6,8% van de Nederlandse bevolking heeft bloedgroep 0-negatief (O-). Deze bloedgroep is dus zeldzaam in Nederland, maar het voordeel is dat patiënten met alle bloedgroepen bloed van donors met bloedgroep 0-negatief kunnen ontvangen.
Bloedgroep O-positief
38,2% van de Nederlandse bevolking heeft bloedgroep 0-positief (0+). Deze bloedgroep komt het vaakst voor in ons land. Als je bloedgroep 0-positief hebt, dan kunnen patiënten met bloedgroep 0-positief, A-positief, B-positief en AB-positief jouw gedoneerde bloed ontvangen.
28 procent
Uit het onderzoek blijkt dat de sterftekans onder mensen met bloedgroep O aanzienlijk hoger lag. Maar liefst 28 procent van de onderzochte patiënten met bloedgroep O kwam te overlijden. Van de patiënten met een andere bloedgroep stierf 11 procent.
AB is de zeldzaamste bloedgroep. Donoren met de bloedgroep AB-positief ontvangen iets minder vaak een oproep, juist omdat dit een relatief zeldzame bloedgroep is en er dus minder vraag naar is. Bloedgroep AB-positief kan over het algemeen van iedereen bloed ontvangen.
Meer over bloedgroepen
Bloedgroep AB-negatief komt het minst voor in Nederland. 0,5% van de Nederlanders heeft deze bloedgroep.
Bij medische noodgevallen is er vaak geen tijd om de bloedgroep van de patiënt na te gaan. In zo'n situaties wordt O-negatief bloed toegediend. Er is dan ook meer O-negatief bloed nodig dan er in verhouding beschikbaar is in de bevolking. Als donor met bloedgroep O-negatief geef je dus best 4 keer per jaar bloed.
Onderzoek wees namelijk uit dat mensen met bloedgroep A, B en AB 15% meer risico lopen te overlijden aan hart- en vaatziekten dan diegenen met bloedgroep 0. Bovendien lijkt het erop dat bloedgroep 0 je lichaam ook beschermt tegen kanker.
Volgens het bloedgroepdieet is iemand met bloedgroep O een vleeseter met een sterke spijsvertering en een overactief immuunsysteem. Bij deze bloedgroep wordt het advies gegeven om vooral mager chemicaliënvrij vlees, gevogelte, vis en schaaldieren, olie, noten en zaden, groenten, fruit en sappen te kiezen.
Het AB0-bloedgroepensysteem
De allelen A en B zijn dominant ten opzichte van 0 en co-dominant ten opzichte van elkaar. Aangezien de mens diploïd is, wordt de bloedgroep bepaald door een combinatie van twee allelen: AB → bloedgroep AB (A en B zijn co-dominant)
Je bloedgroep is erfelijk bepaald. Je wordt er mee geboren en je houdt hem de rest van je leven. Toch kan het gebeuren dat je bloedgroep verandert. Na een stamceltransplantatie krijgen patiënten namelijk de bloedgroep van de donor.
De rhesusfactor (Rh) is een eiwit dat op de oppervlakte van de rode bloedcellen kan zitten en daarmee je bloedgroep bepaalt. Als de rhesusfactor op je rode bloedcellen zit, ben je rhesus positief. Dit is het geval bij 85% van de mensen. Als de factor ontbreekt, ben je rhesus negatief.
Vatbaarheid
Ze stelden een verband vast tussen je bloedgroep en je vatbaarheid voor het coronavirus. Hun berekeningen tonen: 23% meer risico op een infectie met het virus (SARS-CoV-2) voor mensen met bloedgroep A; 23% minder risico voor mensen met bloedgroep O.
Bloedgroep O was van de jager-verzamelaar, de oudste mens. Bloedgroep A zou volgens hem zo'n 20 duizend jaar geleden ontstaan zijn en zou passen bij de agrariër, de sedentaire mens die vooral groente verbouwde. Later ontstond toen bloedgroep B die meer paste bij boeren met melkvee.
Antwoord. Het korte antwoord is neen. De bloedgroep wordt bepaald door de genen die je van elke ouder krijgt. Iedereen heeft dus twee genen.
Je krijgt van je vader en je moeder elk één kopie van het bloedgroep-gen. Dit kan een A, B of O zijn. Samen bepaalt dit welke bloedgroep je hebt; A, B, AB of O. Je hebt dus altijd twee bloedgroep-genen.
Een vader en moeder geven ieder één kopie van het bloedgroep-gen aan hun kind door. Dit kan een A, B of O zijn. Samen bepaalt dit welke bloedgroep het kind heeft; A, B, AB of O. Je hebt dus altijd twee bloedgroep-genen.
Je bloedgroep erf je van je ouders. Je vader en moeder geven ieder één kopie van het bloedgroep-gen aan jou door. Dit kan een A, B of O zijn. De kopie van je vader bepaalt samen met de kopie van je moeder welke bloedgroep jij krijgt.
Mensen met de bloedroep O hebben een goede spijsvertering. Bloedgroep O is sociaal, energiek en super vrolijk. Je bent niet bang om te zeggen wat je vindt en bent meegaand.
Met bloedgroep A heb je een grotere kans op een herseninfarct voor je 60e. Dat concludeert een nieuwe meta-analyse uit de VS. Het verhoogde risico is echter vrij bescheiden. Het type bloed dat door je aderen stroomt, kan bepalen of je al vroeg in je leven het slachtoffer van een infarct kunt worden of niet.
Rh-null – ook wel 'gouden bloed' genoemd, is de zeldzaamste bloedgroep op aarde. Bloedgroepen worden ingedeeld in vier hoofdgroepen: A, B, AB en 0 (ook wel O). Deze vier worden primair bepaald door antigenen, die op het oppervlak van de rode bloedcellen zitten.
Resusantagonisme is een aandoening waarbij de rode bloedcellen van de baby afgebroken worden door de antistoffen (afweerstoffen) van de moeder. De aandoening kan alleen ontstaan bij moeders die resus-D-negatief zijn en die zwanger zijn van een kind dat resus-D-positief is.
6,4% van de Nederlandse bevolking heeft bloedgroep A-negatief (A-). Deze bloedgroep is dus zeldzaam, maar er zijn wel veel mensen die deze bloedgroep kunnen ontvangen van donors. Mensen met bloedgroep A-positief, A-negatief, AB-positief en AB-negatief kunnen bloed ontvangen van iemand met bloedgroep A-negatief.
De Easy Home bloedgroep test is een zelftest die je eenvoudig thuis via een vingerprik kunt afnemen. De bloeddruppel wordt aangebracht in de cirkels op de testkaart waarna je de bloedgroep kunt aflezen. Dit is een snelle en betrouwbare methode voor het bepalen van je bloedgroep die wereldwijd wordt toegepast.
Het lichaam van de rhesus-negatieve moeder gaat tegen het bloed van haar kind werken. De moeder maakt antistoffen aan en die komen dan weer terecht in het bloed van haar kind. Hierdoor krijgen kinderen die geboren worden onder een negatieve moeder, maar zelf positief zijn, bloedarmoede.