Een oplossing is een homogeen mengsel van twee of meer moleculair verdeelde stoffen, waarbij een van de stoffen - het "oplosmiddel" - in veel grotere hoeveelheden aanwezig is dan de andere - de "opgeloste stoffen". Een stof is opgelost als de stof en het oplosmiddel een homogene eenheid zijn.
De oplosbaarheid van een stof in water is de massaconcentratie van de stof in een verzadigde oplossing in water bij een gegeven temperatuur. De oplosbaarheid in water wordt uitgedrukt als de massa van opgeloste stof per volume van de oplossing. De SI-eenheid is kg/m3 (g/l kan ook worden gebruikt).
Een simpele kijk op de oplosbaarheid geeft het zinnetje 'like dissolves like' aan. Dit wil zeggen dat de stof graag oplost in een oplosmiddel met gelijke polariteit. Zo lossen polaire beter op in polaire, en apolaire beter in apolaire stoffen. Voorbeeld hiervan zijn zouten.
Een oplossing kan bestaan uit stoffen die in verschillende fasen zijn. Het kan bijvoorbeeld een vaste stof in vloeistof zijn, vloeistof in vloeistof, gas in vloeistof of gas in gas. Het ziet er meestal helder uit, maar soms is het gekleurd.
De oplosbaarheid geeft aan hoe goed een stof kan oplossen in een ander stof. De stof waarin wordt opgelost heeft het oplosmiddel. Bij de oplosbaarheid kijk je naar de maximale hoeveelheid stof die je kunt oplossen in een oplosmiddel.
Voorbeelden van hydrofobe stoffen zijn vetten en oliën, deze zijn per definitie hydrofoob. De oorzaak dat hydrofobe stoffen niet met hydrofiele stoffen mengen, heeft te maken met de polariteit van een molecuul. Hydrofobe stoffen zijn apolair, daardoor kunnen ze niet goed mengen met water, want dat is polair.
Oplossing = Een oplossing kan bestaan uit stoffen die in verschillende fasen zijn. Het kan bijvoorbeeld een vaste stof in vloeistof zijn, vloeistof in vloeistof, gas in vloeistof of gas in gas. Het ziet er meestal helder uit, maar soms is het gekleurd.
Een SUSPENSIE bestaat uit zeer kleine druppeltjes vloeibaar materiaal in een vloeistof. Bijvoorbeeld melk, zeer kleine vetdruppeltjes in water. Een OPLOSSING bestaat uit een vaste stof die in losse moleculen in een vloeistof zit. Bijvoorbeeld een suiker oplossing.
Een oplossing is een goed antwoord op een vraag. In de techniek bedenken we oplossingen voor allerlei behoeften. Toen mensen bijvoorbeeld de behoefte hadden om lekker te zitten, werden er stoelen gemaakt.
Een zuivere stof kun je het beste herkennen aan hoe de stof kookt of smelt. Als de stof kookt of smelt bij één vaste temperatuur, weet je dat het om een vaste stof gaat. Als een stof een zogeheten kooktraject of smelttraject heeft, is de stof onzuiver.
Ontvetten met azijn
Een azijnoplossing helpt je dat vet schoon te maken op een natuurlijke manier: Maak een oplossing van 1 deel (schoonmaak)azijn op 4 delen water. Laat de oplossing 5-10 minuten op de vetvlekken inwerken. Spoel het af met schoon water.
Stoffen die goed oplosbaar zijn in water heten ook wel polaire of hydrofiele stoffen.
oplosbaar - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: op-los-baar 1. wat in water op te lossen is ♢ suiker is in water oplosbaar 2. wat opgehelderd of ontcijferd kan worden ♢ deze puzzel is echt wel oplo...
Stoffen zijn hydrofiel wanneer ze door middel van het vormen van waterstofbruggen, goed in water oplossen. Het woord hydrofiel is van het Grieks afgeleid: hydro = water en fiel = vriend. Waterstofbruggen ontstaan dus bij O-H en N-H groepen. Dit komt doordat deze twee bindingen polair zijn.
Stoffen die goed in water kunnen oplossen heten polaire stoffen of hydrofiele stoffen (hydro = water, fiel = houden van).
Een oplossing is een mengsel van een oplosbare stof in een oplosmiddel. Oplossingen zijn helder (doorzichtig), maar kunnen wel gekleurd zijn. Voorbeelden van oplossingen zijn drinkwater, suikerwater, pekel, limonade, wijn, bier, jenever, spiritus, azijn en lucht.
Cola is een homogeen mengsel van suiker, water, fosforzuur, kooldioxide, smaak- en geurstoffen in water.
Bloed is een mengsel van plasma, rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes. Het lichaam van een volwassene bevat ongeveer 5 liter bloed.
Een oplossing is een helder mengsel van een stof in een vloeistof. In een oplossing is de opgeloste stof zo fijn verdeeld dat de vloeistof helder en doorzichtig is. Sinaasappelsap is een suspensie. Een suspensie is een troebel mengsel van een vaste stof in een vloeistof.
oplossingen (meerv.) Voorbeelden: `een elegante oplossing bedenken voor een probleem`, `De oplossing van de puzzel staat volgende week in de krant.
In het algemeen zijn alle Natrium (Na+) en Kalium (K+) zouten goed oplosbaar in water, ook zouten met als NO3- zijn goed oplosbaar.
Het natrium ondergaat zodra het in contact komt met water een zeer exotisch proces: een Coulomb-explosie. Opnames van onder de waterspiegel, 0,35 milliseconde nadat de druppel het wateroppervlak raakt.