C-majeur, C grote terts of C-groot (afkorting: C) is de majeur
C , ook do genoemd, is de naam van een van de stamtonen en de grondtoon van de toonladder in C-majeur (Do groot). In de westerse muziek wordt met de do meestal gerefereerd aan de centrale do of C4 (eengestreept octaaf).
Het Franse majeur betekent 'groter' en gaat terug op het Latijnse maior, de vergrotende trap van magnus 'groot'. De overtreffende trap is overigens maximus; dit woord leeft in het Nederlands onder meer voort in de woorden maximum en maximaal.
c-mineur of c klein (afkorting: Cm) is een toonsoort met als grondtoon C.
Het verschil tussen majeur en mineur verwijst naar de afstand tussen de eerste en derde toon van de toonladder. In majeur is dit verschil groot (4 halve tonen) en in mineur klein (3 halve tonen). Mineur klinkt meestal droeviger dan majeur.
Ionisch – de bekende majeur-toonladder
Speel vanaf de C alle witte toetsen tot je bij de volgende C bent beland, dus: c – d – e – f – g – a – b – c.
g-mineur of g klein (afkorting: Gm) is een toonsoort met als grondtoon G.
De C-sleutel is een teken aan het begin van de notenbalk dat de toonhoogte van de genoteerde noten bepaalt. De noot op de lijn die door het midden van de sleutel loopt is de toon c.
Het akkoord "C-majeur" bestaat uit de eerste (prime), de derde (grote terts) en de vijfde (kwint) toon van (de grote drieklank) op de eerste trap van de C-toonladder.
Het is de C-toets die vlak voor je ligt. Op een piano met 88 toetsen is de centrale C de vierde C die je kunt tellen vanaf links gerekend. Een andere manier om deze muzieknoot te vinden is door de toetsen te tellen. Op een piano met 88 toetsen is dit de 24e witte toets van links.
1) Celsius 2) Celsius (afk.) 3) Cuba landcode 4) Eerste noot van de toonladder 5) Eerste toon 6) Honderd (rom. cijfer) 7) Koolstof 8) Koolstof (afk.)
c, symbool voor het voorvoegsel centi (1/100) in de natuurwetenschappen. C, aanduiding voor de warmtecapaciteit van een voorwerp. c, aanduiding voor de soortelijke warmte van een stof. C, voor Celsius, een eenheid voor het meten van temperatuur.
Staat de letter C voor een e, i, y of ae, dan wordt hij in veel westerse talen als /s/ (of /ts/, /tsj/ of als de Engelse /th/) uitgesproken. Voor elke andere letter wordt de c als /k/ uitgesproken. Hierop kunnen uitzonderingen bestaan (zoals het Engelse Celt dat als /kelt/ wordt uitgesproken).
Het copyrightteken moet in de Verenigde Staten verplicht op drukwerk worden aangebracht dat voor 1 maart 1989 tot stand gekomen is om auteursrechtelijke bescherming voor dat werk te verkrijgen.
De c-sleutel is een gestileerde letter C. Op de lijn die door het midden van deze sleutel loopt wordt de eengestreepte c (c´) of do genoteerd.
De centrale C is de middelste C van het hele toetsenbord van de piano. Als er twee C's in het midden zijn, moet de linker C-toets gekozen worden als centrale C. Vanuit de centrale C worden veel nummers begonnen en is tevens het startpunt van de notenbalk bij bladmuziek.
Toonsoort bepalen
Als je de toonsoort van een muziekstuk omschrijft, doe je dit met de eerste toon, ofwel de grondtoon van de toonladder. Dit kan in principe iedere toon zijn. Daarnaast geef je aan of de muziek in majeur of mineur is, zodat je ook de volgorde van de toonladder weet.
Het E mineur piano akkoord, afgekort als Em, wordt gevormd door de noten E, G en B samen te spelen. E mineur is opgebouwd uit de grondtoon E, de kleine terts G en de kwint B uit de E mineur toonladder. De meest gebruikte vingerzetting is: duim, middelvinger en pink.
Omdat er twaalf verschillende tonen zijn in de Westerse muziek, zijn er twaalf toonhoogtes waarop je kunt beginnen. De toon waarop je begint, heet de grondtoon. Hieronder vind je twee tabellen. In de eerste staat de majeur-toonladder, beginnend op de veel gebruikte grondtonen C, D, E, F, G en A.
Waarom zou je een toonladder willen leren? Omdat de toonladder het basismateriaal is waaruit een muziekstuk is opgebouwd, is het handig om de toonladder te studeren, die bij het stuk hoort wat je gaat studeren. Door met die toonladder bezig te zijn leer je o.a.: -Welke noten je tegen kan gaan komen in het muziekstuk.
Majeur/Grote terts is een van de twee meest gebruikte toongeslachten in het tonale systeem. Een majeurtoonsoort is gebaseerd op een toonladder met een grote terts: de derde toon (terts) ligt twee hele toonafstanden boven de grondtoon (bij mineur is de terts klein: anderhalve toon boven de grondtoon).
Akkoorden zijn eigenlijk niets meer dan groepjes van minstens 3 noten die je tegelijk laat klinken en dan een zuiver geheel vormen. Zo vormen de noten C-E-G samen het C-akkoord. Als je dit speelt op de gitaar of piano klinkt het geluid veel voller dan als je alleen de noot C zou aanslaan.