Verse vlees- ,vis- en vegetarische producten (per artikel); Koelverse producten (zoals koelverse sandwiches, gesneden groente en zuivel); Hele broden van de vorige dag zijn tot 12.00 uur te koop; En een zak met vier broodjes is ook aan het einde van de dag te koop voor 25 cent.
Bij muntjes van 5 cent valt dat mee. De kosten om zo'n nieuw muntje te slaan ligt op ongeveer 1 à 1,5 cent. Ieder jaar houdt De Nederlandsche Bank scherp in de gaten wat de veranderingen zijn in de munten die in omloop zijn.
Binnen zo'n serie is de kleur van de muntjes hetzelfde en is het muntje met meer waarde een stukje groter dan de vorige. Om dus te voorkomen dat de duurste munten te groot gaan worden, begint de nieuwe serie met een wat kleiner muntje dan de grootste van de vorige serie. Dus: 10 cent is kleiner dan 5 cent.
Voor een 1 cent-munt uit Monaco uit 2001 of 2002 kan u bijvoorbeeld 100 euro krijgen. Een muntstukje van 1 cent uit 2001 uit Finland is dan weer 10 euro waard en ook rosse centjes uit het Vaticaan kunnen behoorlijk wat geld opleveren.
1 en 2 eurocent blijven wettig betaalmiddel
De munten van 1 en 2 eurocent blijven een wettig betaalmiddel. U kunt met deze munten afrekenen. Heeft een winkelier vooraf duidelijk gemaakt dat hij afrondt? Dan hoeft hij geen munten van 1 en 2 eurocent wisselgeld te geven.
Wat met de muntstukken van 1 en 2 cent? Muntjes van 1 en 2 cent blijven een wettelijk betaalmiddel. Ze worden niet buiten omloop gesteld en verliezen hun waarde niet. Ze kunnen nog altijd gebruikt worden.
Maar sommige munten zijn meer waard dan dat ze op het eerste gezicht lijken. Zo heb je 2 euro munten die 15 euro waard zijn en 1 centjes die 6000 euro waard kunnen zijn. Dus voordat je die kleintjes in je portemonnee voor lief neemt, kun je ze beter nog eens een keer goed bekijken.
Eén eurocent is één honderdste deel van €1,00, dus €1,00 : 100 = €0,01. Twee euro schrijf je als €2,00. Twee eurocent is één honderste deel van €2,00, dus €2,00 : 100 = €0,02.
Een muntje van 1 cent uit Monaco, uit 2001 of 2002, is om en bij de 100 euro waard. Hetzelfde geldt voor een muntje van 2 cent uit het Vaticaan uit 2002 of 2003. Nog een zeldzaam rostje is dat van 1 cent dat Finland in 2001 uitgaf. Dat is 10 euro waard.
Waar in de provinciale tijd wel een munt van 5 stuivers (5S) bestond, werd na de invoering van het decimale stelsel onder Willem I een munt van 25 cent ofwel “kwartje” geslagen. Dit kwartje woog 4,2 gram, was 21 mm in doorsnede en geslagen in 57% zilver.
Kwartje was de populaire naam van het Nederlandse vijfentwintigcentsstuk, een munt in het muntstelsel uit het koninkrijk. De naam is afkomstig van zijn waarde van een kwart gulden, al heeft de waardeaanduiding altijd 25 cent geluid.
Sommige winkeliers of supermarkten behouden producten met een verstreken THT-datum en plakken daarnaast een vernieuwde THT-datum. Voordat zij dit doen, proeven, ruiken en bekijken zij het product om te beoordelen of de kwaliteit nog steeds voldoende is. Dit is volledig veilig en voorkomt onnodige voedselverspilling.
Rijst. Witte rijst, basmatirijst en pandanrijst die verpakt zijn in een luchtdichte verpakking kun je eeuwig bewaren.
Houdbare producten in blik of pot
Jaren na de THT-datum kun je groenten of fruit uit blik nog zonder risico voor de gezondheid eten. Ook groente of fruit uit een pot is nog goed eetbaar. Omdat de producten goed verhit zijn, zijn alle bacteriën gedood en bederven ze eigenlijk niet.
Niet consumeren na TGT-datum vanwege kans op uitgroei ziekmakende bacteriën.
Maar sommige munten zijn meer waard dan dat ze op het eerste gezicht lijken. Zo heb je 2 euro munten die 15 euro waard zijn en 1 centjes die 6000 euro waard kunnen zijn. Dus voordat je die kleintjes in je portemonnee voor lief neemt, kun je ze beter nog eens een keer goed bekijken.
Een muntstukje van 1 cent uit 2001 uit Finland is dan weer 10 euro waard en ook rosse centjes uit het Vaticaan kunnen behoorlijk wat geld opleveren. Alleen: zolang de rosse muntjes een geldig betaalmiddel zijn, blijft ze verkopen met winst strafbaar in ons land.
Muntjes van 1 en 2 cent blijven een wettelijk betaalmiddel. Ze worden niet buiten omloop gesteld en verliezen hun waarde niet. Ze kunnen nog altijd gebruikt worden. U hoeft ze dus niet terug te brengen naar de bank.
De 1, 2 en 5 cent is de laagste serie, daarna komt de serie van 10, 20 en 50 cent. En de hoogste serie is die van 1 en 2 euro. Binnen zo'n serie is de kleur van de muntjes hetzelfde en is ieder muntje met meer waarde een stukje groter dan de vorige.
Een muntje van 1 cent uit Monaco, uit 2001 of 2002, is om en bij de 100 euro waard. Hetzelfde geldt voor een muntje van 2 cent uit het Vaticaan uit 2002 of 2003. Nog een zeldzaam rostje is dat van 1 cent dat Finland in 2001 uitgaf.