Pluimvee met afgebeten kop is meestal wel een goede aanwijzing dat een vos op bezoek is geweest, maar dit kan soms ook een hond, kat, steenmarter of zelfs de kleinere
Zeker kuikens en kleine kippen zijn een gewilde prooi voor deze jagers. Voorbeelden hiervan zijn de havik, sperwer, kiekendief en buizerd. Echter kunnen kraaien, eksters en gaaien je kippen ook aanvallen en flink verwonden.
Vossen, hermelijnen en steenmarters zijn een grote vijand voor je kippen. Ze dringen het kippenhok binnen en vallen jouw kippen aan, eten de eitjes op of pakken de kuikens.
Waarschijnlijk is het een steenmarter. Deze dieren houden zich schuil in houtstapels. Ze zijn in de volksmond bekend als kippendief en doden de dieren door hun kop af te bijten. Het is moeilijk om ze buiten de ren te houden, het kleinste gaatje is al genoeg om je ren binnen te dringen.
Kippen hebben veel natuurlijke vijanden. Niet alleen roofdieren zoals vossen en katten kunnen op kippen jagen, ook roofvogels zoals buizerds en haviken kunnen het op kippen gemunt hebben. Het is daarom altijd belangrijk om kippen goed te beschermen tegen roofdieren en roofvogels.
Natuurlijke vijanden van de kip zijn in principe alle roofdieren en roofvogels. Ook honden en katten kunnen kippen aanvallen. Voorbeelden van roofvogels zijn buizerd en havik. Voorbeelden van roofdieren zijn vossen, hermelijn, bunzing.
De bunzing is een felle rover die naast muizen, ratten en kikkers ook een (veel groter) konijn niet uit de weg gaat. Konijnen worden tot in hun hol achtervolgd. Ook vogels worden gegeten, zoals weidevogels, en de bunzing kan met gemak een veel grotere kip aan.
Hij eet o.a. muizen, ratten, egels, jonge konijnen, vogels, eieren, kevers, rupsen, kikkers en regenwormen. Ook eet hij, vooral tussen juli en december, veel vruchten en bessen, zoals bramen, bessen van vogelkers en zwarte nachtschade, appels, peren en kersen. In de winter eet hij ook wel spitsmuizen.
Hoe kan je kippen en ander kleinvee beschermen tegen de vos of steenmarter? Zorg ervoor dat ze niet tot bij de kippen, eenden of konijnen geraken – vooral 's nachts. Meestal volstaat het om voor een degelijk nachthok te zorgen dat 's nachts (al dan niet automatisch) afgesloten wordt.
Pluimvee met afgebeten kop is meestal wel een goede aanwijzing dat een vos op bezoek is geweest, maar dit kan soms ook een hond, kat, steenmarter of zelfs de kleinere bunzing geweest zijn. De laatste jaren is de populatie vossen en steenmarters sterk aan het uitbreiden.
Plantaardig voedsel kan tussen juli en december tot driekwart van het voedsel uitmaken. Steenmarters eten ook etensresten van mensen (kaas, brood, vleesresten). Bij boerderijen en in dorpen roven ze wel eens eieren, kippen en duiven, en doden soms meer dieren dan ze direct kunnen opeten.
Hoe herkent u de aanwezigheid van steenmarters? Vaak begint dit met geluiden of lawaai. Steenmarters zijn 's nachts actief, wat zorgt voor lawaai op zolder of in de spouwmuur. In veel gevallen hangt er ook een intense stank, afkomstig van de urine, uitwerpselen en prooien van de steenmarter.
Steenmarters jagen bij voorkeur 's nachts in de dekking van houtkanten, heggen, bosjes, muren en struikgewas. Ze eten zowel dierlijk als plantaardig voedsel. Ze passen hun menu aan naargelang het aanbod van het seizoen. Dat bestaat grotendeels uit knaagdieren, zoals ratten en muizen, konijnen en vogels (of hun eieren).
Sommige vogels, o.a. kraaien, eksters, kauwen en gaaien, draaien hun pootje niet om voor een eiroof bij de buren. Ook als dat kippen zijn. Schaamteloos als ze zijn, doen ze dat zelfs bij klaarlichte dag. Krijg je kraaiachtigen op bezoek, dan zal je dus inventief moeten zijn om hen bij het eierbuffet weg te houden.
Om je kippen te beschermen tegen aanvallen van roofvogels, sluit je de ren best ook langs de bovenkant af met kippengaas of houd je de dieren in een volière. Sowieso is het geen slecht idee om zo'n 'beschermnet' te voorzien wanneer er weer eens een geval van vogelpest uitbreekt en de ophokplicht wordt ingevoerd.
De steenmarter houdt niet van geuren. Daarom kun je op verschillende plaatsen geurstoffen aanbrengen zoals restjes parfum, ammoniak, bleekwater een toiletblok met citroengeur, mottenballen.
Marters houden ook niet van vieze luchtjes, en dan vooral niet van de geur van ammoniak. Dit doet de beestjes denken aan roofdieren waar ze bang voor zijn. Wanneer u dit op en rond uw auto sprenkelt, blijft de marter uit de buurt.
Zoals je weet is het een beschermd diersoort waardoor je deze niet mag doden of vangen. Gif gebruiken mag ook niet. Wil je een marter verjagen in de buurt van je huis bijvoorbeeld dan kun je een speciale spray gebruiken.
De meest effectieve, diervriendelijke en legale manier voor het permanent verjagen van steenmarters is het gebruik van een auto marterverjager. Een marterverjager is een klein apparaatje dat u in uw auto plaatst, vaak onder de motorkap.
Beschermde diersoort
Hierdoor is het tegenwoordig illegaal om steenmarters zelf te vangen, te doden of te vergiftigen. Vandaar dat mensen nu een anti-marterspray hebben ontwikkeld om de steenmarters op afstand te houden. Steenmarters kun je wegjagen door middel van apparaatjes met ultrasone geluiden.
De paartijd valt in de zomermaanden, van juni tot augustus, met een piek in juli. Na een draagtijd van ongeveer negen maanden werpt het vrouwtje haar jongen, meestal in maart of april. Die worden ongeveer acht weken gezoogd maar vanaf de zesde week krijgen ze ook vast voedsel aangeboden.
De uitwerpselen van een bunzing zijn 5-10 cm lang, 5-9 mm dik, cilindervormig en gevlochten. Vers zijn ze zwart tot donkerbruin glimmend en oud zijn ze doffer, maar zelden viltig van uiterlijk. Deze zijn te vinden langs bospaden, bij holen, bij boerderijen of stallen. Ook in de buurt van een schuilplaats in latrines.
Steenmarter uitwerpselen zijn lang en dun, vergelijkbaar met die van een rat, en kunnen tot 12 cm lang zijn. Ze zijn meestal zwart of donkerbruin van kleur en kunnen sterk ruiken. U kunt ze op verschillende plaatsen vinden, afhankelijk van waar de steenmarter de meeste tijd doorbrengt.
Marterachtigen. De bunzing heeft een donkerbruine vacht en heeft vaak (maar niet altijd) een masker bestaande uit een lichte band boven zijn ogen en wit rond zijn snuit. Het dier is zo'n 30 – 45 cm lang en heeft ten opzichte van de hieronder beschreven marters een relatief korte staart en kortere poten.