Als mensen op een constructieve manier met hun boosheid kunnen omgaan hoeft woede niet tot problemen te leiden. Wanneer iemand duidelijk zijn of haar grenzen aan kan geven, goed voor zichzelf kan opkomen en aan kan geven waar hij of zij behoefte aan heeft, noemen we zo iemand assertief en dat is gezond.
In de training behandelen we de vier soorten agressies: instrumentele agressie, frustratie agressie, witte boorden agressie en onbeheerste agressie.
De verwerking van een schokkende gebeurtenis verloopt bij iedereen ongeveer hetzelfde, er zijn drie fasen te onderscheiden: ontlading, doorwerking en herstel. De heftigheid en tijdsduur van deze fasen lopen sterk uiteen. Als een klant zich agressief heeft gedragen, zijn daar sancties aan verbonden.
Pathologische agressie, de betekenis
Een bijzondere vorm van agressie is pathologische agressie. Dat is agressie dat voortkomt uit een aandoening, ziekte of drugs- of medicijngebruik. Denk bijvoorbeeld aan dementie. Deze vorm van agressie is moeilijk in te schatten, omdat vaak niet duidelijk is wat er in iemand omgaat.
Het gaat dus om feitelijke agressie én om gevoelens van onveiligheid die worden veroorzaakt door vijandig, vernederend of intimiderend gedrag.
Door ziekte, geldproblemen, verslaving, medicijnen of drugs kunnen mensen ook sneller agressief reageren. Ook negatieve gedachten en gevoelens als angst, achterdocht, wantrouwen, gezichtsverlies of onveiligheid zijn ook vaak een trigger voor agressief gedrag.
Frustratie-agressie is een van de meest voorkomende vormen van agressie. Het ontstaat door een opeenstapeling van irritaties en negatieve ervaringen. Uiteindelijk zorgt dit voor een uitbarsting van emoties. Frustratie-agressie is daarom ook niet gericht aan jou: het is woede die iemand richt op zichzelf.
De negatieve uitingsvorm van agressie wordt hier agressief-gewelddadig gedrag genoemd. Een positieve uiting is bijvoorbeeld strijdbaar zijn tegen een slopende ziekte of het afreageren in opruimen.
Kort gezegd is boosheid een emotie waarbij er uiting wordt gegeven aan onderliggende frustraties. Een frustratie die overal over kan gaan, onbegrip van de omgeving of juist onbegrip over jezelf. Op het moment dat frustratie toeneemt, neemt ook de emotionele spanning toe.
Bij geweld horen het toebrengen van lichamelijk letsel of het vernielen van iets. Het begrip agressie is breder en omvat ook dreigen, schelden of vernederen. Er is verschil tussen: fysieke agressie: slaan, schoppen, bijten of op een andere manier iemand letsel toebrengen.
Het STOP-principe wordt gebruikt bij slimme inplanning van mobiliteitsbeleid, waarbij de prioriteit eerst naar Stappen, dan Trappen (fiets), vervolgens Openbaar vervoer en dan pas naar Personenwagens gaat.
De periodieke explosieve stoornis is een psychische aandoening. Wie aan deze aandoening lijdt, kan zijn woede of drift niet beheersen en vertoont buitensporig gewelddadig gedrag. In het DSM-V is de aandoening ingedeeld bij de stoornissen van de impulsbeheersing.
Fysieke en verbale agressie
Dat gedrag is niet persoonlijk bedoeld, maar een symptoom van de ziekte. Je naaste kan op onverwachte momenten beginnen te schelden of te dreigen. Je partner of ouder kan lichamelijk geweld gebruiken en je knijpen, slaan, schoppen en bijten.
De biologische benadering gaat ervan uit dat agressie een fysiologische basis kent in de vorm van een aangeboren drift (genetisch bepaald). Ze stellen ook dat agressie kan ontstaan als mensen te maken krijgen met aanvallende situaties.
Witteboordenagressie: een arrogante, neerbuigende houding die kleinerende (verbale) uitingen naar de medewerker laat zien; Agressie op de persoon: schelden, dreigen, bedreigen, intimideren (seksueel) en discrimineren.
Onbeheerste agressie: wanneer er sprake is van deze vorm van agressie is de persoon in kwestie vaak onvoorspelbaar en snel gewelddadig. De realiteitszin ontbreekt volledig en vaak heeft dat te maken met een verslaving en/of een psychische stoornis.
Deze vorm van agressief gedrag is een gecamoufleerde vorm van verzet, woede of vijandigheid. Je gaat iets of iemand uit de weg, doet iets niet of je bent het niet eens met een bepaalde beslissing en komt daar niet openlijk voor uit.
De gevolgen voor het individu variëren aanzienlijk, van demotivatie en minder voldoening van het werk, tot stress en schade aan de lichamelijke en/of geestelijke gezondheid. Er kunnen zich posttraumatische symptomen zoals angst, fobieën en slaapproblemen voordoen.
Factoren die de kans op agressie verhogen zijn emotionele opwinding, alcoholgebruik en tijdsdruk, maar gelijkheid verminderd agressie.