Wat je precies kwijt bent aan kleding en schoenen voor je kind, hangt af van waar je winkelt. Ga ongeveer uit van een bedrag tussen de € 35,- en € 60,- per maand.
Houd er rekening mee dat deze kosten nog bovenop de ouderbijdrage komen. Kleding. Je kindje blijft kleding nodig hebben. Gemiddeld geven ouders hier €35 per maand aan uit.
Hoeveel kleedgeld geeft u? Hoeveel kleedgeld u geeft hangt af van uw eigen inkomsten en wat uw kind er wél en niet van moet betalen. Uit het Nibud Scholierenonderzoek van 2016 blijkt dat kinderen van 12 tot 18 jaar gemiddeld € 50 kleedgeld per maand krijgen. Dat bedrag is vrijwel gelijk voor alle leeftijden.
Volgens het laatste onderzoek van Nibud krijgen tieners gemiddeld 64 euro kleedgeld. Daarnaast krijgen zij gemiddeld 31 euro zakgeld. Ook verdienen tieners gemiddeld 174 euro bij hun bijbaantje, en krijgen ze gemiddeld 43 euro door vakantiewerk.
Voorlichtingsinstituut Nibud adviseert om vanaf het 12e jaar met kleedgeld te beginnen. De meeste kinderen ontvangen maandelijks een bedrag tussen de 25 en 50 euro. Slechts 2 procent krijgt meer dan 100 euro. Uiteraard zegt dit bedrag pas iets als ook bekend is wat kinderen ervan moeten kopen.
Uit onderzoek van het Nibud (link naar de website van het Nibud) blijkt dat middelbare scholieren (veel) meer zakgeld krijgen dan kinderen op de lagere school. Een brugklasser ontvangt gemiddeld €15 tot €20 per maand. Dit is misschien ook een goed moment om te beginnen met kleedgeld.
15 euro per kleinkind is een mooi bedrag, waar kleinkinderen altijd blij mee zijn.
Misschien bevalt het je wel dat je ouders al je kleren betalen. Je krijgt alles wat je nodig hebt en je hoeft verder nergens over na te denken. Maar met kleedgeld leer je ook om met geld om te gaan. Geld kun je maar één keer uitgeven, net als je salaris later.
Vanaf welke leeftijd begin je met kleedgeld? Vanaf de middelbare school (>12 jaar) wordt kleding vaak belangrijk(er) voor kinderen*. Dat is een goede leeftijd om te beginnen met kleedgeld en financiële verantwoordelijkheid te hebben. Natuurlijk kan je je kind op weg helpen in het begin met bijvoorbeeld een begroting.
Het kleedgeld geeft vrijheid en pubers kunnen uiting geven aan hun eigen identiteit. Maar niet alle pubers zijn even blij met het kleedgeld. Voor sommige pubers is het krijgen van kleedgeld onaantrekkelijk. Zo zegt een kwart van de pubers dat ze juist meer kleding krijgen van hun ouders wanneer ze samen gaan winkelen.
Gemiddeld maar liefst € 31.429,- euro. Een aardig bedrag als je het zo ziet staan. Als je dit terugbrengt naar het bedrag wat een kind gemiddeld eet per dag is dat €5,- euro. In de eerste levensjaren is het lager, dan eet een kind gemiddeld genomen € 2,50 euro per dag.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft berekend wat één kind in een gezin met twee volwassen kost. Dit is gemiddeld 18% van het netto-inkomen.
Het NIBUD rekende uit dat de kosten baby in zijn eerste jaar gemiddeld € 617,90 aan minimale babyuitzet zijn en daar kan nog zo'n € 930,00 bovenop komen als je alle attributen aanschaft die in het lijstje staan.
Verjaardag: weer staat de vraag centraal: wie is de ontvanger? Een bedrag tussen de €10 en €25 is gebruikelijk voor vrienden. Gaat het om je eigen ouders, dan liggen de bedragen wat hoger. Een bedrag tussen de €50 en €100 is dan realistischer.
De meeste Nederlanders geven voor een normale verjaardag €20 euro maar voor een 50ste verjaardag pakken ze over het algemeen toch iets meer uit. Voor een 50ste verjaardag geven de meeste Nederlanders namelijk een bedrag van €50 euro.
Hoe ouder de kinderen, hoe hoger het bedrag. Voor 16- en 17-jarigen is dat 15 euro, voor 18- en 19-jarigen is dat 20 euro. Het aandeel jongeren dat zakgeld krijgt, blijft wel stabiel bij jongeren vanaf 14 jaar: het blijft schommelen rond vier op de vijf.
Hoeveel zakgeld geef je een kind in de brugklas? Uit onderzoek van het Nibud blijkt dat een kind van 12 jaar in de brugklas ongeveer € 17 tot € 22 zakgeld ontvangt. Zorg dat dit een vast tijdstip in de maand is, en wijk hier niet vanaf. Maak samen met je kind afspraken over wat hij of zij hiervan moet betalen.