Er wordt weleens gezegd: als je het echt niet weet en je moet gokken, schrijf dan ou; die komt namelijk het meest voor in het Nederlands. Maar helemaal aan het begin van een woord is het bijna altijd au: aubade, augurk, aureool, auto (uitzondering: oubollig).
Au en ou klinken hetzelfde maar toch schrijven we het anders. Als zulke dubbelspellingen voorkomen, is dat omdat deze klanken van oorsprong wél verschillend werden uitgesproken. De oorspronkelijke klank in koud, goud en Wouter was ol. Voor een d of t werd de klank in het Nederlands vervormd tot ou.
"Œ" (kleine letter "œ") is een klinker en een letter gebruikt in middeleeuws en vroegmodern Latijn, en in modern Frans. De letter is een ligatuur voor "OE". Het teken wordt ook wel eðel genoemd (IPA: [/eðəl/]). In het Latijn staat deze combinatie voor een tweeklank, IPA [oe], die wordt uitgesproken als "oi".
Nederlanders zeggen au (of misschien beter: auw) als ze pijn hebben. Wie een andere moedertaal heeft, zegt iets anders. Zo zeggen ze in sommige Duitse kinderen "awa", in Ghana zeggen ze: "edjee" en in Engeland "outsj".
In de meeste gevallen is het aan te bevelen in plaats van en/of gewoon of te gebruiken. Het voegwoord of sluit de betekenis 'en' niet automatisch uit. Elke fabrikant van reflecterend of fluorescerend materiaal moet de lichtwerking van zijn producten laten testen.
De uitspraak van het eerste element van de ei/ij schuift ook naar de aa op. Met name in de Randstad hoor je een klank die heel sterk lijkt op de /aai/ in haai.
Als je wil weten wat de klinkers zijn, dan kun je het beeld voor je zien dat je jezelf met een hamer op je hand slaat. Je zegt dan: ''Oei, au!''. Hier zitten alle klinkers in: de a, e, i, o en u. Ook de IJ wordt gezien als klinker.
"Ø", "ø" is een klinker en een letter die gebruikt wordt in het Deens, Faeröers en Noors en bestaat uit een O of o met een schuine streep. De uitspraak van de klinker is ongeveer als het Nederlandse "eu" (fonetisch symbool: [ø]) in het woord "reus".
Sterke werkwoorden met een ij/ei-klank in het woord worden meestal geschreven met de lange ij. Zwakke werkwoorden met een ij/ei-klank in het woord worden meestal geschreven met de korte ei. Het laatste deel van deze woorden (-heid) is altijd met een korte ei.