Als je biseksueel bent voel je je aangetrokken tot zowel het mannelijke als het vrouwelijke geslacht. Biseksualiteit is een iets lastiger te definiërende seksuele voorkeur omdat niet alle biseksuele mensen evenveel op mannen als op vrouwen hoeven te vallen.
Panseksueel is een overkoepelende term, die betekent dat je op mensen valt, of het nou mannen, vrouwen, non-binaire, intersekse personen of andere vormen betreft.
Non-binair is eigenlijk een parapluterm: het wordt gebruikt voor alle genders die buiten de tweedeling man/vrouw vallen. Sommige non-binaire mensen noemen zich bijvoorbeeld genderqueer, agender of genderfluïde. Een deel van de non-binaire personen noemt zich ook transgender.
Skolioseksueel ['skoːlioːsɛksywel]
Een skolioseksueel persoon voelt zich aangetrokken tot transgender personen.
Panseksualiteit is de seksuele, romantische, of emotionele aantrekking of het verlangen naar personen van alle genderidentiteiten en biologische geslachten.
Betekenis omniseksueel
Iemand die omniseksueel is, voelt zich net als panseksuelen aangetrokken tot mannen, vrouwen en alles daartussenin. Wat dan het verschil is? Bij omniseksualiteit wordt het geslacht of gender van de ander wél erkend, terwijl dat bij panseksualiteit niet het geval is.
Panseksueel betekent dat je verliefd wordt op mensen. Het maakt je niet uit wat voor sekse of genderidentiteit iemand heeft. Meer over lesbisch, homo, bi.
Non-binair (of genderqueer) is een parapluterm voor alle geslachtsvormen die buiten de traditionele man/vrouw verdeling vallen. Sommige mensen voelen zich het andere geslacht dan hun biologische (transpersonen), anderen zien een vrouw én een man (bigender), weer anderen iets er tussenin (derde geslacht).
Mensen met een polyamoreuze relatie, identificeren zich weer niet allemaal als polyseksueel. Iemand die polyseksueel is, is trouwens ook net anders dan iemand die panseksueel is. Panseksuele mensen voelen zich aangetrokken tot alle geslachten. Ook biseksualtiteit is ook net anders.
Er bestaan verschillende genderidentiteiten: de meest bekende zijn man en vrouw. Daarnaast bestaan ook trans vrouw, trans man, genderqueer, non-binair, agender,.. Meestal worden genderidentiteiten verzameld in twee grote groepen: transgender en cisgender.
Interseksuelen, vroeger hermafrodieten genoemd, hebben een lichaam met zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken. In de meeste gevallen wordt intersekse veroorzaakt door een gendefect. Er zijn heel veel verschillende vormen van interseksualiteit. Iemand kan bijvoorbeeld geen baarmoeder hebben, maar wel eierstokken.
In 2016 heeft de transgemeenschap genderneutrale voornaamwoorden gekozen voor trans personen die zich man noch vrouw voelen. Gebruik in dit geval in plaats van hij/hem/zijn of zij/haar/haar: hen of die/hen/hun. Enkele voorbeeldzinnen om je op weg te helpen: Sacha stapt op hun fiets.
Dit noem je non-binair of genderqueer. Deze mensen voelen zich man en vrouw tegelijk, geen van beiden, of iets tussen een man en vrouw in. Er zijn ook mensen die zich de ene keer man en de andere keer vrouw voelen, dit noem je ook wel genderfluïde.
Personen die demiseksueel zijn voelen zich dus pas fysiek aangetrokken tot een ander zodra er mentaal een band is opgebouwd. Demiseksualiteit wordt soms ook wel 'semiseksualiteit' of 'grijze seksualiteit' (greysexual) genoemd.
Pangender is een multi gender niet-binaire genderidentiteit die verwijst naar een enorme en diverse veelheid van geslachten in hetzelfde individu die zich oneindig kan uitstrekken, altijd binnen de eigen cultuur en levenservaring, en al dan niet onbekende geslachten kan omvatten.
Een non-binair persoon is dus iemand die zich niet thuis voelt in de binaire gendercategorieën man of vrouw en zich beter voelt bij een andere, niet-binaire, genderidentiteit. We gebruiken non-binair hier als een paraplubegrip voor een verzameling aan genderidentiteiten die niet (enkel of helemaal) man of vrouw zijn.
De letterlijke betekenis van queer is 'vreemd'. Queer staat voor een brede genderidentiteit of seksuele identiteit. Mensen die zichzelf geen seksuele identiteit of vaststaand gender toekennen of dit afwijzen, noemen zichzelf queer.
Queer is een overkoepelend begrip voor onder andere homoseksuele, biseksuele, panseksuele, transgender, intersekse en non-binaire/genderqueer mensen. De term wordt meestal gebruikt om uit te leggen dat iemand zich niet thuisvoelt binnen de hetero- en gendernormen en zogeheten 'hokjes' in twijfel trekt.
dwars, schuin; kreuz und quer, in alle richtingen; das kommt mir quer, dat komt me ongelegen; die Sache geht quer, de zaak loopt verkeerd; quer zu, dwars op.
Cisgender en binaire hokjes
Als je cisgender bent, komt je genderidentiteit (hoe je je voelt van binnen) overeen met je geboortegeslacht. Bijvoorbeeld: je bent geboren met een penis en je voelt je man. Of je voelt je vrouw en bent geboren met een vulva. Dit valt binnen het 'binaire geslachtsmodel'.
Non-binair, genderqueer, gender non-conform, genderfluïde en bigender. Dit zijn allemaal verschillende termen voor genderidentiteiten die buiten het binaire gendermodel (man of vrouw) passen. En deze personen wensen dus niet met hij/zij, hem/haar of zijn/haar te worden aangesproken, maar met die, hen, hun of diens.
Zoöfilie is de seksuele voorkeur van mensen die zich erotisch aangetrokken voelen tot dieren.
Wanneer iemand zich seksueel of romantisch aangetrokken voelt tot een levenloos object noem je dat objectofilie.
Over het algemeen wordt onder bestialiteit 'seks met dieren' verstaan. In de Van Dale (2006) wordt bestialiteit omschreven als: “geslachtsverkeer tussen mens en dier”. Maar uiteraard vallen, net zoals bij mensen, ook andere seksuele handelingen die niet onder geslachtsverkeer vallen wel onder seksueel gedrag.