Montessori speelgoed is speelgoed dat kinderen aanmoedigt om te leren en te experimenteren. Het is vaak speelgoed dat gemaakt is van natuurlijke materialen zoals hout, wol, natuurrubber of zijde.
Het uitgangspunt van het montessorionderwijs is dat een kind een natuurlijke en noodzakelijke drang tot zelfontwikkeling heeft. De pedagogisch medewerker of leerkracht volgt deze ontwikkeling en speelt hierop in door de juiste omgeving en materialen aan te bieden.
Waar Maria Montessori op doelt is dat jij als opvoeder je kinderen constant op weg helpt het zelf te doen. Door je kinderen activiteiten aan te bieden die hen vrijheid en bijgevolg zelfvertrouwen geven, toon je dat je hen respecteert. En zo beginnen ze zichzelf ook te respecteren.
De visie van Maria Montessori met betrekking tot opvoeding en onderwijs valt in één begrip te omschrijven: de 'zelfopvoeding' van en door kinderen, het 'pad tot onafhankelijkheid' (Montessori 1951). Montessori vindt dat het kind zichzelf leidt in zijn ontwikkeling naar de volwassenheid.
Doel van het materiaal
Het materiaal helpt het kind bij de ontwikkeling. Het geeft spelenderwijs het kind een leerproces, waardoor het kind zich beter kan redden in de directe omgeving door het zelf te doen en te kunnen. Een voorbeeld hiervan is het veterrek.
Het Montessori onderwijs is niet per definitie geschikt voor iedere kind. Dit komt door de hoge mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid die kinderen hebben binnen dit onderwijs. Daarom zijn sommige mensen van mening dat kinderen die wat meer structuur nodig hebben, beter gedijen in het regulier onderwijs.
De vrijwillige ouderbijdrage is € 1054 per jaar voor vier- t/m twaalf-jarigen. Zonder deze vrijwillige ouderbijdrage zou Casa niet in staat zijn het concept uit te voeren waar Casa voor staat. Voor peuters en driejarigen geldt deze vrijwillige ouderbijdrage niet.
Na hun eindexamen kunnen de leerlingen doorstromen naar een (creatieve) mbo-opleiding niveau 3 en 4, of de havo.
Een verschil tussen het Daltononderwijs en Montessorionderwijs is dat een Daltonschool vaak iets specifieker is in hoe de opdracht moet worden uitgevoerd in vergelijking met een Montessorischool. De belangrijkste ankerpunten in het Daltononderwijs zijn samenwerken, zelfstandigheid en vrijheid in gebondenheid.
De leerkracht in het Montessori onderwijs is een begeleider en is daarvoor speciaal opgeleid. Hij zorgt dat de leerling de juiste materialen aangereikt krijgt om zich verder te ontwikkelen op zijn eigen niveau. Een leerling kan niet voor- of achter lopen op de groep, het gaat erom dat het kind zelf vooruit gaat.
Maria Montessori ontdekte dat kinderen zich op een natuurlijke manier ontwikkelen. Dat gebeurt in hun eigen ritme en eigen tempo. Door kinderen te stimuleren op allerlei vlakken, daagt het Montessorionderwijs ze uit om zich verder te ontplooien.
Het Montessori Lyceum Groningen is een openbare scholengemeenschap van totaal 1120 leerlingen.
In schooljaar 2022-2023 telde de school 1.136 leerlingen.
In een montessoriklas (onderbouw, middenbouw of bovenbouw) zitten twee of drie leeftijdsgroepen leerlingen door elkaar. Volgens Maria Montessori is dit essentieel voor een harmonische ontwikkeling. Ook in een gezin is een kind omringd met oudere en jongere kinderen.
Dit diploma kan behaald worden aan een Hogeschool die een studierichting leraar basisonderwijs heeft. Ook de leraren aan een montessorischool voor basisonderwijs, die daar leidsters of leiders genoemd worden, hebben zo'n diploma. Maar daarnaast moeten ze in het bezit zijn van een montessoridiploma voor basisonderwijs.
Als ouder betaalt u geen lesgeld voor de basisschool van uw kind. De school kan wel een vrijwillige ouderbijdrage vragen voor extra activiteiten. Ook moet u betalen voor buitenschoolse opvang (BSO) en voor bepaalde kosten van het overblijven op school (tussenschoolse opvang).
Informatie over basisscholen met onderwijsconcept jenaplan/montessori. Het onderwijsconcept jenaplan/montessori is een combinatie van de twee onderwijsconcepten jenaplan en montessori.
Het concept van jenaplan
Het jenaplanonderwijs is gericht op de opvoeding van kinderen in de brede zin. Zo besteedt een jenaplanschool niet alleen aandacht aan schoolse kennis en vaardigheden, zoals lezen, schrijven en rekenen. Maar de school besteedt ook aandacht aan gesprek, spel en viering.
Op de vrijeschool is leren een creatief proces, dat ruimte biedt aan authenticiteit, spontaniteit en situationeel handelen. De vaardigheden om op die manier te leren, ontwikkelen we ook door veel aandacht voor kunstzinnige vakken als schilderen, handenarbeid, handwerken, muziek en toneel.
Dit onderwijsconcept is bedacht door de Italiaanse pedagoge Maria Montessori (1870-1952).
In januari 1907 opende Maria Montessori, in de Romeinse sloppenwijk een huis voor kinderen. 'Casa dei Bambini' was de allereerste Montessorischool. Een school waar onderkend werd dat geen kind gelijk is. Klassikaal onderwijs was in de ogen van Maria Montessori dan ook taboe.
Op de basisschool leren kinderen Nederlands, rekenen, wereldoriëntatie, kunstzinnige oriëntatie, bewegingsonderwijs en Engels. De leerstof is verdeeld over acht leerjaren. Vanaf vier jaar mag een kind naar de basisschool, vanaf vijf jaar is het leerplichtig.
Wat kost een basisschool kind per maand? Als ouder betaalt u geen lesgeld voor de basisschool van uw kind. De school kan wel een vrijwillige ouderbijdrage vragen voor extra activiteiten. Ook moet u betalen voor buitenschoolse opvang (BSO) en voor bepaalde kosten van het overblijven op school (tussenschoolse opvang).
Elke leerling op de middelbare school kost de overheid ongeveer € 7.300 per jaar.
Op basisscholen ligt het gemiddelde bedrag dat scholen van ouders vragen rond de 50 euro, op middelbare scholen rond de 200 euro. Maar uit onderzoek van RTL Nieuws bleek eerder al dat de vrijwillige bijdragen op middelbare scholen kunnen variëren van enkele tientjes tot 600 euro per jaar.