Je kunt hem proberen te verjagen met een mollentriller (op zonne-energie). Ook sommige katten zijn uitstekende mollenvangers. Gebruik nooit zelf gif om een mol te doden. Hoewel het niet zo diervriendelijk is kun je eventueel wel een mollenvanger plaatsen om ze in de val te lokken.
Je kunt dus knoflookteentjes in de molsgang leggen om ze te verjagen. Maar er zijn meer planten die mollen niet fijn vinden: keizerskroon (Fritillaria imperialis), nieskruid of kerstroos (Helleborus), tuingloxinia (Incarvillea) en kruisbladwolfsmelk (Euphorbia lathyris).
Mollen hebben een uiterst sterk gehoor om hun prooien te kunnen vangen (zelfs de trillingen van regenwormen kunnen ze waarnemen!), bijgevolg hebben ze een hekel aan overvloedige trillingen en veel lawaai. Er zijn apparaten verkrijgbaar die op een batterij of op een zonnepaneeltje werken en trillingen produceren.
Mollen houden niet van de geur van azijn en zullen hierdoor snel wegvluchten. Azijn is daarom een goede optie als je op zoek bent naar een manier om de mol uit je tuin te verjagen.
Molshopen en mollengangen dichtmaken
Ziet u een molshoop of een mollengang, dan kunt u deze dicht drukken. Het zal de mol niet direct verdrijven, maar u kunt hem zo wel ontmoedigen om verder te graven.
Als je veel last hebt van mollen, betekent dit dus ook dat er een gezond bodemleven heerst in jouw tuin. De dieren leggen hun gangen graag aan op plekken waar zo min mogelijk obstakels zijn. Onder een glad gazon is bijvoorbeeld heel veel ruimte voor mollen; ze vinden het heerlijk om hier te graven.
Een kleine tuin zal dus meestal maar plaats bieden aan één mol. Omdat die mol zijn eigen territorium heeft, is het verwijderen van je bodemgast vaak zinloos. Het enige wat je doet is een thuis aanbieden aan een nieuw exemplaar. En dan nog een thuis met een voorgegraven gangenstelsel.
Mollen zijn het hele jaar door aanwezig, maar vooral in de lente is zijn activiteit groot. In het voorjaar ontwaakt de natuur, en de insecten en larven die in de winterperiode dieper in de grond zijn gekropen, komen weer omhoog.
Het meest effectief mollen bestrijden kan met mollenvallen. Er bestaan twee soorten mollenvallen, namelijk mollenvangkokers, waarmee je de mol levend vangt in een buisvormige val om hem vervolgens elders vrij te laten, en mollenklemmen die de mol niet sparen.
Onder de grond heeft de mol geen natuurlijke vijanden, alleen zijn eigen soortgenoten. Boven de grond wordt de mol bejaagd door onder andere uil, buizerd, blauwe reiger, ooievaar, wezel, hermelijn en vos. Andere doodsoorzaken zijn honger door droogte en verdrinking door overstromingen.
Sterk ruikende planten als stinkend nieskruid, kruisbladwolfsmelk, wilde knoflook en narcis hebben als voordeel dat ze de mollen mogelijk op een natuurlijke manier afweren en tegelijk de tuin sieren.
Mollen zijn in principe niet gevaarlijk, maar kunnen met hun scherpe tanden flink bijten. Omdat mollen geen schone dieren zijn kan hun beet nare infecties veroorzaken. Gelukkig zijn er ongediertebestrijders die zich gespecialiseerd hebben in het opsporen en bestrijden van mollen.
Mollen graven gangen tot zo'n 120 centimeter diep, dit zijn de diepgelegen gangen. Deze gangen zijn ongeveer 5 centimeter breed. De mol graaft soms ook gangen die meer aan de oppervlakte liggen. De ondergrondse gangen zijn soms wel 200 meter lang.
Mollen houden niet van water, dus het zou logisch zijn om te denken dat je ze kunt verjagen door water in de mollengangen te spuiten. Het probleem is echter dat mollengangen ellenlang kunnen zijn. Voor je het weet, ben je honderden liters kwijt en heeft de mol zich slechts verplaatst.
Snij de bodem uit enkele plastieken flessen en steek ze omgekeerd in een molshoop of mollengang. Door de speling van de wind zullen de flessen trillen en de mollen alarmeren. Ook een staaf in de grond met een omgekeerde fles op (die door de wind tegen de staaf tikt) kan helpen.
Mollen kunnen 6 jaar oud worden, maar dat gebeurt maar zelden. Meestal halen ze de 3 jaar niet.
Een mol voelt zich in het daglicht niet veilig. Hij beweegt ondergronds ook sneller dan bovengronds. Molletjes die uit huis worden gezet om een eigen territorium te gaan zoeken, zie je soms bovengronds. Pak je zo'n diertje op, dan raakt het gestrest.
Soms komt hij 's nachts tevoorschijn boven de grond om zijn maaltijd aan te vullen met slakken, kleine muizen, kikkers, enz. De mol eet op jaarbasis ongeveer 21 kg regenwormen op ! De mol is namelijk zeer vraatzuchtig : hij eet per dag een hoeveelheid voedsel die gelijk is aan zijn eigen lichaamsgewicht.
„Met zijn geweldige graafpoten kan hij roeien met een snelheid die zelfs een waterrat niet verbetert.” Mollen kunnen ook snel rennen, door gangen of over de grond.
Mollen kun je effectief vangen met een mollenklem. Dit zijn metalen klemmen met een sterke veer. Het is zeker geen diervriendelijke wijze van vangen want de mol zal het niet overleven maar eenmaal gevangen ben je wel van het probleem af.
Mollen graven gangen onder de grond, het zand wat uit deze gangen komt drukken ze omhoog en daardoor ontstaat de molshoop. Hoe dieper de mol graaft hoe meer zand de mol omhoog drukt en hoe groter de molshopen. In de winterperiode graven mollen vaak diepere gangen i.v.m. de koude temperatuur.
Mollen schijnen niet van knoflook te houden. U kunt daarom korrels (ook wel: granulaat) of geurcapsules kopen die een knoflookgeur verspreiden. U strooit de korrels of capsules in een mollengang en de mollen blijven op afstand.
Graaf deze voorzichtig open en plaats 1 kilo mollen carbid in het gat. Giet ook hier een beetje water op indien nodig en sluit dan ook dit gat weer goed af. Tip: Volg de gangen vanaf de eerste molshoop naar de volgende molshoop, zo mist u geen enkele molshoop en slaagt het mollen bestrijden zeker!