Goede of slechte ervaringen of gebeurtenissen die je leven opeens erg veranderen, kunnen ervoor zorgen dat je depressief wordt. Voorbeelden daarvan zijn het verlies van je partner, ontslag of een verhuizing. Maar denk ook aan schokkende gebeurtenissen die je somber en angstig maken, zoals een beroving of een ongeluk.
Alcohol en drugs kunnen een depressie veroorzaken en verergeren. Vaak zijn er ook zorgen over praktische problemen, zoals geld, werk, het gezin of woonruimte.
Er is niet één speciale oorzaak voor het ontstaan van een depressie. Het is bijna altijd het gevolg van een combinatie van biologische, sociale en psychische factoren. Erfelijkheid is de belangrijkste natuurlijke (biologische) factor. In sommige families komen depressies vaker voor dan in andere.
Neurotransmitters en depressie
Bij het ontstaan van een depressie zijn vooral serotonine, noradrenaline en dopamine van belang. In bepaalde delen van de hersenen zou er bij depressie een tekort optreden van deze neurotransmitters.
Een verlies, psychische aantasting of andere traumatische levensomstandigheid zijn voorbeelden van sociale of omgevingsfactoren die kunnen leiden tot een depressie. Valt er sociale steun weg of heeft iemand te maken met sociale afwijzingen, dan kan diegene in een sociaal isolement terechtkomen.
Het is volkomen normaal dat je daar allerlei gevoel bij hebt: verdriet, angst, woede, somberheid. Als je die dingen ervaart, weet je vaak waar ze mee te maken hebben en het gevoel komt en gaat. Je kunt erover praten, je kunt erom huilen soms misschien een beetje lachen, er zit beweging in.
Depressies kunnen zeer ingrijpende gevolgen hebben voor de persoon en hun omgeving. Naast het psychisch lijden en de beperkingen in het sociale leven van de cliënt, hebben depressies vaak grote gevolgen voor relaties. Partners kunnen overbelast worden of de relatie met de kinderen raakt mogelijk verstoord.
Eet evenwichtig.
Geef wel de voorrang aan gezonde voedingsmiddelen (fruit, groenten, zetmeelrijke producten en vis) en beperk je consumptie van snoep, chips en vleeswaren. De ideale verhouding voor de aanvoer van energie is 10-15 % uit eiwitten, 30-35 % uit vetten, 50-55 % uit koolhydraten.
Vitamine D en de hersenen
Die stof heeft invloed op op ons humeur. Uit onderzoek blijkt dat een tekort aan vitamine D het serotoninegehalte in de hersenen wordt verlaagd. Een serotoninetekort kan zelfs leiden tot depressie. Uit meerdere onderzoeken blijkt het verband tussen een tekort een vitamine D en het humeur.
Zoals eerder beschreven maken we serotonine aan vanuit tryptofaan. We raden daarom voeding met een grote hoeveelheid van dit aminozuur aan. Dit zijn bijvoorbeeld bananen, vis, zuivel, bruine rijst, kikkererwten, eieren, pitten, sesamzaden en noten.
Als iemand ingrijpende dingen meemaakt, kan dat leiden tot (langdurende) gevoelens van somberheid. Dit kan zelfs gaan om dingen die al vroeg in iemands leven zijn gebeurd. Zo kunnen mensen op volwassen leeftijd depressief worden, nadat ze als kind lichamelijk of geestelijk zijn verwaarloosd, mishandeld of misbruikt.
U voelt zich triest voelen of hulpeloos, tot niets in staat. Het lukt niet meer om ergens nog plezier aan te beleven, u verliest interesse in onderwerpen en het is lastiger om zich te concentreren. Andere gevoelens die vaak voorkomen bij depressies zijn prikkelbaarheid, of juist een dof en leeg gevoel van binnen.
Over het algemeen gaan de klachten binnen drie maanden vanzelf over, maar als hulp te laat komt kunnen klachten flink verergeren en kan je depressie zelfs chronisch worden. Erkennen dat je depressief bent is vaak de eerste stap naar herstel.
Recente studies wijzen omega 3-vetzuren (het vet dat in vis zit, vooral in vette soorten als zalm, haring en makreel) aan als een van de actiefste natuurlijk voorkomende middelen tegen depressie. Ze spelen een grote rol in de omzetting van tryptofaan naar serotonine.
Serotonineheropnameremmers, ook wel SSRI's genoemd, regelen in de hersenen de hoeveelheid serotonine, een van nature voorkomende stof die een rol speelt bij stemming en emoties. Hierdoor vermindert de depressie en verbetert de stemming. Voorbeelden zijn citalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine en sertraline.
Een magnesium tekort kan ten grondslag liggen aan stress, depressie en andere aandoeningen van de stemming en gevoelens. Bovendien verbruikt het lichaam meer magnesium in geval van stress. Het kan daarom lonen om met een magnesiumsupplement, specifiek magnesium tauraat, je stress of depressie te lijf te gaan.
Het onderzoek
De resultaten van de meta-analyse laten zien dat toevoegen van vitamine D effectiever is dan een placebo bij het verlichten van depressieve symptomen bij mensen met een depressie. Er waren grote verschillen in de gebruikte vitamine D-doses, maar meestal was het 50-100 microgram per dag.
Vitamine D stimuleert de aanmaak van serotonine (het gelukshormoon), wat betekent dat je minder kans hebt op depressies of andere ziektes die te maken hebben met een tekort aan hormonen, zoals de afgifte van melatonine.
Wekelijks 150 minuten (bijv. 3 tot 5 keer 30 tot 45 minuten) wandelen verbetert het mentale welzijn en vermindert het risico op depressie. Het type sport en de intensiteit doen er niet toe. Het effect van wandelen op de mentale veerkracht is vergelijkbaar met het effect van lopen, zwemmen of fietsen.
Een depressie zit meestal niet alleen in het hoofd, maar brengt vaak ook lichamelijke gevolgen met zich mee. U kunt hierbij denken aan het hebben van hoofdpijn of het veranderen van de eetlust met een gewichtstoename of -afname tot gevolg. Ook in de hersenen zijn fysieke veranderingen terug te vinden.
In de leeftijd 18-34 jaar komen depressies het meest voor (2019-2022).
Help uw naaste om hulp te zoeken bij de huisarts, een (online) zelfhulp- en/of lotgenotengroep. Probeer niet zelf de hulpverlener of psychotherapeut te zijn. Dat verstoort de verhouding. Voor iemand met een depressie is juist het normale contact met familie en vrienden belangrijk voor het herstel.
Wie kampt met een depressie heeft lagere waarden van een specifiek molecuul in zijn bloed. Een team van Amerikaanse wetenschappers ontdekte dat mensen met een depressie minder van het molecuul acetyl-L-carnitine (LAC) in hun bloed hebben.
Het hangt wel van de situatie af hoe je omgeving reageert. Mensen die vaak huilen, bijvoorbeeld omdat ze in een depressie of burn-out zitten, geven aan dat ze bijna nooit opluchting voelen na een huilbui. Er wordt door hun omgeving dan ook minder troostend op hen gereageerd, omdat het te vaak gebeurt.