Waarom eigenlijk? Als je weet hoe een zin is opgebouwd, dan kan je de betekenis makkelijker achterhalen. Ook is de spelling van sommige woorden afhankelijk van hun plaats in de zin. Is het voor je eigen taal al handig om te weten hoe een zin in elkaar steekt, als je een andere taal moet leren, is dat helemaal handig.
De zinsdelen kunnen uit meerdere woorden bestaan. Een andere naam voor zinsontleding is redekundig ontleden. Waarom is zinsontleding belangrijk? Zinsontleding is belangrijk, omdat je zinnen leert begrijpen.
Met een goede woordsoortindeling kun je snel uitleggen dat in het Nederlands lidwoorden vóór het zelfstandig naamwoord moeten staan, dat voegwoorden zinnen met elkaar verbinden (het is bewolkt, want het sneeuwt) en voorzetsels een woordgroep met zelfstandig naamwoord ergens bij kunnen zetten (de vogels op het dak).
Voor de gewone dagelijkse communicatie in je moedertaal hoef je geen zinnen te kunnen ontleden. Zinsontleding is *wel* nodig voor officiële communicatie in je moedertaal, en voor het goed leren van een andere taal.
Zodra je een gesprek wilt voeren heb je ineens heel veel grammaticale elementen nodig, uitgedrukt in woordvolgorde, kleine klankverschillen of extra woordjes. Pas door een slimme combinatie van al die elementen ontstaat een echte taal. Daarom heeft een taal een grammatica nodig.
Volgens het Guinness Book of Records zijn de moeilijkste talen het Tabassaran in de Kaukasus omdat deze taal maar liefst 48 naamvallen kent; de Noord-Amerikaanse indianentaal Haida, die met 70 de meeste voorvoegsels ter wereld heeft; Amale uit Papoea-Nieuw-Guinea, de taal met de meeste werkwoordsvormen: meer dan 69.000 ...
Meer aandacht voor de betekenis van taal in allerlei taalgebruiksituaties zou het gevoel voor (variatie in) woordkeuze en zinsbouw en de effecten daarvan bevorderen. Daarmee komt ook het nut van grammatica in beeld. Grammatica gaat immers over de ordening van taal, van woorden en zinsdelen in zinnen.
Redekundig ontleden doe je altijd volgens een vaste volgorde of anders gezegd, volgens een vast stappenplan. Het is belangrijk dat je je aan die volgorde houdt. Daarmee voorkom je veel fouten. In dit hoofdstuk zie je welke zinsdelen je kunt benoe- men en in welke volgorde die zinsdelen gezocht moeten worden.
Als we het hebben over 'grammatica', bedoelen we het systeem van regels zodat we de Nederlandse taal kunnen schrijven, spreken en begrijpen. Deze regels zijn het belangrijkste in de Nederlandse taal. Om goed onze taal te kunnen leren, moet je de regels leren, snappen en gebruiken.
De volgende woordsoorten worden onderscheiden: werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, voornaamwoorden, bijwoorden, lidwoorden, telwoorden, voegwoorden, voorzetsels en tussenwerpsels.
Als je twijfelt of een woord enkelvoud of meervoud is, kijk dan of je er 'een' voor kunt zetten. Als dat zo is, is het enkelvoud. Zo niet, dan heb je te maken met meervoud.
Wederkerend voornaamwoord
Zelf kan ook een versterking uitdrukken van de wederkerende voornaamwoorden me, mij, je, u, ons en zich. Deze combinatie wordt dan als één woord geschreven: mezelf, mijzelf, jezelf, uzelf, onszelf en zichzelf.
Er is een belangrijk verschil tussen taalkundig ontleden en redekundig ontleden. In schoolboeken wordt dit onderscheid ook gemaakt. Taalkundig ontleden valt onder woordsoorten en redekundig ontleden valt onder zinsdelen. Simpel gezegd betekent dit dat je bij taalkundig ontleden elk woord in de zin benoemt.
Bij taalkundig ontleden benoem je namelijk elk woord van een zin, terwijl je bij redekundig ontleden de verschillende zinsdelen benoemt.
De computer vormt een mooie toetssteen voor door mensen opgestelde grammatica's (systematische beschrijvingen van de grammaticale regels van een taal). Als de grammaticale regels van een taal precies genoeg zijn gedefinieerd, kun je ze programmeren. Vervolgens kun je razendsnel controleren of een zin correct is.
Engels. Het zal je niet verbazen dat Engels over het algemeen gezien wordt als de makkelijkst te leren taal. Dit komt voornamelijk doordat vrijwel alle films, series en muziek die we zien en luisteren, in het Engels zijn.
Je weet misschien wel dat iets nieuws leren goed is voor je brein. Je hersens leggen tijdens het leren allemaal nieuwe verbindingen aan. Door te leren houd je je hersens dus in topconditie. Het leren van een taal heeft een nog sterker effect.
Dat hangt vooral af van welke talen ze al spreken. Wie pakweg Arabisch, Turks, Chinees of Somalisch kent, zal het Nederlands razend moeilijk vinden, want de verschillen zijn gigantisch. Maar het Nederlands is een stuk gemakkelijker voor mensen die al een andere Germaanse taal spreken, zoals Engels of Duits.
Vaak je geef je meer context in een zin door bijvoorbeeld te benoemen wanneer, waar of hoe iets gebeurt. Daar is een vaste volgorde voor: TIJD – MANIER – PLAATS.
Eerder in dit artikel vertelden we al dat bij taalkundig ontleden ieder zinsdeel maar uit 1 woord bestaat. Bij taalkundig ontleden ontleed je de zin niet in zinsdelen, maar in woordsoorten. Voorbeelden van woordsoorten zijn het lidwoord, het zelfstandig naamwoord, het bijvoeglijk naamwoord en het zelfstandig werkwoord.
Het lijdend voorwerp is het deel van de zin dat niet zelf handelt of actief is, maar dat de handeling ondergaat. Het kan een persoon of een ding zijn.
"Ontleden van zinnen is belangrijk", dat zegt iedereen. Waarom eigenlijk? Als je weet hoe een zin is opgebouwd, dan kan je de betekenis makkelijker achterhalen. Ook is de spelling van sommige woorden afhankelijk van hun plaats in de zin.
In een zin zit altijd maar één persoonsvorm (pv). De persoonsvorm van een zin is altijd een werkwoord. Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen; fietsen, lopen, spelen, kruipen, klappen, slapen... Als je de persoonsvorm van een zin weet, dan kun je ook de andere zinsdelen benoemen.
Grammatica is een systeem van taalregels die je gebruikt om een goede zin te maken en om een zin te begrijpen. De regels van de grammatica helpen je de juiste vorm van een werkwoord te kiezen. Ook gebruik je deze regels om de juiste woorden te kiezen, zodat een zin betekenis krijgt.