Alleen in de bebouwde kom heeft een bus die wegrijdt voorrang. Iedereen met een rijbewijs is vertrouwd met de verkeersregel die zegt dat een bus die zijn halte verlaat altijd voorrang heeft. Maar een minderheid weet dat die regel alleen van toepassing is in de bebouwde kom.
Een bus of touringcar die binnen de bebouwde kom een bushalte wil verlaten, heeft voorrang op achteropkomend verkeer. De chauffeur van de bus geeft met de richtingaanwijzer aan de weg op te willen rijden. Buiten de bebouwde kom geldt deze voorrangsregel niet.
Wat te onthouden? Als automobilist moet je in beginsel voorrang verlenen aan een busbestuurder die in de bebouwde kom zijn halteplaats verlaat. Je moet vertragen en -zo nodig- stoppen. Die voorrang is echter niet absoluut.
Artikel 56. Als een bus bij het verlaten van de bushalte binnen de bebouwde kom richting aangeeft, dan moet u de bus de gelegenheid geven om weg te rijden. Een militaire colonne en een uitvaartstoet hoeft de bus niet voor te laten gaan bij het wegrijden van de halte.
Veel kruisingen zijn gelijkwaardig, vooral binnen de bebouwde kom. Nadert u zo'n kruising, dan moet u voorrang verlenen aan álle bestuurders die van rechts komen. Dus ook aan fietsers.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram. Alle weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan.
Kom je aan kruispunt met één of meerdere openbare wegen en is er geen specifieke aanduiding van wie voorrang heeft, dan geldt altijd de voorrang aan rechts. Die regel is van toepassing op alle bestuurders die ten opzichte van jou van rechts komen, dus ook op fietsers en bromfietsers.
Eerst en vooral de voorrang van het openbaar vervoer: wanneer een buschauffeur van een bushalte wil wegrijden in een bebouwde kom en zijn richtingaanwijzer gebruikt, moeten de voertuigen die in dezelfde richting rijden de bus voorrang geven.
Voor de regels is er alleen verschil tussen een autobus zonder verdere toevoeging en een lijnbus. De lijnbus is een bus die specifiek voor openbaar vervoer is bestemd.
Weggebruikers op een gelijkwaardige kruising moeten dus voorrang verlenen aan de volgauto's van een rouwstoet. Dat moet ook wanneer de rouwstoet van links komt of afslaat. Voor het eerste voertuig in de rouwstoet (doorgaans de rouwauto) gelden de normale voorrangsregels, deze mag dus niet zomaar voorrang nemen.
Auto en bus moeten allebei voorrang verlenen aan het verkeer op de rotonde, maar wanneer ze op dezelfde rijbaan rijden (één rijstrook voor alle verkeer en één voor de bus); heeft de auto geen voorrang op de bus of andersom. Om veiligheidsredenen kunnen de auto en de bus niet tegelijkertijd de rotonde oprijden.
De belangrijkste regels op het water:
Houd altijd stuurboord (rechts) aan. Kleine schepen (korter dan 20 meter) moeten in het algemeen voorrang verlenen aan grote schepen, passagiersschepen, veerponten en sleepboten. Roeiboten en zeilboten hebben voorrang op gemotoriseerde recreatievaart.
Hierbij uitgelegd hoe voorrang buiten de bebouwde kom is geregeld voor alle bestuurders, inclusief de fietser en de lijnbus. Kom je bij een kruispunt en is voorrang niet aangegeven door borden of verkeerstekens? Dan geldt de algemene voorrangsregel: rechts heeft voorrang.
Binnen de bebouwde kom heeft de fietser op de rotonde meestal voorrang op het afslaand autoverkeer. Sommige wegbeheerders vinden voorrang voor fietsers te gevaarlijk en wijken af van de officiële richtlijn om fietsers binnen de bebouwde kom voorrang op rotondes te verlenen.
De belangrijkste regel op een gelijkwaardige kruising gelijkwaardig kruispunt is dat alle bestuurders die van rechts komen voorrang hebben.
Gordels niet verplicht in de bus
Dat is uit praktische overwegingen: passagiers stappen steeds in, schuiven op en stappen uit. In veel gevallen heeft een lijnbus ook geen gordels. In andere bussen of touringcars met autogordels moet u de gordel wel gebruiken.
De maximumsnelheid voor autobussen is 80 kilometer per uur. Bussen mogen in Nederland op de auto(snel)weg en in Duitsland op de Autobahn 100 km per uur rijden als ze aan speciale eisen voldoen. Dan heet het een Tempo 100-bus of T100-bus. Een T100-bus heeft geen staplaatsen en alle stoelen moeten autogordels hebben.
De 9292 planner toont de actuele dienstregeling van alle OV vervoerders in Nederland voor trein, bus, tram. metro en veer.
Een tram heeft altijd voorrang. Het maakt daarbij niet uit of u op de fiets, te voet of met de auto bent. Een tram heeft ook voorrang als deze afslaat naar links of rechts, of juist van links of rechts komt.
Een T100-bus (afkorting voor Tempo-100-bus) is een autobus die krachtens vermelding op het Nederlands kentekenbewijs maximaal 100 km/h mag rijden (in plaats van 80 km/h).
Bestuurders moeten voetgangers op of voor een zebrapad die op punt staan over te steken, voor laten gaan. Is er geen oversteekplaats, dan zijn bestuurders niet verplicht je voor te laten gaan. Uitzondering hierop zijn blinden en slechtzienden met een blindengeleidestok en personen die zich moeilijk voortbewegen.
Fietsers en voetgangers behoren tot de groep van de zwakke weggebruikers. Daarom biedt de wet hun extra bescherming. Bestuurders mogen zwakke weggebruikers niet in gevaar brengen en moeten hun in de meeste gevallen voorrang verlenen. Zo moeten bestuurders bijvoorbeeld stoppen aan een zebrapad.
Voorrangsvoertuigen (blauw zwaailicht, sirene) hebben altijd voorrang. Bestuurders van rechts moet je voorrang verlenen, tenzij dit door voorrangsborden anders is geregeld. Rechtdoor op dezelfde weg gaat voor t.o.v. afslaand verkeer. Bij 'bijzondere manoeuvres' gaat al het andere verkeer voor, dus ook voetgangers.
Wie als automobilist een uitrit verlaat, verricht zoals dat heet een 'bijzondere manoeuvre', juridisch gezien, waarbij je al het kruisende verkeer voorrang moet verlenen, ook voetgangers.