De kans neemt dus toe met de leeftijd.
Een echo kan geen miskraam veroorzaken. Ook bij bloedverlies kan een vaginale echo geen kwaad. Een risico dat vaak vergeten wordt, is dat een echo wel eens onverwachte zaken aan het licht brengt.
Een echo kan geen miskramen veroorzaken, ook bij bloedverlies kan een inwendige echo geen kwaad. Een garantie dan nooit onbekende of ongewenste effecten zullen optreden is niet te geven.
Ongeveer 40% van de bevruchte eicellen komt niet tot innesteling. En na innesteling zal in zo'n 10 % van de gevallen alsnog een miskraam optreden. Hierbij stopt het vruchtje met groeien en stopt het hartje met kloppen.
Rond de 10-13 weken krijg je een echo om te bepalen hoe lang je zwanger bent: de termijnecho. Tijdens deze echo wordt de uitgerekende datum bepaald. Dit is belangrijk te weten, omdat zo een schatting gemaakt kan worden in welke periode de baby geboren zal worden.
Soms is er nog enkele weken een beetje bloedverlies. Het kan ook zijn dat je nog geen bloedverlies hebt gehad, maar dat op een echo wordt ontdekt dat het vruchtje niet meer leeft. Je kunt dan binnen enkele dagen (soms weken) een bloeding verwachten waarbij het vruchtje vanzelf wordt afgestoten.
Een miskraam (abortus) is het verlies van een niet-levensvatbaar embryo (vrucht). De oorzaak van een miskraam is bijna altijd een aanlegstoornis. Meestal speelt hierbij een chromosoomafwijking die bij de bevruchting ontstaat een rol. Het embryo in aanleg is niet goed, groeit niet verder en wordt afgestoten.
“Nu, na twaalf jaar onderzoek, heeft ons team ontdekt dat dit tekort genezen kan worden en miskramen en aangeboren afwijkingen voorkomen kunnen worden door een vitamine te slikken,” stelt Dunwoodie. En wel vitamine B3. Deze vitamine is nodig om NAD te maken en zit onder meer in vlees en groene groente.
Een miskraam ontstaat niet door lichamelijke inspanning. Zo kan een valpartij, vrijpartij of stress geen miskraam veroorzaken. De oorzaak is meestal een chromosoomafwijking die bij de bevruchting is ontstaan. Het vruchtje is niet in orde en het lichaam stoot het zelf af.
Lichamelijke klachten
Is er twijfel of je een miskraam hebt gehad, dan krijg je een echo. Op de echo kan je alleen zien of er nog een vruchtzak is. Na een miskraam is er vaak verdikt slijmvlies te zien in de baarmoeder. Dat is normaal en dit verdikte slijmvlies kan je niet goed onderscheiden van een rest.
Na een tijdje zal je lichaam het vruchtje vanzelf afstoten en kan je een spontane miskraam verwachten zoals hierboven omschreven. 60% van de miskramen komt alsnog spontaan op gang binnen twee weken na de echo. Je kan zeker twee of drie weken afwachten. Dit is de meest natuurlijke manier, zonder medisch ingrijpen.
Het hartje van de baby begint pas 28 dagen na de bevruchting te kloppen. Omdat de zwangerschapsduur berekend wordt vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie, moeten daar 14 dagen bij opgeteld worden. Hartactie kan gezien worden vanaf 42 dagen (in de zesde zwangerschapsweek).
De ideale leeftijd om zwanger te worden, is tussen de 25 en 35 jaar. Gemiddeld heb je 20% kans per maand om zwanger te worden. Als je ouder bent dan 35 jaar, kan het langer duren om zwanger te worden. Na je 35ste is de kans per maand nog 10%.
De kans op een kind met het downsyndroom is alleen verhoogd als: U zelf eerder een kind hebt gekregen met de niet-erfelijke vorm van het downsyndroom. Er in uw familie een erfelijke vorm van het downsyndroom voorkomt.
Naar schatting 3 op de 100 kinderen heeft een afwijking bij de geboorte. De kans daarop neemt toe als de ouders al een kind met een afwijking hebben of de vrouw ouder is dan 35 jaar.