Het inbrengen van blaaskatheters is een veel uitgevoerde handeling in de gezondheidszorg. Dit mag alleen door een arts, verpleegkundige of verzorgende gedaan worden die daarvoor bevoegd en bekwaam is: het katheteriseren van de blaas bij mannen is namelijk een voorbehouden handeling.
Uw uroloog kan bepalen dat u vaker moet katheteriseren. Als de hoeveelheid achtergebleven urine 's ochtends èn 's avonds minder is dan 100 ml., mag u stoppen met zelfkatheterisatie na overleg met de uroloog. De techniek van zelfkatheteriseren Het zelfkatheteriseren gebeurt in staande houding.
De plasbuis van de man is gemiddeld ongeveer 18-20 centimeter lang. De plasbuis van de vrouw is gemiddeld 3-4 centimeter lang. Dit betekent dat een katheter voor de vrouw een stuk korter is dan voor de man. Een katheter voor een man is ongeveer 30-40 centimeter lang en voor een vrouw tussen de 7-20 cm lang.
Hang de urineopvangzak niet boven het niveau van de blaas, let er wel op dat deze niet op de grond mag hangen. Goede vochtinname is van belang te voorkoming van urineweginfecties.
Breng de katheter rustig in de plasbuis tot in de blaas, als de urine begint te lopen zit de katheter in de blaas. Schuif de katheter nu nog een klein stukje verder. en vervolgens weer naar beneden brengen (tekening 5).
Waar moet u op letten? Als u een katheter heeft is het belangrijk dat u goed drinkt, minstens 2 liter vocht per dag. Zo produceert u voldoende urine, worden de afvalstoffen met de urine uit uw lichaam afgevoerd en verminderen blaaskrampen en verstoppingen van de katheter.
De meeste gebruikte katheters voor mannen zijn (nog steeds) 40 cm lang. Daarnaast zijn er ook compacte katheters die 33 cm lang zijn. Meestal zijn deze lang genoeg en gemakkelijk om mee te nemen. Compacte katheters zijn discreet en gemakkelijk in gebruik.
Blaasspoelen is een voorbehouden handeling die je als zorgprofessional, voor de veiligheid van de cliënt, correct moet kunnen uitvoeren.
Hoe lang moet ik blijven katheteriseren? Dit is afhankelijk van de hoeveelheid urine die achterblijft (het residu genoemd). Doorgaans geldt als regel: als er 100- 200 milliliter (ml) urine achterblijft, moet u een keer per dag katheteriseren, bij 200- 300 ml twee maal, bij 300- 400 ml drie keer per dag en zo verder.
Zelf katheteriseren is niet moeilijk, bijna iedereen kan het leren. Wel vinden veel mensen het in het begin wat eng. Het is belangrijk dat u het katheteriseren goed uitvoert. Dat leert u op het verpleegkundige spreekuur.
Tijdens het katheteriseren wordt de voorhuid naar achteren geschoven om goed zicht op de eikel te hebben en om deze schoon te kunnen maken. Als de handeling ten einde is wordt de voorhuid weer teruggeschoven over de eikel.
Maatvoering van verblijfskatheters
De maat van een verblijfskatheters wordt uitgedrukt in: Charriere (CH of Ch): deze geeft de buitendiameter aan. 1CH = 1/3 mm. De meest gebruikte Charriere maat voor een verblijfskatheter is 14 en 16.
U kunt hem ook in een emmer naast uw bed leggen. Zorgt u ervoor dat ook wanneer u in bed ligt de zak lager is dan het niveau van uw blaas. Anders kan de urine niet aflopen. Ook mag het kraantje niet op de grond hangen in verband met infecties.
Als het niet lukt de katheter in te brengen, probeer dan eerst te ontspannen. Het is dan vaak de sluitspier die de doorgang belemmert. U kunt bijvoorbeeld een paar keer hoesten of wat lichte druk uitoefenen op de katheter zodat de sluitspier zich ontspant en u de katheter voorbij de sluitspier kunt schuiven.
Na twee minuten wordt in de interventiegroep lidocaïnegel 2% en in de placebogroep (0.5 – 2.0 ml) glijmiddel in de urethra aangebracht. Dit wordt nog tweemaal herhaald met tussenpozen van twee minuten. Tien minuten na start van de procedure wordt de katheter ingebracht.
Pijn en ongemak
Zelfkatheterisatie hoeft niet pijnlijk te zijn. In het begin, wanneer u leert om te katheteriseren, kan het inbrengen en verwijderen van de katheter onaangenaam aanvoelen. De pijn neem af/verdwijnt als u vaker katheteriseert, omdat u de juiste techniek beheerst en u zich beter leert te ontspannen.
Zelfkatheterisatie is nodig als u uw blaas niet meer spontaan kunt legen door te plassen (retentie). Of als u uw blaas niet meer volledig kunt legen (residu). Er blijft dan teveel urine in uw blaas achter waardoor u vaak kleine beetjes moet plassen of erg nodig moet plassen.
Hoe vaak u per dag zelf katheteriseert, hangt af van hoeveel urine per keer na het plassen in de blaas achterblijft. Zelf katheteriseren kan van 1 tot 6 keer per dag zijn. Bij zelf dilatatie; dit doet u minimaal 1 tot 2 keer per week.
Om de katheter in te brengen, tilt u de penis omhoog richting uw buik. Met uw andere hand pakt u de katheter vast. Houd uw vinger op de opening van de katheter, zodat de urine nog niet weg kan stromen. Daarna brengt u de katheter rustig in de plasbuis.
Solutio R is een spoelvloeistof met een hogere zuurgraad dan Solutio G/Suby G. Spoel hiermee niet langer dan twee weken1, omdat de hoge zuurgraad van Solutio R de blaaswand kan irriteren.
Je kunt in zo'n geval de blaas drie keer per week spoelen met fysiologisch zout (NaCl 0,9%). Door tijdens het inbrengen van de vloeistof wat kracht op de spoeling te zetten, blijft de blaasspoeling op hoger tempo ronddraaien in de blaas.
Door het zakje hoger te houden dan blaasniveau of voorzichtig te knijpen, loopt de vloeistof via de katheter in de blaas. Nadat het zakje leeg is, houdt u het zakje weer lager en dan stroomt de urine vanuit de blaas weer in het zakje (sol G en sol R moeten ongeveer 2 minuten inwerken).
De meest voorkomende reden om een katheter in te brengen is incontinentie, bijvoorbeeld door een vergrote prostaat of verzakking van de blaas, waarbij de plasbuis wordt dichtgedrukt. Een andere reden om een katheter in te brengen is het ontlasten van de urinewegen na een operatie in dat gebied.
Met de katheter kunt u uw dagelijkse activiteiten gewoon blijven doen. Ook sporten is mogelijk. Door de ballon blijft de katheter goed zitten. U kunt ook gewoon douchen of in bad.