De taal wordt ook Darija genoemd; dat is het Arabische woord voor gangbaar. De naam impliceert dus dat het om "de gangbare taal" gaat.
Arabisch (Marokkaans) is de meest gebruikte taal van Marokko. Het Arabisch (Marokkaans) is een regionale variant van het Arabisch. Ook andere landen en gebieden hebben een eigen variant, al komen deze meer overeen met het Standaardarabisch naarmate men het Arabisch Schiereiland nadert.
Marokko's twee officiële talen zijn Arabisch en Amazigh, maar vrijwel alle Marokkanen spreken en begrijpen Frans. Het Spaans is wijdverspreid in het noorden en zuiden van Marokko. Je zal betoverd worden door het Arabisch. De taal zingt en de warme intonaties moedigen aan tot een gesprek.
Men onderscheidt de volgende dialecten: De Meghrijnse dialecten (gebied rond Marokko, Algerije en Tunesië), de Egyptische dialecten, de Syrisch-Libanese dialecten, de dialecten van het Arabisch schiereiland en de Irakese dialecten.
Berbers is een dialect (in Marokko) van het Arabisch en Arabieren zijn het volk dat Arabisch praten. Mensen uit het Midden-Oosten worden vaak als Arabieren genoemd, terwijl het Arabier zijn geld voor ieder die de taal Arabisch praat.
In het Arabisch wordt Marokko Maghreb genoemd, dat het westen betekent.
De term Arabieren, in het enkelvoud Arabier, is bij de meeste mensen wel bekend.
Arabieren zijn oorspronkelijk de nomadische Semitische inwoners van het Arabisch Schiereiland (Arabië), die het Arabisch als taal hebben.
Arabisch (in het Arabisch: العربية, al ʿarabiyya, of soms kortweg عربي, arabi) is een Semitische taal die door ongeveer 380 miljoen mensen in verscheidene landen wordt gesproken. Het Arabische alfabet heeft 28 letters. Arabisch wordt van rechts naar links geschreven.
Maar het meest vallen toch wel de Marokkaanse woorden op: izjen 'een' en meh 'woordje aan het einde van een vraagzin' uit het Tarifiyt Berber (Tamazight); bhel 'als, alsof', wehed/wahed 'een' en nog meer woorden uit het Marokkaans Arabisch.
De gesproken taal wijkt in Marokko sterk af van het standaard Arabisch. Het Marokkaanse Arabisch, dat door bijna tweederde van de bevolking wordt gesproken wordt, is vaak een mengeling van Arabisch, Frans, Spaans en Berbertalen.
Een minicursus: met sahbi spreek je een vriend aan, saaf – van het Arabische sarf, wisselgeld – is geld en ewa kun je zo'n beetje overal tussen gooien.
Oemm, ook Umm, Imm of Om (Arabisch: أم; "moeder"), vormt een onderdeel van een Arabische vrouwelijke bijnaam (كنية/koenja) met als betekenis "moeder van". De mannelijke tegenhanger is Aboe (of Abu).
Al-Djennah: het Paradijs.
Habibi betekent ' mijn schat ' in het Arabisch, tenminste als een vrouw het tegen haar man zegt.
Barak Allahu fik!
Letterlijk “moge de zegening van Allah over je neerdalen!”
De berbers, die zich Amazigh (betekent 'vrije man') noemen, zijn de oorspronkelijke bewoners van Marokko. De Marokkaanse Arabieren stammen af van de Arabische veroveraars die in de zevende eeuw voor het eerst Marokko binnenkwamen en van de Arabische moslims die in de vijftiende eeuw uit Spanje werden verdreven.
Toen de Islam is gekomen heeft Allah de Verhevene de groet voorgeschreven aan de gelovigen, deze groet is de vredesgroet namelijk: Assalamo Alaykom Warahmatollahi Wabarakatuh. Allah azw zegt in Surat Nour: “Wanneer jullie dan huizen binnentreden, geef julliezelf dan de salam, een groet van bij Allah, gezegend en goed.
Het woord starfullah betekent "God vergeef me". Het wordt gebruikt om een gebeurtenis te beschrijven die Franstaligen schokt. Het is ontleend aan de uitdrukking astaghfiroullah.
Arabisch is een term die wordt gebruikt om de mensen te beschrijven met de moedertaal Arabisch. Dit is een culturele term, geen ras-term of religieuze term. Arabische mensen komen uit verschillende etnische en religieuze achtergronden.
In feite worden alle Arabisch sprekende mensen opgevoed in een dialect, ook wel omgangstaal genoemd. De dialecten verschillen onderling, waardoor Arabischsprekende inwoners uit verschillende regio's elkaar moeilijker kunnen verstaan. Overgangsvormen tussen dialect en MSA noemt men wel 'de derde taal'.
Fellah. “Marokkaans-Arabisch voor boer. Ik wil lekker bezig zijn en ik wil oud worden.
Hallo zeg je in het Marokkaans als 'Salaam'. Vaak wordt het als zodanig afgekort. Volledig zeg je echter: 'Essalamoe Alaikoem'.