Vissen bezitten een enkele bloedsomloop waarbij het zuurstofarme bloed door het hart naar de kieuwen stroomt en van daaruit naar de organen, waarbij de doorstroom gesteund wordt door de beweging van de vis. Een gesloten bloedsomloop staat in tegenstelling tot de open bloedsomloop zoals bij weekdieren.
Een open bloedsomloop is de gangbare vorm van bloedcirculatie bij een aantal geleedpotigen, zoals insecten en spinnen. In tegenstelling tot de gesloten bloedsomloop zoals voorkomt bij de gewervelden, kan het bloed in delen van het lichaam vrij door het lichaamsweefsel vloeien.
De enkelvoudige bloedsomloop is een type bloedsomloop dat hoofdzakelijk bij vissen voorkomt. Dit wil zeggen dat het bloed slechts één circuit kent. Bij de vis vormt deze bloedsomloop een rechtstreekse verbinding tussen de kieuwen en het weefsel.
In een gesloten bloedsomloop zorgt het hart ervoor dat het bloed in beweging blijft. Vogels, zoogdieren en vissen bevatten een gesloten bloedsomloop. Insecten en weekdieren hebben een open bloedsomloop.
Vissen hebben een enkelvoudige bloedsomloop. Nadat het bloed in de kieuwen zuurstof heeft opgenomen stroomt het direct door naar de rest van het lichaam. Dat gebeurt minder krachtig dan bij een dubbele bloedsomloop. Bewegingen van het vissenlichaam verhogen de stroomsnelheid van het bloed.
Je kunt de bloedsomloop in twee delen opsplitsen: de kleine bloedsomloop en de grote bloedsomloop. De kleine bloedsomloop zorgt ervoor dat je bloed CO2 kan afstaan aan de longen en zuurstof kan opnemen. De grote bloedsomloop geeft juist zuurstof af aan je lichaam en neemt CO2 op.
Vissen hebben normaliter een paar grote bloedvaten die bloed naar de kieuwen pompen. De koningsvis heeft echter een netwerk van kleine bloedvaten, waarbij aders en slagaders vlak naast elkaar liggen. Dit systeem, dat ook in andere diersoorten voorkomt, staat bekend als een wondernet of rete mirabile.
Vissen bezitten een enkele bloedsomloop waarbij het zuurstofarme bloed door het hart naar de kieuwen stroomt en van daaruit naar de organen, waarbij de doorstroom gesteund wordt door de beweging van de vis. Een gesloten bloedsomloop staat in tegenstelling tot de open bloedsomloop zoals bij weekdieren.
Amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren - dus ook de mens - hebben een dubbele bloedsomloop. Vissen hebben een enkelvoudige bloedsomloop.
De grote bloedsomloop loopt vanuit het hart naar alle delen van het lichaam. De linkerkamer pompt het zuurstofrijke bloed via de aorta het lichaam in. De aorta vertakt zich tot steeds kleinere vaten en haarvaten.
Wat is de kleine bloedsomloop? Dit is de bloedsomloop die zuurstof aan je bloed toevoegt. Vanuit je lichaam stroomt zuurstofarm bloed je hart binnen. Vervolgens stroomt het bloed via je rechterhartkamer en je longslagader naar jouw longen.
Vissen hebben een gesloten enkelvoudige bloedsomloop, ze hebben één boezem en één kamer, het bloed stroomt niet buiten de bloedvaten.
Vissen hebben een hart dat uit slechts twee delen bestaat: één boezem en één kamer. De boezem ontvangt zuurstofarm bloed van het lichaam, en geeft dit door aan de kamer. Vanuit de kamer wordt het bloed naar de kieuwen gepompt; daar wordt zuurstof opgenomen. Het zuurstofrijke bloed stroomt dan door het hele lichaam.
Bij insecten stroomt het bloed niet in bloedvaten, maar vrij door de hele lichaamsholte. We spreken van een open bloedsomloop. In feite zit het bloed bij insecten op alle plekken in de lichaamsholte die niet worden ingenomen door andere weefsels.
Amfibieën hebben een dubbele bloedsomloop, die niet geheel gescheiden is. Het bloed is gemengd. Het hart bestaat uit twee boezems en een kamer, die niet door een scheidingswand in twee delen is verdeeld. In de linkerboezem stroomt het uit de longen komende bloed, in de rechterboezem komt het bloed van het lichaam.
Het bloed van insecten heet hemolymfe. Het is kleurloos, of gelig of groenig. Hemolymfe doet hetzelfde als ons bloed: zuurstof en voedingsstoffen naar cellen brengen en afvalstoffen afvoeren.
Met andere woorden: hart - long - hart wordt de kleine bloedsomloop genoemd en hart - rest van het lichaam - hart wordt de grote bloedsomloop genoemd.
Een mens heeft miljoenen grote en kleine bloedvaten. Alle bloedvaten achter elkaar hebben een lengte van wel 100.000 km. Dat is 100 miljoen meter!
Bij een enkele bloedsomloop gaat het bloed maar één keer door het hart heen. Tot slot de dubbele gesloten bloedsomloop. Per bloedsomloop gaat het bloed twee keer langs het hart. Een dubbele gesloten bloedsomloop bestaat uit één of meerdere harten en een bloedvatenstelsel.
Alle gewervelde dieren hebben rood bloed. Hetzelfde geldt voor zoogdieren, vogels, reptielen en vissen. Maar bij de ongewervelde dieren zijn er soorten die geen rood bloed hebben, zoals wormen en inktvissen.
De grote bloedsomloop loopt vanaf het hart door alle organen (behalve de longen) en weer terug naar het hart. De volgorde van de bloedsomloop: holle ader – rechterboezem – rechterkamer – longslagader – longhaarvaten – longader – linkerboezem – linkerkamer – aorta – (orgaan)slagader – (orgaan)haarvaten – (orgaan)ader-
Vissen houden het graag simpel en hebben een hart met slechts één boezem en één kamer. Hun hart laat bloed rechtstreeks van de kieuwen naar het lichaam stromen, alleen op de terugweg passeert het via het hart.
Een vis heeft geen longen om dat te doen, maar kieuwen. Water stroomt in de bek van de vis, langs de kieuwen. Daar wordt de zuurstof uit het water gefilterd en komt het in het bloed van de vis. Door de kieuwopeningen stroomt het zuurstofarme water weer uit de vis.
Spijsverteringsorganen. Vissen hebben niet echt een maag (nr 4) maar die is vervangen door een lange darm (nr 21). Het voedsel dat de vissen tot zich nemen schuift als het ware door de vis.
Je vraagt je misschien wel eens af, waarom wij als mens onder water geen adem kunnen halen. Vissen kunnen het tenslotte wél. Het geheim van hun manier van ademhalen zit 'm in hun mondholte. Aan het eind van die mondholte bevindt zich namelijk een soort onderwater-long, die zuurstof direct uit water kan opnemen.