Een dode tand krijgt die grijze kleur omdat ijzer in de rode bloedlichaampjes vrijkomt. De verkleuring van de tand kan al binnen enkele dagen na de klap optreden maar kan ook jaren later ineens gebeuren.
Als een tand er helemaal uit is geweest door een ongeluk is ook meestal een wortelkanaalbehandeling noodzakelijk. Als tijdens het schoonmaken van een zeer diep gaatje de zenuw bloot komt te liggen zal in de meeste gevallen ook een (gedeeltelijke) wortelkanaalbehandeling gedaan moeten worden.
Wanneer de zenuwontsteking (pulpitis) zo ver gevorderd is dat deze zich niet meer herstelt, dan heeft u een zenuwbehandeling nodig. In sommige gevallen gaat de pijn vanzelf over; dan is de tandzenuw waarschijnlijk afgestorven. Het gevolg hiervan is dat u soms tijden geen pijn meer heeft.
Hoe lang gaat de behandelde tand of kies mee? Door middel van een goede verzorging kan behandeld tand of kies levenslang meegaan. Aangezien tandbederf altijd kan optreden, zijn een goede mondhygiëne en regelmatige controles van wezenlijk belang om verdere problemen te voorkomen.
Hoewel implantaten een mogelijke oplossing zijn voor ontbrekende tanden, zijn ze niet beter dan de wortelkanaalvullingen die in natuurlijke tanden geplaatst worden. Implantaten hebben vaak zelfs meer vervolgonderhoud nodig en brengen extra kosten met zich mee om hun voortbestaan te verzekeren.
Een wortelkanaalbehandeling slaagt meestal in één keer. Maar soms geneest een wortelpuntontsteking niet helemaal of ontstaan er opnieuw klachten. Dan kan door een kleine chirurgische behandeling de tand of kies vaak behouden blijven.
Een dode tand wordt donkerder. Dat kan donkerder geel zijn, maar ook blauwachtig grijs of zwart. Een dode tand kan ook gepaard gaan met een stevige kiespijn, afhankelijk van de infectie of het abces in het wortelkanaal. De kiespijn wordt veroorzaakt door druk in de tand of kies.
Wortelkanaalbehandeling of trekken, wat is de beste keuze? Om de tand of kies te behouden is een wortelkanaalbehandeling de beste keuze. Hierbij wordt het ontstoken tandweefsel weggehaald.
Als u geen wortelkanaalbehandeling uitvoert dan sterft het tandweefsel af. De ontsteking kan zich verspreiden naar het kaakbot. Als de ontsteking in het kaakbot komt, kunt u tanden en kiezen verliezen. Daarom is een wortelkanaalbehandeling essentieel.
Is de irritatie van de zenuw te groot dan zal de zenuw langzaam afsterven (dagen tot maanden). Hierbij treden wisselend pijnklachten en pijnvrije periodes op. Is de zenuw eenmaal geheel afgestorven dan zal het dode zenuwmateriaal een ontstekingsreactie in de omgeving van de kies veroorzaken.
Wat veroorzaakt een loszittende tand? Een losse tand kan worden veroorzaakt door het verlies van bot rond de tand ("parodontitis"), een gebroken tandwortel (trauma) of een verwijde ruimte tussen de tandwortel en het bot waarin de tand zit (infectie of langdurige stress).
Een pulpitis kan, na wegnemen van de oorzaak, tot een bepaalde hoogte genezen, dit wordt een reversibele pulpitis genoemd. De pulpa trekt zich vaak dan ook wat terug door extra tandbeen aan te maken. De gevoeligheid zal dan ook langzaam af nemen, dit kan echter wel enkele maanden in beslag nemen.
Van binnenuit bleken van een dode tand (walking bleach):
Na een wortelkanaalbehandeling kan de dode tand van binnenuit gebleekt worden. In de tand wordt een papje met een bleekmiddel aangebracht, waarna de tand wordt afgesloten met een tijdelijke vulling. In de dagen hierna zal de tand lichter worden.
Wil je wittere tanden hebben? Maak je geen zorgen: als het glazuur alleen oppervlakkig verkleurd is, is dat niet onomkeerbaar. Je kunt de kleur van je tanden thuis verbeteren met behulp van een 'thuisbehandeling'. Tandglazuur is als een spiegel.
Een dode tand krijgt die grijze kleur omdat het ijzer in rode bloedlichaampjes vrijkomt. De verkleuring van de tand kan al binnen enkele dagen na de klap optreden maar kan ook jaren later ineens gebeuren.
Wanneer het weefsel daar ontstoken is, voert de tandarts een wortelkanaalbehandeling uit. Veel mensen zien erg op tegen een wortelkanaalbehandeling. Maar wanneer je de behandeling uitstelt of negeert, wordt het alleen maar erger en kan er zelfs een abces in je kaak ontstaan.
Je kunt een tand of kies kwijtraken door een val of door een ernstige tandvleesontsteking, maar het kan ook gebeuren dat een of meerdere tanden of kiezen missen omdat ze nooit zijn aangelegd. Wat de oorzaak ook is, de tandarts kan zorgen dat je gebit weer hersteld wordt.
Een tand of kies kan tijdens een wortelkanaalbehandeling beschadigd raken of breken. De tand of kies moet dan gerestaureerd worden. Tijdens de behandeling kunnen er perforaties ontstaan. Dit zijn onbedoelde openingen naar tandvlees of het kaakbot.
Röntgenfoto's bij de tandarts
Problemen aan het gebit zijn niet altijd aan de buitenkant te zien. Daarom maken we met enige regelmaat röntgenfoto's van uw gebit. Zo kan uw tandarts precies zien of er ontstekingen en gaatjes zijn, hoe het kaakbot eruitziet en of er bijvoorbeeld verstandskiezen in de kaak aanwezig zijn.
Kenmerkend zijn het rode, gezwollen en bloedend tandvlees. Ook trekt het tandvlees zich terug en ontstaat er een slechte adem. Door tijdige behandeling kan voorkomen worden dat de loszittende kies verloren gaat.
Indien er klachten ontstaan, is het natuurlijk verstandig om een tandarts om raad te vragen. In sommige gevallen, kunnen de ontstekingsproducten via een afvoergang eindigend op het tandvlees naar buiten komen. Deze afvoergang wordt een fistel genoemd en lijkt op een 'puistje'.
het is niet goed mogelijk om alle ontbrekende kiezen te vervangen. Mocht de achterste kies ontbreken, dan kunnen alleen de kiezen/tanden voor in de mond als pijler gebruikt worden. Hierdoor ontstaan ongunstige kantelkrachten, wat de levensduur van de pijler(s) negatief beïnvloedt.
Na een ontzenuwing kan er enkele dagen wat pijn zijn
De pijn zal voornamelijk afhangen van de mate van ontsteking. De pijn na een wortelkanaalbehandeling is goed te behandelen met een pijnstiller waardoor de patiënt na enkele dagen geduld geen last meer zal ondervinden van de behandeling.
Een radioloog kan volgende zaken vaststellen aan de hand van een röntgenfoto van de borstkas: ontstekingen: Bij een bronchitis is de röntgenfoto normaal. Bij een longontsteking (pneumonie) zijn één of meer verdichtingen of soms een toegenomen streperig patroon te zien.