Adviezen voor het bekken in de kraamperiode
De eerste twee tot drie dagen geen trappen lopen. Let op voldoende rustmomenten. Probeer viermaal per dag even te liggen. Alleen liggen is rust voor het bekken!
Wanneer mag je weer hardlopen of sporten na de bevalling? Het algemene advies is dat je weer mag beginnen met sporten (nog niet hardlopen!) na zes weken, als je een vaginale bevalling hebt gehad. Voor hardlopen na een keizersnede geldt acht weken.
6 weken na de bevalling
Je baarmoeder is weer geslonken tot het oorspronkelijke formaat. Je hebt geen nabloedingen meer en in het geval van een keizersnede of (sub)totaalruptuur is het littekenweefsel zover hersteld dat je het langzaam mag gaan belasten.
U mag weer gaan sporten, als u zich hiertoe in staat voelt. Probeer dit rustig op te bouwen, forceer niets. Zwemmen mag pas weer als het vloeien gestopt is. U kunt na 6 weken weer beginnen met buikspieroefeningen.
Het duurt na de bevalling minimaal 9 maanden tot je bekken en bekkenbodem hersteld zijn. Het is goed om je rug, buik en bekken niet te zwaar te belasten. Daarmee voorkom je dat je urine of ontlasting gaat verliezen, of een verzakking krijgt.
Deze week telt 'officieel' eigenlijk tien dagen. Vroeger lag de kraamvrouw, de vrouw die net was bevallen, tien dagen in bed en mocht daar absoluut niet uit. Zo is het tegenwoordig niet meer, maar je kraambed of -tijd is er wel nog steeds om bij te komen en je lichaam te laten herstellen van de bevalling.
Water en met name zwemwater bevatten bacteriën, welke een infectie in uw baarmoeder kunnen veroorzaken. Wij adviseren u om pas weer in bad of naar een zwembad te gaan als het bloedverlies na de bevalling een aantal dagen helemaal gestopt is. Na de bevalling zit er in de baarmoederwand een wond van de placenta.
U bent kraamvrouw tot 6 weken na de bevalling. Lichamelijk, emotioneel en sociaal gezien verandert er veel. Wat kunt u verwachten? In de kraamperiode is hygiëne erg belangrijk.
Hoe lang kun je een buikband dragen? Na ongeveer 2 tot 3 weken zijn de spieren redelijk herstelt. Je kunt de buikband dan langzaam minder gaan dragen. Tip: draag de buikband wel als je iets moet tillen, zoals boodschappen.
Je kan 6 weken na de bevalling weer (rustig) gaan sporten
Om optimaal te herstellen en eventueel de borstvoeding goed op gang te laten komen, is het verstandig om de eerste week na de bevalling in en rond je bed te blijven. Daarna kunnen de meeste vrouwen rustig hun activiteiten gaan opbouwen.
De wond is nog steeds wat gezwollen en het littekenweefsel is stug. Het soepeler worden van het weefsel duurt 6 tot 12 weken. Bij druk op de wond kan het nog pijn doen. Na 12 weken is er nog altijd een rood streepje zichtbaar en kan het ook nog steeds wat stug aanvoelen.
Verzakking van de baarmoeder of vaginatop
U heeft een zwaar gevoel in uw vagina, alsof er iets naar buiten komt. Sommige vrouwen hebben het gevoel dat er een bal tussen hun benen zit. Of het gevoel dat ze ergens op zitten. U heeft een zeurend gevoel of pijn in uw onderbuik, benen of liezen.
Tijdens een bevalling wordt het kanaal sterk opgerekt en ervaart de vrouw net zo'n pijn als mannen bij een trap in het kruis. Maar terwijl een trap van korte duur is, duurt een bevalling gemiddeld acht uur. Het oprekken van de spieren tijdens een bevalling veroorzaakt een extra hevige, lokale pijn.
Het kan langer duren met hechtingen of na het uitscheuren om comfortabel op een zadel te zitten. Die extra druk en spanning van het fietsen kan het herstel namelijk langer laten verlopen. Vanaf 6 weken kun je in principe weer gaan sporten, en dus ook weer dagelijks iets langere stukjes gaan fietsen.
Fysieke belasting. Het is belangrijk om de fysieke belasting tijdens de zwangerschap en tot zes maanden na de bevalling zoveel mogelijk te beperken. Hiervoor gelden een aantal richtlijnen: Is tillen toch nodig, dan mag dat maximaal 10 kilo per keer zijn.
Als je baby 1 week oud is, ziet hij nog steeds heel weinig. Zou je hem een oogmeting laten doen met zo'n kaart die opticiens gebruiken, dan zou hij alleen de grootste letter bovenaan kunnen zien. Meer heeft hij nu ook niet nodig: zolang hij jouw gezicht maar ziet tijdens het voeden, is je kind tevreden.
Doorslapen voor een baby is 5 à 6 uur slaap achter elkaar. Bij borstvoeding zijn nachtvoedingen goed voor het op gang komen en blijven van de melkproductie. Na de eerste weken wordt een kind wakkerder en soms onrustiger.
De eerste 6 weken kun je beter niet langer dan 15-20 min achter elkaar wandelen. Zorg dat je dit goed opbouwt. Probeer iedere wandeling bijvoorbeeld 2 minuten langer te maken. Ga dus niet van 5 in één keer naar 20 minuten.
Op rustige dagen vloei je weinig maar op drukkere dagen (bijvoorbeeld na de eerste keren wandelen), vloei je meer. Dit mag en is normaal. Naar buiten. Richting het einde van de kraamweek of in de eerste dagen daarna zijn de meeste vrouwen eraan toe om een eerste wandeling buiten te maken.
Het algemene advies luidt “9 maanden zwanger betekent 9 maanden ontzwangeren”. Je lichaam heeft tijd nodig om te herstellen, je hormonen om weer in balans te komen en jullie gezin om te wennen aan de nieuwe situatie en rust en ritme op te bouwen. Het is een heerlijke tijd, met veel momenten om van te genieten.
Ze komen vooral 's nachts omdat de baarmoeder dan het meest actief is. Het kenmerkende van voorweeën is dat ze niet in kracht en frequentie toenemen en na een paar uur weer afzwakken. Gelukkig zijn deze voorweeën nog niet echt krachtig. De bevalling is dan nog niet begonnen.
Het beste wat je kunt doen is rustig blijven en in bed blijven liggen, zelfs als je niet kan slapen. Je lichaam heeft namelijk hoe dan ook de rust nodig om bij te komen na de bevalling. Als de hormonen weer wat tot rust komen, zal je de nachten en dagen erna waarschijnlijk wel kunnen slapen wanneer je baby slaapt.
Waarom moet het bed op klossen? Tijdens de bevalling en in de kraamweek moet je bed een hoogte hebben van 80-90 cm, gemeten vanaf de vloer tot de bovenkant van de matras. Dit is zodat de verloskundige (bij een thuisbevalling) en de kraamverzorgende je beter kan verzorgen, zonder haar eigen rug geweld aan te doen.
Oorzaken moeite met traplopen
Kortademigheid door COPD of een andere longaandoening. Hart- en vaatziekten. Problemen met gewrichten. Versleten knie.