De kastanjechampignon is het broertje van de witte champignon. Het verschil zit 'm met name in de smaak. De kastanjechampignon bestaat uit wat steviger vruchtvlees en heeft een lichte, nootachtige smaak dat wat droger en pittiger is dan de witte champignon.
De kastanjechampignon is rijk aan riboflavine (vitamine B2). Deze vitamine is belangrijk voor je energiemetabolisme, doordat hij helpt bij het vrijmaken van energie uit vetten, koolhydraten en eiwitten. Riboflavine levert daarnaast een bijdrage aan het gezond houden van je huid, ogen en slijmvliezen.
2. Kastanjechampignon. De kastanjechampignon heeft een lichtbruine tot kastanjekleurige hoed. Deze champignon bevat minder vocht en is daardoor steviger dan de witte variant, en ook is de smaak voller.
Het verschil tussen de witte champignon en de bruine kastanjechampignon is de smaak en structuur. De kastanjechampignon heeft een wat steviger vruchtvlees en een lichte, nootachtige smaak. Hij is wat droger en pittiger dan de witte champignon. Ze worden allebei op dezelfde manier geteeld.
Kastanjechampignons hebben een licht nootachtige smaak. De smaak is wat voller dan die van een witte champignon. De kastanjechampignon laat bij braden weinig vocht los. Daarom zijn ze zeer geschikt om te bakken, frituren, smoren en roerbakken voor lunchhapjes en hoofdgerechten.
Dat is niet verstandig. In rauwe paddenstoelen, zoals champignons en shii-takes, komt van nature de gifstof agaritine voor. Deze stof blijkt kankerverwekkend te zijn bij muizen, en is daarom mogelijk in grotere hoeveelheden ook giftig voor mensen.
De kastanjechampignon is het broertje van de witte champignon. Het verschil zit 'm met name in de smaak. De kastanjechampignon bestaat uit wat steviger vruchtvlees en heeft een lichte, nootachtige smaak dat wat droger en pittiger is dan de witte champignon.
Ze raden aan om minstens 5 champignons per dag te eten om het risico op neurologische aandoeningen in de toekomst te verminderen. Champignons zijn rijk aan B-vitamines: riboflavine [B2], folaat [B9], thiamine [B1], pantotheenzuur [B5] en niacine [B3].
De champignon krijgt naar verloop van tijd een donkerbruine kleur. ,,Het is niet iets om je meteen zorgen over te maken”, zegt Van Zuiden. ,,Je kunt ze in zo'n geval nog altijd gebruiken als smaakmaker, bijvoorbeeld voor een soep of saus.
De champignons zijn donkerder geworden
Als je ziet dat je champignons onder de bruine vlekken zitten, kun je ze het beste weggooien. Dit is namelijk een teken dat ze niet meer goed zijn.
Champignons bevatten veel gezonde voedingsstoffen. Zo zijn ze rijk aan koper, wat in je lichaam onder andere belangrijk is voor het behoud van een goede conditie van bindweefsels, zoals de huid, bloedvaten en kraakbeen. Champignons zijn ook een bron van de B-vitamines riboflavine (vitamine B2) en niacine (vitamine B3).
Kastanjechampignons schoonmaken
Veeg de kastanjechampignons schoon met een keukenpapiertje of champignonborsteltje. Doe dit pas vlak voor bereiding. Je maakt kastanjechampignons droog schoon. Niet wassen, dan zuigen ze zich vol met water waardoor de smaak verdwijnt.
Sommige mensen gooien dergelijke paddenstoelen liever weg, schimmel is immers erg gevaarlijk voor de gezondheid. In feite is het echter meestal het onschadelijke schimmelmycelium.
Vooral witte champignons en oesterzwammen bevatten behoorlijk wat vitamine B2 en B3. Veel paddenstoelen zijn rijk aan het mineraal koper, dat eveneens goed is voor je energiepeil. Maak eens een mantar kavurmasi om van dat energieverhogende effect te profiteren.
Geneeskracht. De vrucht van de kastanjeboom wordt al eeuwenlang gebruikt als geneeskruid. Het verbetert de doorbloeding en maakt de vaatwanden sterker. Daarom wordt het vooral toegepast bij spataderen, aambeien, oedeem, zware benen, onrustige benen, open benen, koude mensen, maar ook bij stijve spieren.
Niet alle soorten uit deze familie zijn geschikt voor consumptie, en sommigen zijn zelfs ronduit giftig. De (witte) champignon, de (bruine) kastanjechampignon en de portobello – feitelijk gewoon een heel grote kastanjechampignon – zijn echter veilig te consumeren en bovendien populair in culinair gebruik.
Verse champignons zijn stevig, voelen niet nat aan, en hebben een neutrale geur. Als de champignon onder het kapje bruin en vochtig is, en niet fris meer ruikt, kun je hem beter niet meer eten.
Mits direct na aankoop koel bewaard, kun je ze tot minimaal de TGT veilig opeten. Bederf merk je goed, dus ruiken en ogen ze na die datum nog goed, dan kan opeten geen kwaad. Gekoeld zijn verse paddestoelen als kastanjechampignons, grotchampignons, portobello's en oesterzwammen ongeveer een week houdbaar.
Gebakken champignons zijn eenvoudig te bereiden. Gebruik een klein beetje olie of boter, snijd ze in plakjes of kwartjes en bak ze in 6 tot 12 minuten smakelijk bruin en gaar. Zorg dat je de pan niet erg vol doet, want er komt altijd wat vocht vrij, en in een volle pan stoof je de paddenstoelen dan gaar.
De steel van een champignon is perfect eetbaar, maar je snijdt er wel best een plakje van om harde, uitgedroogde stukjes in je maaltijd te voorkomen.
Paddenstoelen worden over het algemeen ingedeeld bij de groenten, maar ze zijn eigenlijk schimmels. Meer specifiek gezien zijn ze de vruchtlichamen van de schimmel. Ze planten zichzelf voort via hun sporen. Van alle paddenstoelen is de witte champignon de meest bekende.
Gebruik champignons het liefst zo vers mogelijk. Bewaren kan in de koelkast. Ze behouden hun kwaliteit het best bij een temperatuur tussen de 4° en 7°C. Ze zijn dan 2 tot 3 dagen houdbaar.
De bakjes, die voorzien zijn van luchtgaatjes tegen condensvorming, kregen toen ook hun typische blauwe kleur. "Daarin komen de witte champignons het beste tot hun recht; ze lijken nog witter dan ze zijn. Bovendien vallen ze op door de felle kleur en kunnen consumenten ze dus makkelijk vinden in de supermarkt."
Eekhoorntjesbrood. De koning der paddestoelen. Omdat-ie behoort tot de meest gewilde eetbare paddestoelen voor culinair gebruik. De smaak is mild, nootachtig en de textuur is romig en zacht.