Een techniek die je hiervoor kunt toepassen is het stellen van een narratieve prikkelvraag. Dit is een vraag naar een concrete gebeurtenis en naar een emotie. Als je de vraag goed stelt, levert dat vrijwel altijd een mooi verhaal op. Maar let op: daarbij worden nogal eens wat fouten gemaakt die je liever vermijdt.
De betekenis is 'vertellend, verhalend'. Zo is een narratieve preek een verhalende preek en gaat de narratieve psychologie uit van het verhaal dat iemand over zichzelf en zijn leven vertelt. Als zelfstandig naamwoord betekent narratief 'verhaal'.
Wat is narratieve gespreksvoering:
In het levensverhaal ontstaan patronen, welke problemen en klachten in stand kunnen houden. Middels Narratieve gespreksvoering reconstrueert de hulpverlener samen met de cliënt(en) dit levensverhaal op basis van herkenning en erkenning.
Dat narratief denken is een denken dat verder gaat dan het verwerken van vastgelegde facts & figures, maar gaat over het verkennen en delen van wat zou kunnen zijn. Niet het feitelijke, maar wel het mogelijke. Het rationeel en logisch-sequentieel denken volstaat dan niet.
De narratieve methode is in eerste instantie een methode waarbij je met taal je verhaal verteld maar het is ook goed mogelijk om bijvoorbeeld aan de hand van foto's, video's of geluidsopnames het verhaal te vertellen. De narratieve methode goed ingezet worden in online begeleidingstrajecten.
Het verschil tussen een stuk tekst of artikel en een verhaal wordt gemaakt door het gebruik van narratieve elementen, ook wel de kenmerken van een verhaal genoemd. Deze zijn: Ieder verhaal heeft een duidelijk begin en eind. Het verhaal gaat over een hoofdpersonage.
Een narratieve tekst wil feiten en gebeurtenissen vertellen om je mee te nemen in een verhaal; een voorbeeld is een reisverhaal.
Narratief redeneren: Redeneren vanuit het levensverhaal van de cliënt over de betekenis van taken, gewoonten en rollen van die cliënt in verleden, heden en toekomst. Conditioneel redeneren: Redeneren over een mogelijk toekomstbeeld en de acties die nodig zijn om deze te realiseren.
Wij identificeren ons met de hoofdpersoon in een verhaal en maken mee wat hij of zij meemaakt. Psychologen noemen dit narratieve transportatie. We maken zelfs fysiek dezelfde emoties mee als de hoofdpersoon: zwijmelen, nekharen overeind, kippenvel, walging, huilen en lachen. Dat gaat heel ver.
Narratieve communicatie betreft het samenspel van verschillende communicatieniveaus. Deze kunnen in een concentrisch model worden weergegeven met aan de linkerkant de bron of zender en rechts de ontvanger van het bericht. Het model is een aanpassing van het communicatiemodel.
Een narratief interview
Het narratieve of verhalende interview valt onder ongestructureerde interviews. Dit type interview wordt gebruikt om het verhaal van de respondent vast te leggen. In veel gevallen gaat het hier om hun eigen ervaringen (lived experiences) of het gehele levensverhaal (autobiografie).
In algemene zin richt narratief onderzoek zich op het verzamelen, analyseren en interpreteren van verhalen als een manier om betekenis te geven aan menselijke ervaringen en begrip te verkrijgen van de wereld om ons heen.
Met narratief coachen help je je coachees hun levensverhaal te onderzoeken, de rode draad te herkennen en vanuit verschillende perspectieven te benaderen. Je ontdekt zo wat iemand tegenhoudt of belemmert bij het bereiken van gewenste ontwikkelingen. Een volgende stap is het verhaal herordenen en herwaarderen.
Wat Zijn Narratieve Structuren? Narratieve structuren verwijzen naar de unieke rangschikking van elementen in de literatuur die worden gebruikt om een verhaal te vertellen.
Het narratief is de rode draad van de verhaalopbouw. Hieronder vallen de verhaalopbouw, de verhaalontwikkelingen, het ontstaan van eenheid of juist gaten, op basis van conventies en keuzes, met als doel emoties, spanning, verrassingselementen en nieuwsgierigheid bij de kijker te creëren.
Het doel van de interventie Narratieve Zorg is om ouderen terug een stem te geven en hierdoor het dominante negatieve beeld op ouderdom – in de samenleving, maar ook soms bij ouderen zelf – te doorbreken. Deze manier van werken sluit aan bij meerdere vernieuwende zorgmo- dellen.
De narratologie behandelt diverse problemen in verband met elementen van de geschiedenis (gebeurtenissen, personage, actant, tijd en ruimte) en met de manier waarop de geschiedenis in de tekst gebracht wordt (bijv. manipulatie van tijd, karakterisering, focalisatie, verteller).
De vertelde tijd is de tijd die voorbij gaat in het verhaal (bv; Het verhaal begint op 1 januari en eindigt eind maart. De vertelde tijd is drie maanden). De verteltijd is de tijd die je nodig hebt om het verhaal te lezen of te vertellen (bv; De verteltijd van het kortverhaal bedraagt vier pagina's of tien minuten).
Bij externe focalisatie ziet de lezer alles van buitenaf en weten de personages in het verhaal wel meer dan de lezer. Deze laatste techniek wordt vooral veel gebruikt in de literatuur van de 20e eeuw; zo is in Of Mice and Men van John Steinbeck bijvoorbeeld uitsluitend sprake van externe focalisatie.
Het is mogelijk stilistische middelen te onderscheiden in drie hoofdgroepen: woordkeus (eigenlijk en overdrachtelijk gebruik van woorden), woordfiguren (woordverbindingen via klank, vorm en betekenis), gedachtefiguren (waarbij de formulering botst met de inhoud/bedoeling).
Handmatige transcriptie van een uurtje audio-opname kan u gemakkelijk 5-6 uur werk kosten. Afhankelijk van hoe snel u typt, hoeveel sprekers er bij de dialoog betrokken zijn, hoe snel ze spreken en hoe ervaren u bent in het transcriberen, kunt u het proces misschien versnellen (of zelfs langer duren!).
In een gestructureerd interview van een half uur kun je ook aanhouden om 10 tot 20 open vragen te stellen. Voeg vragen toe als je denkt hiermee niet voldoende informatie te verzamelen om antwoord te geven op je onderzoeksvraag.
De afsluiting
Sluit het interview goed af. Bedank de informant voor zijn medewerking. Soms is het ook handig nog even te memoreren aan het doel van het interview en te vertellen wat je nu verder met de informatie gaat doen. Je kunt bijvoorbeeld beloven het verslag van het interview op te sturen.
Wij identificeren ons met de hoofdpersoon in een verhaal en maken mee wat hij of zij meemaakt. Psychologen noemen dit narratieve transportatie. We maken zelfs fysiek dezelfde emoties mee als de hoofdpersoon: zwijmelen, nekharen overeind, kippenvel, walging, huilen en lachen. Dat gaat heel ver.