Want ja, het is inderdaad goed mogelijk dat het voer gaat bevriezen. Als je bijvoorbeeld vetbollen, zadenmixen of pinda's voert, zou je dit alleen op de iets warmere dagen moeten doen. Op de echt koude dagen kun je dit vogelvoer het beste even naar binnen halen.
Al met al blijven vogelpoten 's winters een paar graden boven de omgevingstemperatuur. Toch gebeurt het wel eens dat eenden vastvriezen als ze te lang op het ijs staan. Om dat te voorkomen, gaan ze op hun buik liggen en trekken de poten op tussen de buikveren.
Ook in de winter kun je prima vogelpindakaas voorschotelen, maar je moet hierbij wel oppassen dat het niet bevriest. De kans is zelfs groot dat in de winter de vogels maar al te graag pindakaas eten; juist tijdens de koude wintermaanden hebben vogels veel energie nodig.
Gezond vogels voeren
Als het voer nat wordt en lang blijft liggen wordt het een vieze bende. Borstel of schud voerhuisjes, voertafels en silo's regelmatig schoon. Silo's zijn zo ontworpen dat de zaden niet snel nat worden, maar met regen en wind is het niet uitgesloten. Als de zaden gaan klonteren, moet u ze weggooien.
Na het openen van een zak vogelvoer kun je de inhoud het beste in een voerton doen. Het bewaren in een voerton voorkomt ongedierte en voorkomt dat er teveel zuurstof bij het voer komt. Door het luchtdicht bewaren is vogelvoer na opening van de zak nog zo'n drie tot maximaal vijf maanden houdbaar.
Vogels gebruiken het hele jaar veel energie. In de winter om zich op temperatuur te houden, in het voorjaar om eieren te leggen en hun jongen groot te brengen. En in de herfst bouwen ze reserves op voor de winter. U kunt ze dus het hele jaar bijvoeren.
Gevaar op verstrikking
Het plastic net om de vetbol heen is extreem gevaarlijk voor vogels, omdat ze hier met hun pootjes of snavel in verstrikt kunnen raken. Vogels kunnen dan sterven van de honger, dorst en uitputting. Ook kunnen wat grotere vogels, zoals meeuwen, de hele bol met net en al in één keer doorslikken.
Het voedsel moet nu meer kalk en eiwit bevatten, bijvoorbeeld meelwormen of fijngestampte eierschalen. Vetbollen en pinda's bied je nu beter niet meer aan. In de zomer gaan vogels zelf op zoek naar de wormen en insecten die ze nodig hebben. Help hen door boeiende planten in je tuin planten die insecten lokken.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Merels komen af op appels of peren en eten 's winters ook krenten en broodkruimels. Roodborstjes zijn gek op ongekookte havermout, zaden, meelwormen en rozijnen.
Zet een bak water op een windvrije en beschutte plek, waar de vogels lekker even kunnen genieten van wat water. Bedek dit met gaas, zo vallen de vogels zeker niet in het koude water. Is het een extreem koude dag? Vergruis het ijs dan met een hamer, zodat ze de kleine ijssplinters op kunnen pikken.
Kou kost vogels extra energie om warm te blijven. Ze beschikken over een uitstekende isolatielaag; dons geldt als een van de best isolerende materialen ter wereld en de buitenlaag van veren maakt dat vogels veel kunnen hebben. Maar de interne kachel moet wel blijven branden en daar is voedsel voor nodig.
Normaal gesproken zitten ze lekker onder hun moeder en delen ze haar lichaamswarmte. Maak daarom een lekker warm nestje van natuurlijke warme materialen zoals hooi, wol, katoen, etc. Leg een buitenthermometer in het nest, zo kun je zien wat de temperatuur in het nest is. Een temperatuur van 37-39 graden is ideaal.
Je vogel heeft het waarschijnlijk koud. De lucht onder de veren houdt namelijk de warmte vast. Je vogel slaapt daarom vaker ook met uitgezette veren. Wanneer de vogel gewend is aan zijn omgeving kan hij toenadering zoeken door bijvoorbeeld zijn veren uit te zetten en het kopje scheef te houden.
Plaats een bakje met een laagje water in de kooi. De meeste vogels vinden het lekker om even te baden. Bij warm weer kan je de vogelkooi beter op de grond plaatsen. Let wel op met andere huisdieren en kinderen!
Leg daar klokhuizen op of ander fruit dat je over hebt. Een overrijpe banaan bijvoorbeeld. Daar komen allerlei vogels op af zoals merels. Wel regelmatig de tafel schoonmaken.
Veel keukenrestjes zijn prima en kan je geven aan de tuinvogels. Wat je niet mag geven zijn restjes met veel zout of kruiden of restjes die beschimmeld zijn. Vetrandjes, gekookte aardappelen, gekookte rijst of fruit zullen je tuinvogels heerlijk vinden en zijn ook nog eens goed voor ze.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Want ja, het is inderdaad goed mogelijk dat het voer gaat bevriezen. Als je bijvoorbeeld vetbollen, zadenmixen of pinda's voert, zou je dit alleen op de iets warmere dagen moeten doen. Op de echt koude dagen kun je dit vogelvoer het beste even naar binnen halen.
Koop nooit 'mensen-pinda's' en 'mensenpindakaas' voor vogels. Vaak zit er zout bij en dat is echt slecht voor vogels. Er is niet voor niets speciale vogelpindakaas te koop. Zelfs ongezouten pinda's uit de supermarkt zijn niet hetzelfde als voerpinda's.
Er is geen voedsel beschikbaar.
Vogels hebben voedsel nodig om te overleven, dus als er in de omgeving geen voedsel is, zullen ze waarschijnlijk niet naar een vogelhuisje komen. Het kan dus helpen om in de omgeving van je vogelhuisje extra vogelvoer aan te bieden.
Veel voedsel
Vooral zaadeters zoals mezen en vinken laten zich voorlopig maar moeilijk verleiden tot een tuinbezoek. Logisch: met een topjaar voor beukennootjes en een ruim aanbod van bessen is er relatief veel voedsel te vinden in de natuur.
Ondanks dat er in de natuur weer meer voedsel te vinden is, hebben ze dan toch baat bij extra voeren. Voor de zomer geldt dat ze zeker in het geval van droogte en hitte juist weer moeilijker aan voedsel (en water) kunnen komen.
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.