Na een scheiding hebben beide ouders recht op omgang met hun kind. En zij hebben de plicht tot omgang met hun kind. Ook het kind houdt recht op omgang met beide ouders. Een ouder met gezag zorgt ervoor dat het kind een goede band heeft met de andere ouder.
Veel mensen denken onterecht dat de moeder altijd de meeste rechten heeft als het om de kinderen gaat. Tegenwoordig is het echter zo dat de vader in de meeste gevallen evenveel rechten heeft als de moeder.
De ene ouder is ongeschikt of niet in staat tot omgang
Als een ouder negatief gedrag vertoont dat bijvoorbeeld gevaarlijk kan zijn voor het kind, dan kan de rechter hem of haar het recht op omgang ontnemen.
In het ouderschapsplan hoort de zorgregeling thuis. Die regeling geeft aan wanneer het kind bij de ene of de andere ouder is. De woonplaats is iets anders: dat is het adres waar het kind ingeschreven staat in de gemeente. Ouders moeten hierin een keuze maken, omdat het kind maar op één adres ingeschreven kan staan.
De wet zegt niet bij welke ouder het kind het hoofdverblijf moet hebben en hoe de regeling voor de andere ouder eruit ziet. Daarover beslissen de ouders. Als zij er niet uitkomen beslist de rechter. In principe kan een vader dus net zoveel voor de kinderen zorgen als de moeder of zelfs meer.
Alleen de rechter kan recht op omgang ontzeggen
De wet geeft aan dat alleen in uitzonderlijke gevallen dit recht van vader op een omgangsregeling kan komen te vervallen. Moeder kan niet zomaar een omgangsregeling van vader weigeren en het kind weghouden bij vader.
Als een vader zijn kind (nog) niet heeft erkend, maar wel betrokken is bij de verzorging en opvoeding, kan hij aanspraak maken op bepaalde rechten, zoals het recht op contact met zijn kind. Er is in dat geval namelijk sprake van “family life”. Dit is vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Zodra kinderen 18 jaar zijn - en dus meerderjarig -, mogen zij zelf beslissen waar zij willen wonen. Dat kan bij een van de ouders zijn, maar zij kunnen vanaf dat moment ook zonder toestemming van de gezaghebbende(n) zelfstandig gaan wonen.
Na een scheiding hebben beide ouders recht op omgang met hun kind. En zij hebben de plicht tot omgang met hun kind. Ook het kind houdt recht op omgang met beide ouders. Een ouder met gezag zorgt ervoor dat het kind een goede band heeft met de andere ouder.
Kortom: kinderen mogen vanaf hun 18e kiezen, tot die tijd bepalen de gezaghebbende(n) of de rechter.
Co-ouderschap betekent vaak dat de kinderen 3 dagen bij de ene ouder en 4 dagen bij de andere ouder zijn. Bij oudere kinderen wordt ook vaak gekozen voor een weekverdeling (de ene week bij de ene ouder en de andere week bij de ander). Co-ouderschap is dus niet altijd precies 50/50 verdeeld.
Waar moeders zorgen voor veiligheid, stimuleren vaders hun kroost tot het nemen van risico's. Dat maakt kinderen moediger en veerkrachtiger. De liefde van de vader is voor later belangrijker dan die van de moeder.
Ouders wijzen u aan als voogd
Ouders kunnen u als voogd aanwijzen door registratie in het gezagsregister. Ouders kunnen in een testament bij de notaris laten vastleggen dat zij u aanwijzen als voogd. Na hun overlijden krijgt u dan als voogd het gezag over hun kind indien u daarmee instemt.
De ouder bij wie het kind woont, krijgt de kinderbijslag.
Als ouder mag u zelf bepalen hoe u uw kind wilt opvoeden. In de wet staat dat u moet zorgen voor het lichamelijke en geestelijke welzijn van uw kind. En dat u het moet helpen om zijn of haar persoonlijkheid te ontwikkelen. U mag het kind niet mishandelen.
Co-ouderschap in de wet
Gezagsco-ouderschap betekent dat ouders alle belangrijke beslissingen samen moeten nemen. Een ouder mag geen enkele belangrijke beslissing nemen zonder overleg met de andere ouder.
Veel mensen denken dat er bij co-ouderschap automatisch geen sprake is van alimentatie. Dit is niet waar. Ook bij co-ouderschap zal degene met het hoogste inkomen nog altijd een klein bedrag moeten betalen aan degene met het laagste inkomen.
Om de behoefte van de alimentatieontvanger vast te stellen wordt uitgegaan van een norm van ca. 60% van het netto gezinsinkomen minus de kosten van eventuele kinderen. Voor de kinderalimentatie wordt meestal gekeken naar een tabel die speciaal hiervoor door het Nibud ontwikkeld is.
Na een scheiding zijn jullie als ouders verplicht de kosten te betalen voor de verzorging en opvoeding van de kinderen. Bij een co-ouderschap verdelen de ouders de zorg voor de kinderen, praktisch en financieel. De kinderen zijn afwisselend bij de ene en de andere ouder en de kosten worden door beide ouders betaald.
Het staat je vrij om co-ouderschap te weigeren, al ben je de vader of de moeder. Als je denkt dat co-ouderschap in jullie situatie niet geschikt is, dan is het altijd goed om dat uit te spreken. Het helpt als je met een ander voorstel komt waarvan je denkt iedereen tegemoet te komen.
Bent u getrouwd of heeft u een geregistreerd partnerschap? Dan krijgen beide ouders samen gezag over een kind. Is dit niet zo, dan krijgt alleen de moeder automatisch gezag. Om gezag te krijgen of hebben, mag u niet jonger zijn dan 18 jaar, onder curatele staan of een geestelijke stoornis hebben.
Wat is oudervervreemding? 'Bij een verstoorde ouder-kindrelatie is het systeem van het gezin uit balans. Het is een extreem voorbeeld hoe het kind uit beeld kan raken, terwijl zowel vader als moeder juist strijden voor het belang van het kind. Er is dus niet één ouder die het 'doet' of schuldig is.
Willen u of uw (ex)partner niet meer beiden zorgen voor uw kind(eren)? Bijvoorbeeld na een scheiding of beëindiging van een relatie? Ga dan naar de rechtbank om het gezamenlijk ouderlijk gezag te beëindigen. Dit heet ook wel eenhoofdig gezag aanvragen.
Een kind kan medewerking aan een DNA-test verlangen van zijn vermoedelijke biologische vader om het vaderschap definitief vast te kunnen stellen. Daaraan moet de vermoedelijke biologische vader in beginsel meewerken. Slechts onder uitzonderlijke omstandigheden kan daarvan worden afgeweken.
Anders dan eens wordt gedacht, bestaat er in de praktijk in principe geen 'minimale omgangsregeling'. Dit komt omdat de omvang van de omgang afhangt van alle omstandigheden van het geval.