Als een schrijver een spannend, aangrijpend of grappig verhaal vertelt, is zijn doel amuseren (de lezer vermaken). Amuserende teksten zijn meestal fictionele teksten: romans, verhalen, gedichten en strips. Maar ook een leuk krantenberichtje kan meer dienen om te amuseren dan om te informeren.
Een amuserende tekst is bedoeld voor vermaak, dus de schrijver hoeft niet per se zijn mening te verkondigen, hoeft je niet te overtuigen of te activeren. Hij wil je gewoon iets vertellen over een interessant verhaal, een leuk verhaal of iets grappigs en hij vindt het gewoon leuk om jou te vermaken.
Opiniëren
Opiniërende teksten zijn bedoeld om de lezer een mening te laten vormen en aan het denken te zetten. De schrijver geeft zelf niet heel duidelijk zijn persoonlijke mening, maar laat wel merken dat er over het onderwerp nagedacht moet worden. Hij wil niet overtuigen, maar een discussie starten / oplaaien.
Een activerende tekst is een tekst die als doel heeft dat jij actief iets gaat doen. Dat kan bijvoorbeeld een tekst zijn om jou te activeren om iets te komen, maar ook bijvoorbeeld om gezonder te gaan eten of meer te gaan sporten etc. Een overtuigende tekst is een tekst die jou wil overtuigen.
Overtuigende teksten (persuasief)
Je moet de lezer informeren, draagt argumenten aan en geeft je mening. Maar nu probeer je hem er ook nog eens van te overtuigen dat jij gelijk hebt. Jij haalt hem over iets te doen of juist te laten met zijn nieuwe kennis. Alles draait er nu om dat je lezer actie onderneemt.
Een activerende tekst geeft informatie, zet je aan het denken en wil je overtuigen waardoor je uiteindelijk iets wilt gaan doen. Deze indeling maakt het handig om er even bij stil te staan hoe betrouwbaar informatie is. Iemand die jou wil overtuigen van zijn mening, kan wel eens 'gekleurde' feiten presenteren.
Als je een tekst gaat schrijven, doe je dat vaak met een doel. Er worden vaak vier tekstdoelen onderscheiden: amuseren, informeren, overtuigen en overhalen/activeren.
Persuasieve teksten (een advertentietekst, een verkoopbrief): als een schrijver voor deze tekstsoort kiest, wil hij je juist wel ergens van overtuigen. De schrijver neemt een duidelijk standpunt in en wil jou overhalen die mening te gaan delen.
Wat zijn tekstdoelen? Tekstdoelen geven aan wat jij als schrijver wilt bereiken met jouw tekst. De 7 tekstdoelen zijn: informeren, instrueren, adviseren, overtuigen, activeren, emotioneren en inspireren. Een tekst heeft minimaal één tekstdoel.
Een tekst heeft bepaalde kenmerken: een inhoud (thema), een vorm (taalgebruik en structuur) en een bedoeling (doel).
Een tekstsoort kan verschillende vormen hebben, bijvoorbeeld nieuwsbericht, reclametekst of gedicht. Hoe de tekst eruitziet, noemen we de tekstvorm.
Beschouwingen hebben meer afstand van het onderwerp. De lezer krijgt informatie en vormt zelf een mening. De schrijver geeft verschillende meningen van verschillende mensen over het onderwerp, belangrijk is dus dat je er voor zorgt dat het niet lijkt alsof jij de ene mening belangrijker dan de andere vindt.
Een narratieve tekst vertelt een verhaal of drukt gevoelens en emoties uit; de zender wil de ontvanger ontspannen, raken of ontroeren. Bij dit soort tekst is het tekstdoel: entertainen, ontroeren, raken, ontspannen. Voorbeelden een (muur)gedicht, een griezelverhaal, een lied, een raptekst, een roman ...
Het dagboek behoort tot de categorie van het egodocument en de bekentenisliteratuur. Hoewel er geen feitelijk onderscheid is met het journaal, gebruikt men die laatste term doorgaans voor het dagelijks bijgehouden reisverslag van een (scheeps)reis, in die zin vergelijkbaar met het logboek.
Opiniëren: Je wil de lezer aan het denken zetten, hem een eigen mening laten vormen, ook door te laten merken hoe jij er zelf over denkt. Overtuigen: Je wil dat de lezer jouw mening overneemt. Activeren: De lezer moet iets gaan doen.
Tekstsoort: betoog àeen betoog is een overtuigende tekst. In een betoog leg je je standpunt uit met argumenten. En betoog is subjectief.
Beschouwend essay
De schrijver geeft voor- en tegenargumenten bij een standpunt of onderwerp en geeft ook zijn eigen mening. Het is echter niet het doel de lezer te overtuigen van dezelfde mening (zoals bij een betogend essay). Het is de bedoeling dat de lezer aan de hand van de informatie zijn eigen mening vormt.
Het schrijf- of spreekdoel is wat iemand ermee wil bereiken: samen heet dit het tekstdoel. Soorten tekstdoelen: Informeren: gegevens verstrekken. Uiteenzetten: uitleggen hoe iets in elkaar zit. Overtuigen: betogen, een pleidooi houden.
Een actieve zin is vlot en duidelijk. Een passieve zin is omslachtig, wollig en sloom. Passief en actief schrijven heeft te maken met het onderwerp van de zin. Dus wie of wat iets doet.
Een betoog is een tekst waarin je duidelijk jouw mening geeft. Je schrijfdoel is om de lezer te overtuigen van die mening. Om dit te doen, geef je argumenten die jouw mening ondersteunen. Deze argumenten kunnen weer worden ondersteund door voorbeelden.