Als dood aas kan je een klein visje gebruiken maar de meeste snoekbaars vissers geven toch de voorkeur aan een half visje, en dan met name het staartdeel. Een half visje geeft meer geur af en is nog makkelijker naar binnen te werken, vandaar dat dit bij het met dood aas snoekbaars vissen favoriet is.
Zet de dobber bij voorkeur zo diep dat de aasvis 20-40 centimeter boven de bodem van het viswater hangt. Dat levert vaak de meeste aanbeten op. Een andere manier van met de dobber en dood aas snoek vissen is meer statisch. Je verankert de aasvis dan met schuiflood op de bodem.
Voor het doodaas vissen op snoekbaars worden meestal kleine voorntjes of staartstukken van grotere voorns gebruikt. Ook is spiering een zeer populair aas. Op het gebied van zoutwater vis doen kleine sardines, sprotjes of een stuk van een andere zoutwatervis het altijd goed!
Bij de montage wordt een eerste haak in de bek van de aasvis geprikt terwijl een dreg aan de zijkant bij de rugvin wordt gestoken. De floater zit vast aan een lijntje met een lusje. Dat lusje wordt aan de dreg gehangen waardoor de aasvis netjes boven de bodem hangt en zo extra opvalt voor hongerige snoek.
Om grote snoekbaars te vangen gebruiken ze een bijhengel, met hele grote shads (bijvoorbeeld de Spro Mega Shad), met een loodkop van 25 tot 45 gram. Deze wordt 20 tot 30 centimeter boven de bodem aan de mogelijke grote snoekbaars aangeboden. Daarnaast vissen ze met een handhengel om te verticalen.
In de winter trekt de snoekbaars als dat mogelijk is naar zeer diep water. Veel snoekbaarzen leven dan op dieptes tussen de tien en twintig meter.
Snoekbaars en baars*: van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei (IJsselmeer: tot en met 31 mei)**. Beekforel: van 1 oktober tot en met 31 maart.
De enige manier om ze snel en pijnloos te laten sterven is door ze te verdoven en/of hersendood te maken.
Er is keuze uit takels met twee dreggen (maat 4/6/8) of één dreg en een enkele haak (maat 4/6/8). Wanneer je echt extreem grote aasvissen inzet, kun je ervoor kiezen om een onderlijn met twee dreggen en één enkele haak te gebruiken ( maat 2/4/6).
Bij teveel weerstand laat de snoekbaars het aas geheid los. Hetzelfde geldt voor het vissen me de dobber. Lood deze goed uit gebruik niet te zware dobbers. Als haak gebruiken we een dundradige haak in de maat 1 of 2.
Snoekbaars heeft een voorkeur voor kleinere vis en eet ook dood aas. Baars eet voornamelijk nog kleinere levende prooivis. Roofblei begeeft zich voornamelijk in de bovenste waterlagen met flinke stroming, terwijl de snoekbaars foerageert nabij de bodem of obstakels.
Als je wilt gaan vissen met doodaas heb je een aantal dingen nodig die belangrijk zijn bij deze visserij. Om te beginnen bij het klein materiaal. · Stoppertjes size L (om de diepte te bepalen van je aasvis). · Dobber 20 gram ( drijfgewicht afhankelijk van het gewicht van je aasvis).
Wat Vang Je Met Een Spiering? Spiering is een ontzettend populair doodaas soort voor het vissen op baars, snoek en snoekbaars. Spiering kan perfect worden ingezet tijdens het vissen met de dropshot, fireball of dobber.
In ondiep water vang je vaak het beste als je met drijvende pluggen of spinners gaat snoeken. In dieper water werken diep duikende pluggen, zinkende pluggen maar ook shads het beste. De kleur die je kiest om mee te snoek vissen kan bepalend zijn voor succes. Natuurlijke kleuren werken vaak goed in helder viswater.
Zeker als het water kouder is en de aasvis wegtrekt van het grote water, volgen de snoeken maar wat graag de aasvis naar dit soort plekken. Zijsloten, vaarten, baaien, eigenlijk alles wat vast zit aan het grote water zijn goede plekken. Zeker als hier wat planten groeien, of misschien zelfs tussen huizen in.
Snoeken zijn net als veel anderen vissen niet de hele dag actief. Je kunt daarom het beste gaan snoeken in de tijden dat ze wel actief zijn, namelijk 's morgens en in de namiddag tot avond. Rond het middag uur is de vis vaak vrijwel niet actief en hangt deze meer een beetje rond de bodem dan dat deze actief jaagt.
Voor de lichtere doodaas visserij op kleiner water en kortere afstanden kun je uit de voeten met een hengel van 3.30 of 3.60 meter in de 2,5 tot 2,75 lbs. klasse en voor het doodaas vissen op groter water, langere afstanden en grote aasvissen is een hengel in de 3,00 tot 3,25 lbs.
Qua drijfvermogen, kies een dobber van tussen de 20 en 30 gram. Zwaarder is niet nodig, de kans is groter dat de vis daar weerstand van gaat voelen en de aasvis loslaat. Het lood bestaat uit een simpel schuifloodje van rond de 10 gram, uitgaande van een 20 grams dobber (de aasvis heeft ook gewicht).
Dood aas wordt door de meeste vissers als een typisch winteraas gezien en dat is eigenlijk zonde. Ook in de zomer kan je prima snoekbaarzen met een klein dood visje of met een stukje vis. Omdat de snoekbaars in de zomer jachtlustig is worden de beste resultaten geboekt met dood aas dat wat in beweging wordt gebracht.
Etherische kruidnagelolie wordt vaak gebruikt voor de euthanasie van vissen. De etherische kruidnagelolie zal eerst de vis verdoven en kort hierna zal de vis pijnloos inslapen.
Outriggen is ook duurzamer dan de boomkor, omdat deze techniek minder (ongewenste) bijvangst tot gevolg heeft en er de helft minder brandstof nodig is.
Ofschoon snoek zich in de winter prima met kunstaas laat vangen, zweren veel vissers bij dood aas. Vooral grote snoek is in de winter wat trager, en geeft dan de voorkeur aan een makkelijk te vangen prooi. Dood aas in de vorm van een dode voorn, blei, sardine, spiering of kleine makreel lijkt dan het aas bij uitstek.
Dit seizoen hebben er ook al weer 2 op het meetlint gelegen. Op het grote water is het zo dat de kleinere snoek vaak dichter bij de kant op circa 1 tot 2 meter diepte verblijft. Logisch natuurlijk. Op het diepere open water is een kleinere snoek een makkelijke prooi voor een buffel.
Vissen > 15 centimeter
Als visser mag u maximaal 5 dode vissen groter dan 15 cm vervoeren en tijdens het hengelen in bezit houden. U mag dus maximaal 5 exemplaren groter dan 15 cm mee naar huis nemen. Voor paling en snoekbaars is het aantal beperkt tot maximaal 3 stuks.
De snoekbaars heeft stevig visvlees, waardoor hij zich voor vrijwel alle bereidingen goed leent, zoals bakken, grillen, pocheren, stomen en garen in zoutkorst of bladerdeeg. In tegenstelling tot snoek, heeft de snoekbaars geen grote hoeveelheden graten, waardoor het ook met hele vissen fijn werken is.