Bij een overgedimensioneerde omvormer gaat er op piekdagen wat energie verloren, maar omdat zonnepanelen in Nederland bijna nooit hun topvermogen halen, levert overdimensioneren je uiteindelijk meer op. Daarnaast is een kleinere omvormer natuurlijk goedkoper in aanschaf dan een grotere omvormer.
U haalt de maximale opbrengst uit de zonnepanelen met een omvormer die qua vermogen 10% kleiner tot 10% groter is dan het vermogen van de zonnepanelen in Wattpiek. De zogenaamde nominale vermogensverhouding moet tussen de 90 en 110% liggen (vermogen omvormer/ Wp vermogen zonnepanelen).
Wij kijken naar de gemiddelde weersomstandigheden in Nederland en welke instraling en temperaturen het meeste voorkomen. Wat het meeste voorkomt willen we optimaal benutten. Vandaar dat we meestal kiezen voor ongeveer 20% overdimensionering.
Overdimensioneren betekent dat de omvormer op het toppunt van opwekken van de zonnepanelen begint af te toppen (zie afbeelding) op een bepaald niveau. Dit komt omdat de omvormer minder vermogen kan verwerken dan het maximale opwekkingsvermogen van de zonnepanelen samen.
Voor een optimaal resultaat moeten de kabels van de zonnepanelen tot de omvormer niet langer zijn dan 15 tot 20 meter. Wanneer hier rekening mee wordt gehouden blijft het kabelverlies ruim onder de 1%. De kabel van de omvormer naar de meterkast moet bij voorkeur ook niet langer zijn dan 20 meter.
Als je de zonnepanelen bijplaatst moet je de omvormer bekijken. De omvormer is als het goed is perfect voor het huidige aantal panelen. Meer panelen op de huidige omvormer zal de totale opbrengst doen dalen. Om dat probleem te voorkomen kun je het beste een nieuwe omvormer kopen.
De beste plaats voor de omvormer is dus ergens waar het koel is, waar voldoende ruimte is, waar je niet meer dan 20 meter kabel nodig hebt, waar je geen last hebt van het geluid en waar de warmte afgevoerd kan worden. De schuur of garage zijn goede plekken, net als een onverwarmde zolder.
Bij een overgedimensioneerde omvormer gaat er op piekdagen wat energie verloren, maar omdat zonnepanelen in Nederland bijna nooit hun topvermogen halen, levert overdimensioneren je uiteindelijk meer op. Daarnaast is een kleinere omvormer natuurlijk goedkoper in aanschaf dan een grotere omvormer.
SolarEdge staat een DC/AC-overdimensionering toe van maximaal 135%3,4. Voor HD-Wave 1-fase omvormers is een overdimensionering van maximaal 155% toegestaan. Overdimensionering van SolarEdge omvormers brengt geen schade toe aan de power optimizers of omvormers.
Voor een maximaal rendement kies je best een omvormer welke tussen 90% en 110% van de installatie aankan. Concreet betekent dit dat bij een zonnepanelen installatie van 3 kWp je een omvormer nodig hebt met een vermogen tussen de 2,7 kWp en 3,3 kWp.
Wettelijk mag de netspanning maximaal 253 volt zijn (230 volt + 10%). Als de spanning hoger dreigt uit te komen, raakt het elektriciteitsnet overbelast. Door deze overbelasting schakelt de omvormer zichzelf uit. De omvormers zijn namelijk afgestemd op een maximale spanning van 253 volt.
Micro-omvormers worden steeds vaker toegepast bij zonnepanelen. Ze zijn kleiner dan normale omvormers en bieden in bepaalde situaties veel voordelen ten opzichte van de grote omvormers. Een micro-inverter is namelijk in staat om de maximale opbrengst uit een zonnesysteem te halen.
Clipping. Wanneer de gelijkstroomproductie van het zonnesysteem de maximale capaciteit van de omvormer overschrijdt en er energie verloren gaat.
Omvormers tot een stroom van 2,25A mogen direct op het lichtnet worden aangesloten, via een bestaande wandcontactdoos. Bij omvormers groter dan 2,25A heeft u twee mogelijkheden. Het uitbreiden van de installatiekast met extra groepen of het zonnepaneel aansluiten via de onderverdeler ZV16.
Het is aan te raden om een halve meter vrije ruimte te laten rondom de omvormer. Zo kan de lucht goed circuleren om de warmte af te voeren.
De kabel van de omvormer naar de meterkast
Voor omvormers (fase 1) wordt een 3-aderige kabel gebruikt (3 x 2,5 tot 6 mm2) en voor omvormers (fase 3) 5 x 2,5 mm2. Deze kabeldikte kan berekend worden met behulp van het vermogen van de omvormer en de lengte van de kabel.
SolarEdge heeft een minimum van 8 panelen nodig om optimaal te kunnen werken met de P300 optimizer en 6 voor de P405 (voor dunne film zonnepanelen). Dit komt omdat de omvormer 350 Volt nodig heeft om te werken. Vier panelen op het oosten en vier op het westen zal ook niet optimaal werken.
Om het vermogen van de omvormer te bepalen houden we gemiddeld de volgende regel aan: de capaciteit van de omvormer mag maximaal 20% kleiner en 10% groter zijn dan het totale Wp vermogen van de zonnepanelen. Belangrijk is om hierbij te kijken naar de specifieke situatie van het dak.
SolarEdge omvormers hebben een groot temperatuurbereik van -40°C tot +60°C. Als onderdeel van de betrouwbaarheidsstrategie van SolarEdge ondergaan omvormers thermische cyclustesten van 1.500 cycli bij temperaturen van -40°C tot +80°C, wat overeenkomt met een bedrijfsduur van 41 jaar.
“De beste kwaliteit omvormers wordt gemaakt door bedrijven als Fronius, SMA, SolarEdge en Solarmax (NB: het gaat hier om het Solarmax van vóór de doorstart, toen de productie nog in Zwitserland plaatsvond onder het inmiddels failliete Sputnik Energy -red).
Omvormers en power optimizers kunnen hoge temperaturen bereiken als gevolg van hoge omgevingstemperaturen door direct zonlicht, door onvoldoende ruimte rondom het apparaat of vanwege slechte ventilatie in de ruimte waarin ze geïnstalleerd zijn.
Omvormers werken het beste wanneer ze dichtbij hun maximum vermogen draaien. Daarom kun je dus verwachten dat ze bij pieken in zonne-stroom af en toe aftoppen. Dit komt alleen voor op topdagen in bepaalde seizoenen. Je verliest dan alleen het topje van de piek, maar de rest van het jaar is de omvormer efficiënter.
Wij installeren standaard twee strings als we een plat en schuin dak combinatie aansluiten en ook bij een Oost-West opstelling. String-omvormers kunnen meerdere strings (inputs) combineren. Elke string werkt onafhankelijk en optimaal.
Omvormers worden regelmatig in een kast of net onder het (warme) dakbeschot opgehangen, in een stoffige omgeving of in de buurt van brandbare materialen. Een omvormer moet zijn warmte wel kwijt, anders gaat hij minder werken, of zelfs defect raken.
Van de omvormer naar de meterkast
De omvormer zet de gelijkstroom om in wisselstroom. Die wisselstroom loopt via een AC kabel naar de meterkast. Voor deze kabel gebruiken we waar mogelijk een bestaande leiding of een centrale kloof waar al je kabels lopen.