In het nieuwste 'Blauwe Boekje' staan genealogieën van dertien families: Cankrien, Greidanus (Van Wimersma Greidanus, Idema Greidanus), Heijse, Houben, Kersten, Laane, Van Lede, Noman (Van Haren Noman), Pigeaud, Rom (Scherpenhuijsen Rom), Scheidius, Smits (Smits van Oyen) en Thijssen (Heerkens Thijssen).
In de rode variant staat alle adel, van adellijke putjesscheppers tot adellijke professors. En in het blauwe boekje staan alle namen van de niet adellijke elite.
Het blauwe en rode boekje
Het patriciaat is een verzamelnaam voor families die van oudsher bestuurders en andere belangrijke posities in Nederland leveren. In tegenstelling tot het rode boekje (waar alle adel in staat) kan je als familie wel nieuw in het blauwe boekje worden opgenomen.
In officiële termen: Er moet worden voldaan aan de eis dat de familie gedurende ten minste de laatste 150 jaar onafgebroken een vooraanstaande rol heeft gespeeld in de Nederlandse samenleving.
Plebejers, proletariërs en patriciërs in de Romeinse Tijd
In de Romeinse Tijd gold een plebejer als iemand die tussen proletariërs (de armen, bezitslozen; letterlijk: proleten, die niets anders bezitten dan hun kinderen) en de patriciërs (de gegoede stand, de Romeinse adel) in zat.
De bevolking van Rome was vijfhonderd jaar voor onze jaartelling in twee klassen verdeeld: de rijken of edelen, die de patriciërs werden genoemd, en de gewone burgers, de plebejers oftewel het plebs. De patriciërs maakten de dienst uit.
Wanneer behoor je tot de Nederlandse adel? Je bent van adel als je afstamt van een vader die van adel is en die bovendien dezelfde achternaam heeft als jij, omdat titel en predikaat met de achternaam verbonden zijn en adeldom alleen in de mannelijke lijn kan worden doorgegeven.
Baron Harry en baron Gerrit van Coeverden, behoren tot de oudste adellijke familie van Nederland. Sinds 1991 voeren zij weer de titel baron. De oudste adellijke familie van Nederland woont ten oosten van de IJssel.
De adeldom van een meerderheid van deze families dateert uit de beginjaren van het Koninkrijk der Nederlanden, de periode van 1814 tot 1817. Vandaag de dag telt de Nederlandse adel 10.000 tot 11.000 personen, waarvan naar schatting 2.000 in het buitenland wonen. Samen behoren ze tot de ongeveer 325 adellijke families.
Langdurig kansrijk van adel zijn voor mannen Otto, Joan, Gustaaf, Otto, Diederik, Constantijn, Duco, Maurits, Allard en Maximiliaan, en voor vrouwen Cornelie, Mechteld, Florentine, Emilie, Henriette, Wendela, Catherine en Frédérique.
Personen met een adeltitel mochten na 1848 hun titel wel houden, zij werden burgers met een adellijke titel. Het voeren van een adellijke titel of een predicaat is nog wel wettelijk beschermd. In Nederland kunnen mensen niet meer een adeltitel verkrijgen. Net als bijvoorbeeld in Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk.
Aan een adellijke titel hangt een prijskaartje. De betrokkene moet registratierechten betalen voor zichzelf (750 euro) en elke nakomeling (750 euro per kind en kleinkind, maar vanaf drie nakomelingen daalt de prijs tot 450 euro).
Sinds de afscheiding van België in 1830 komt er slechts één markies voor onder de adellijke families in Nederland: de Earl of Clancarty uit het Engelse geslacht Le Poer Trench, die de Nederlandse adellijke titel 'Markies van Heusden' voert. De koning(in) van Nederland is markies of markiezin van Veere en Vlissingen.
Van lagere adel naar hogere adel zijn dit: jonkheer/jonkvrouw, ridder (geen vrouwelijk equivalent), baron/barones, burggraaf/burggravin, graaf/gravin, markies/markiezin, hertog/hertogin, prins/prinses.
De zonen en dochters van een edelman met een adellijke titel dragen dezelfde titel, een lagere titel of het predikaat jonkheer en jonkvrouw.
"Echte" adellijke titels kun je niet vrij verwerven - je moet dan wel afstammen van een adellijke familie. U kunt dit echter niet beïnvloeden. Als elegante oplossing kiezen echter steeds meer mensen ervoor een adellijke titel te kopen om als pseudoniem te dragen.
De ongehuwde dochter van een (burg)graaf, baron, ridder of jonkheer werd aangesproken met freule.
Wat is het verschil tussen Edel en adel? Adellijk ziet op de geboorte, edel tegenwoordig vooral op de goede hoedanigheden van 's menschen inborst. Hij is niet alleen van adellijken bloede, maar ook een edel man.
Adellijke titels geven nooit recht op financiële voordelen. Zo staat het ook in artikel 113 van de Grondwet: “De Koning heeft het recht adeldom te verlenen, zonder ooit enig voorrecht daaraan te mogen verbinden.” “Het voordeel van een titel is vooral dat het een vorm van erkentelijkheid is”, zegt Stijn Coninx.
“Over de gemiddelde leeftijd van de Romeinen heerst bijvoorbeeld veel discussie”, zegt demograaf Patrick De Boosere (VUB). “We moeten ons daarvoor behelpen met aantekeningen op grafstenen. Toch kunnen we ervan uitgaan dat men toen tussen de 26 en 30 jaar oud werd.
Nobilitas was de naam van een Oud-Romeinse politieke klasse. Na 367 voor Christus kwamen de magistraturen open te staan voor rijke plebejers en ontstond een nieuwe ambtsadel.
Het ontstaan van de adel
In ruil voor hun steun en veel geld aan de leenheer waren zij vaak in staat om hun leen erfelijk te maken. Op die manier hadden zij voor hun familie speciale privileges (voorrechten) gekregen die nog eeuwenlang zouden gelden.