De gemiddelde Nederlander heeft een intelligentie (IQ) van 100. Als je IQ onder de 80 is, noemen we dit een lichte verstandelijke beperking.
'Mensen met een lvb of zwakbegaafdheid zullen het zelf lang niet altijd zeggen als ze iets niet begrijpen en ook aan hun taalgebruik merk je dit vaak niet. Ze gebruiken woorden en zinnen die ze hebben opgevangen, maar die ze zelf niet altijd ook echt begrijpen.
Het IQ van iemand met een verstandelijke beperking is lager, namelijk onder de 70. Bij een IQ tussen 70 en 79 wordt in bepaalde tests zwakbegaafd als aanduiding gebruikt (in andere tests is dit tussen de 70 en de 85 of 90: testuitslagen verschillen onderling, afhankelijk van de betreffende test).
Een gemiddeld intelligentieniveau ligt tussen de 90 en 110. Bij een IQ tot 120 spreekt men van een bovengemiddeld intelligentieniveau en bij een IQ tot 130, spreekt men van een begaafd intelligentieniveau.
Problemen met dagelijkse taken
Mensen met een laag intelligentieniveau kunnen moeite hebben met het uitvoeren van alledaagse taken, zoals het plannen van hun dag of het volgen van instructies. Denk bijvoorbeeld aan een zelfscankassa bij een supermarkt.
Een licht verstandelijke beperking is deels erfelijk. Het komt ook voor dat er een spontane mutatie is in de genen van het baby. Dat leidt uiteindelijk tot een afwijking. Die afwijking komt dus niet voor in beide kanten van de familie.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107. Om het IQ van je kind te achterhalen is het nodig om een IQ test te doen.
Bepaalde genen die bekend staan als 'geconditioneerde genen' zouden in sommige gevallen alleen werken als ze via de moeder worden doorgegeven, en in andere gevallen alleen als ze via de vader worden doorgegeven. Intelligentie is een voorbeeld van zulke geconditioneerde genen die van de moeder moeten komen.
ernstige verstandelijke beperking (IQ 20-34 / ontwikkelingsleeftijd tussen de 3 en 5 jaar); matige verstandelijke beperking (IQ 35-49 / ontwikkelingsleeftijd 6-9 jaar; milde verstandelijke beperking (IQ 50-70 / ontwikkelingsleeftijd 9-12 jaar).
Een licht verstandelijke beperking uit zich in een IQ-score tussen de 50 en 70. In Nederland kunnen mensen met een IQ-score tussen de 70 en 85 die eigenlijk zwakbegaafd zijn en (ernstige) bijkomende problematiek hebben, eveneens gebruik maken van de zorg voor mensen met een LVB.
Onderzoekers van het University College London ontdekten in 2011 bijvoorbeeld dat het IQ van jongeren in enkele jaren tot maar liefst 20 punten kon stijgen of dalen. Zaken die helpen om je hersenen en je intelligentie te ontwikkelen zijn gezond en genoeg voedsel, en goed onderwijs.
Dit geldt allemaal niet voor een IQ: iemand met een IQ 150 is niet tweemaal zo slim als iemand met een IQ 75. het verschil tussen IQ 120 en IQ 130 is niet even groot als dit tussen IQ 70 en IQ 80. IQ 0 bestaat niet.
Iemand met zwakbegaafdheid heeft een IQ tussen de 70 en 85. Iemand met een lichte verstandelijke beperking heeft een IQ tussen 50-70 en beperkingen in het aanpassingsvermogen die zijn ontstaan gedurende de ontwikkelingsperiode.
Het betreft een indeling in zeven intelligentiecategorieën: hoger dan 130 (zeer begaafd); van 121 tot en met 130 (begaafd); van 111 tot en met 120 (hoog normaal/boven gemiddeld); van 90 tot en met 110 (nor- maal/gemiddeld); van 80 tot en met 89 (laag normaal/bene- den gemiddeld); van 70 tot en met 79 (debiel); beneden ...
Kan je aanvankelijk normaal-gemiddelde IQ 'weg zakken'? Ja, helaas kan dat! Door scholing, omgang met anderen, opnemen en uitwisselen van informatie en vaardigheden e.d. ontwikkelen we onze cognitieve vaardigheden, d.w.z. manieren van denken en opnemen, verwerken, beoordelen, toepassen en (re)produceren van informatie.
Hoe intelligent je bent is voor een deel erfelijk: van je ouders krijg je al dan niet slimme genen mee bij je geboorte. Maar ook de omgeving waarin je opgroeit speelt een rol: je opvoeding en je school bijvoorbeeld.
Onderzoek wijst uit dat je een goed (of slecht) stel hersenen namelijk van je moeder erft. Volgens een onderzoek uit Psychology Spot is de kans namelijk groot dat kinderen de intelligentie van hun moeder in de genen hebben zitten. Een kleine uitleg gaat terug naar de biologielessen op de middelbare school.
Ons algehele IQ kan ook in de loop van de tijd veranderen. Studies tonen aan dat er zeer grote individuele verschillen zijn. Bij sommigen wordt het IQ hoger, bij anderen lager.
Van de bevolking heeft 2,5 procent een IQ van boven de 130 (ter vergelijking: het gemiddelde IQ van een havo-leerling bedraagt 103.8, voor een vwo-leerling 115). Ofwel: gemiddeld 1 kind per schoolklas van 30 leerlingen.
Albert Einstein (1879-1955)
Einstein, de man achter de relativiteitstheorie, was notoir slecht in het onthouden van namen, getallen en data. Desondanks wordt zijn IQ geschat op 160, waarmee hij een genie was.
Lager dan 80 LWOO of praktijkonderwijs 80 t/m 90 vmbo bbl of vmbo bbl/kbl 90 t/m 100 vmbo kbl of vmbo kbl/tl 100 t/m 105 vmbo-tl of vmbo-tl/havo 105 t/m 110 vmbo tl/havo 110 t/m 115 havo vanaf 115 havo/vwo vanaf 130 vwo (gymnasium, TTO etc.)
De IQ- en Intelligentietest
Wil jij snel en eenvoudig je IQ testen? Doe dan mee met de IQ- en Intelligentietest. Beantwoord de tien verschillende vragen en ontvang een indicatie van jouw IQ en opleidingsniveau.
De intelligentie van iemand wordt bepaald door drie factoren: Erfelijkheid (bepaalt de intelligentie voor tenminste 50%). De omgeving/het milieu, waarbinnen men leeft en opgroeit (rond de 30% bepalend). De covariantie, die samenhangt met erfelijkheid én omgeving.
Ook bestaat er nog altijd geen concensus over wat precies intelligentie is. Bovendien is het zo dat sommige onderdelen van de intelligentie – zoals het geheugen – veranderen bij het ouder worden. Bij het opgroeien neemt het IQ toe, terwijl dit op latere leeftijd weer afneemt.