De fasedraad leidt doorgaans de stroom naar de schakelaar of naar de contactdoos en wordt aangeduid met de letter 'L'. De nuldraad (of nulleider) voert doorgaans de stroom van de verbruiker terug naar het elektriciteitsnet. Deze draad heeft een blauwe mantel en wordt aangeduid met de letter 'N'.
De bruine draad is de fasedraad en zorgt voor de stroomtoevoer. Hier staat altijd spanning op. De blauwe draad zorgt voor de afvoer van stroom. Hier staat geen spanning op.
Stroom bestaat uit + en -. In je huis is de plusdraad bruin gekleurd en de - draad blauw. Omdat het gaat om wisselstroom spreken we niet van + en - maar van Live en Neutraal. De bruine is dus Live en de blauwe is de neutraal draad.
Verbind de draden
Sluit de zwarte draad aan op de zwarte draad van het elektriciteitssysteem en de witte draad op de witte draad. Zorg ervoor dat u de draden stevig vastmaakt en gebruik bij voorkeur een kroonsteen om de verbindingen te verbinden.
Geel/groen: Aardedraad dat zorgt voor ontlading en afvoer van spanning. Bruin: Fasedraad (aanvoerdraad van de stroom) Blauw: Nuldraad (afvoerdraad van de stroom) Zwart: Schakeldraad om schakelaars mee te bedienen.
Blauw: nuldraad
Voor de afvoer van stroom gebruikt u een blauwe stroomdraad of nuldraad (symbool: N). Hier staat doorgaans geen spanning op. Er wordt dan ook naar verwezen als de mindraad, die samen met de plusdraad of fasedraad de stroomkring vervolledigt.
Waar op een bruin stroomdraad altijd spanning staat, geldt voor een nuldraad het tegenovergestelde: op deze stroomkabel staat geen spanning. De blauwe stroomdraad zorgt voor de afvoer van stroom uit uw woning. Zo zorgt de combinatie van een bruin en blauw stroomdraad dus voor een gesloten stroomkring.
Een schakeldraad mag namelijk zwart of grijs zijn. En dus niet bruin.
Het maakt niet uit welke draad je op welke aansluiting op de lamp aansluit. Een draad zal constante spanning geven, de andere zal de schakeldraad zijn. 8-| Dat is niet te hopen. Het is een stuk veiliger, als de fase draad om het middenpunt van de lamp zit, dan raak je hem minder snel per ongeluk aan.
Als je de fase draad (bruin) in een stopcontact aanraakt, wat gebeurt er dan? Doet het pijn, is het gevaarlijk of totaal niet. Bij het aanraken van beide draden ontstaat er een levensgevaarlijke situatie, dat weet ik. Als je blauw aanraakt gebeurt er niets.
Het is de bedoeling dat je de aardedraad aansluit wanneer je armatuur een geel-groene draad heeft en wanneer er geel-groene bedrading in de centraal doos zit. Deze is meestal aangesloten in het midden van de kroonsteen.
De nuldraad of de nulleider is de draad die meestal elektrisch gekoppeld is met de aarde, hij wordt daarom ook wel de neutrale geleider genoemd. Omdat de nuldraad elektriciteit terugleidt staat deze onder spanning, het is daarom belangrijk dat je de draad niet aanraakt, tenzij de stroom eraf is gehaald natuurlijk.
Let op dat u de juiste kleur draad met elkaar verbindt. Verbind de zwarte of bruine draad uit de lamp met de zwarte of bruine draad uit het plafond. Verbind de blauwe draden met elkaar en sluit tot slot, indien mogelijk, ook de geel-groene aardedraad aan.
De nuldraad heeft een blauwe draadkleur.
Er staat bijna nooit spanning op deze draad. Houdt er rekening mee dat het wel voor kan komen dat er stroom op staat. Je kan deze dus niet zomaar aanraken. De nuldraad en de fasedraad zorgen samen voor het transport van stroom naar en van de elektrische apparaten.
In Nederland is de netspanning 230v wisselspanning, met een frequentie van 50Hz of 60Hz. De kleurcodering van de draden voor netspanning zijn: blauw = nul, bruin = fase, geel/groen = aarde. Daarnaast is er nog zwart, dat is een geschakelde fase-draad (kan dus wel of geen fase bevatten).
Er zijn 4 kleuren draden die gebruikt worden bij elektra. Blauw = Nuldraad Bruin = Fasedraad Zwart = Schakeldraad Geel/groen = Aarde draad. Zoals u kunt zien op het plaatje gaat de bruine draad naar de schakelaar en naar het stopcontact. De blauwe gaat naar de lamp en naar het stopcontact.
Stap 3 | Lamp bevestigen
Bij het aansluiten van de draden is het belangrijk rekening te houden met de verschillende kleuren. Sluit de zwarte draad aan op de 'L'. De blauwe op de 'N' en de groen gele op de aarde. Let op dat er na het aansluiten geen koper van de draden meer zichtbaar is.
Er wordt vaak expliciet vermeld dat de rode kabel op de plus polen moet en de zwarte op de min polen.
De installatiedraden:
De kleur fasedraad (vaak aangeduid met P) was vroeger groen en is tegenwoordig bruin. De kleur nuldraad (vaak aangeduid met N) was vroeger rood en is tegenwoordig blauw.
De nul draad, als we IEC 60446 volgen, blijft de blauwe kleur gebruiken zoals in de vorige versies van de norm. Het label is N.
De fasedraad bij een eenfasespanning wordt aangeduid met de letter 'L', wat staat voor live. Bij tweefasespanning of driefasespanning worden de fasedraden aangeduid met 'L1' L2' en 'L3'. Bij meerfasespanning wordt ook wel gesproken over krachtstroom.
Een éénpolige schakelaar beschikt over 2 aansluitingen; 1 fasedraad en 1 schakeldraad. Bij deze schakeling wordt alleen de schakeldraad onderbroken. In dit geval loopt de schakeldraad naar de lamp, de draad wordt dan ook wel lampendraad (L) genoemd.