m. -s; Fr. kunstgreep, handigheid, foefje; streek, list; lees truuk.
Het meervoud van truc is trucs of truken.
De vorm trucs is het gebruikelijkst. Truken komt bijvoorbeeld voor in de samenstelling trukendoos (gebruikt in de figuurlijke betekenis 'hoeveelheid trucjes waarover iemand beschikt').
De correct gespelde verkleinvorm van truc is trucje.
De spelling truukje* is, net zoals de grondvorm truuk*, niet correct. De vorm met -k komt wel voor in de meervoudsvorm truken (naast trucs), de samenstelling trukendoos en het werkwoord trukeren.
kunstgreep (zn) : foefje, handigheid, kneep, list, noodsprong, omweg, truc, uitweg. foef (zn) : handigheidje, kneepje, kunstgreep, slimmigheid, streek, truc.
De juiste spelling van dit woord is trukendoos.
Omdat het woord waarvan het afgeleid is, namelijk samen of (te)zamen), óók met -en wordt geschreven. Net zoals bijvoorbeeld eigenlijk, wezenlijk en openlijk. Afleidingen van (werk)woorden die niet op -en eindigen, krijgen dus geen -n: hopelijk, namelijk, afstandelijk...
Wat is juist: naar hartelust of naar hartenlust? Officieel is alleen naar hartenlust juist.
Op een na laatste en een-na-laatste zijn allebei correct.
In de constructie met op schrijven we de woorden los: het op een na laatste woord. De constructie zonder op krijgt meestal koppeltekens: het een-na-laatste woord.
(2a) Dit huis is het op een na oudste van de stad. (2b) Dit huis is het een-na-oudste van de stad.
Het is zowel 'de laatste' als 'het laatste'. Als je het aanwijst is het 'die laatste' of 'dat laatste'.
Onbepaalde rangtelwoorden zijn woorden als laatste, middelste, hoeveelste en zoveelste.
Het woord 'el' is een oud woord voor 'onderarm'. Vroeger werd het ook gebruikt als lengtemaat (ca. 69 centimeter). Maar omdat het geen hedendaags woord meer is, noemt men 'elleboog' een versteende samenstelling en komt er geen tussen-n.
lomperik - lomperiken. mafferik - mafferiken. onterik - onteriken ('gemene vent')
Je hebt gezocht op het woord: reglement.
Je kunt en je kan zijn allebei correct.
In Nederland wordt je kan informeler gevonden dan je kunt. In België wordt het gebruik van je kan niet als informeler beschouwd.
Schrijf ook geen tussen-n als het eerste deel van de samenstelling: geen meervoud heeft: rijstepap, roggebrood. een werkwoord is: spinnewiel, huilebalk. een bijvoeglijk naamwoord is: goedemorgen, blindedarm.
U is tegenwoordig meer je
Maar omdat je u tegenwoordig gebruikt als jij en je, de tweede persoon enkelvoud, is u hebt ook een juiste vorm. Je hebt.
I iets bijwoord Uitspraak: [its] een beetje Voorbeelden: `Zij is iets kleiner dan haar zusje. `, `De boot lekt iets. `Synoniem: enigszins II iets pronoun Uitspraak: [its] ding zonder dat je weet wat Voorbeelden: `...
Homoniemen zijn woorden die er hetzelfde uitzien en hetzelfde klinken, maar een verschillende betekenis hebben. Bijvoorbeeld bank (om op te zitten) en bank (als geldinstelling). Naast homoniemen bestaan er homofonen: woorden die hetzelfde klinken, maar verschillend worden geschreven. Bijvoorbeeld hart en hard.
Persoonlijk voornaamwoord
accusatief en datief van ik, eerste persoon enkelvoud. Hij ontsloeg mij. Hij gaf mij een baan.
De meervoudsvorm is essays, de verkleinvorm is essaytje.
onderscheiden - Werkwoord 1. (ov) een verschil in aanmerking nemen ♢ In de wet werden drie gevallen onderscheiden. 2. (ov) iemands bijzonder gedrag erkennen, bijvoorbeeld middels een medaille ♢ Hij werd met een ridderorde onderscheiden.
Woorden als rommel en vee hebben geen meervoud. Bijzonder zijn zelfstandige naamwoorden als rijst, haat, onzin, melk, hout, informatie en aarde, we noemen ze niet-telbaar. Ze komen zelden voor met een onbepaald lidwoord (een rijst zeg je niet) en ze staan zelden in het meervoud.
Wanneer het onderwerp één iets of iemand is, gaat het om enkelvoud. Gaat het om meer dan één persoon? Dan betreft het meervoud.